CategoriePreekaantekeningen

De grote Engelse prediker Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) trok in zijn tijd overvolle kerken. Velen voelden zich aangesproken door zijn appellerende prediking. Het leek ons nuttig en goed om in een tijd waarin predikanten nauwelijks tijd meer hebben bij het maken of horen van preken gebruik maken van deze begenadigde prediker. Vandaar dat wij geen moment geaarzeld hebben om deze opnieuw te laten verschijnen. De vertaling is gedaan door Elisabeth Freijstadt dat in 1895 drie jaar na het overlijden van Spurgeon, door H. ten Hoove te Utrecht is uitgegeven onder de titel ’Schetsen van Leerredenen’. Er zijn geen enkele wijziging aangebracht. We hopen dat velen door de kracht van het Woord, vertolkt door Spurgeon, aangegrepen, vermaand en getroost mogen worden.

Openb. 19:9‭ – De Goddelijk waarheid van de Schrift

En hij zei tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden van God. Openb. 19:9 Deze woorden zien op hetgeen onmiddellijk voorafgaat. Het oordeel van de hoererende kerk. (Openb. 19:2). De heerlijke en algemene regering van Christus. (Openb. 19:6). Het gewisse loon en de heerlijkheid van Christus met zijn verlosten in het glorierijk tijdperk aan het einde. (Openb. 19:7, 8). Het bestaan, de schoonheid...

Openb. 19:9‭ – Het avondmaal van de bruiloft van het Lam

En hij zei tot mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams. Openb. 19:9 Verbaasd door hetgeen hij zag en hoorde, zou Johannes wel niet bij machte geweest kunnen zijn te schrijven: maar bij deze gelegenheid werd hij er toe vermaand: Om de waarde van hetgeen door hem werd vermeld. Om de volstrekte zekerheid er van, als gewisse beloften en getrouwe...

Openb. 16:8,9‭ – Bekering, die God heerlijkheid geeft

En de vierde engel goot zijn fiool uit op de zon, en haar is macht gegeven de mensen te verhitten door vuur. En de mensen werden verhit met grote hitte, en lasterden de naam van God, die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om hem heerlijkheid te geven.Openb. 16:8,9‭ Welke krachten heeft God tot zijn beschikking, daar alle engelen Hem dienen! Deze brengen de fiolen van zijn...

Openb. 11:19‭ – De Ark van Zijn verbond

En de tempel Gods in de hemel is geopend geworden en de ark Zijns verbonds is gezien in Zijn tempel; en er werden bliksem en stemmen en donderslagen en aardbeving en grote hagel. Openb. 11:19 Het mag niet gemakkelijk wezen het verband van de tekst aan te wijzen; op zichzelf genomen is hij echter zeer bijzonder leerrijk. Er is in God zeer veel, dat wij niet kunnen zien: de tempel van God in de...

Openb. 1:7‭ – De komst met de wolken

Ziet, hij komt met de wolken en alle oog zal heen zien, ook degenen, die hem doorstoken hebben; en alle geslachten van de aarde zullen over hem rouw bedrijven; ja, amen. Openb. 1:7 Aan onze tekst gaat een heerlijke lofzang vooraf. Hem, die ons gemaakt heeft tot koningen, zelf Koning is en tot zijn koninkrijk komt; Hem zij de heerlijkheid. Onze aanbidding neemt toe door onze verwachting:...

Judas 24,25‭ – Judas’ lofzegging

Hem nu, die machtig is u van struikelen te bewaren en onstrafelijk te stellen voor zijn heerlijkheid in vreugde, De alleen wijzen God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen. Judas 24, 25‭ Wij willen blijmoedig de Heere met Judas’ lofzegging loven. Het is goed zeer dikwijls tot aanbiddende lof te worden opgewekt en het speciale noemen...

3 Joh. 1:2‭ – Gezondheid van de ziel

Geliefde! Voor alle dingen wens ik, dat gij welvarend en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. 3 Joh. 1:2‭ Het evangelie heeft in Johannes een wondervolle verandering teweeg gebracht. Eenmaal heeft hij vuur van de hemel kunnen inroepen op het hoofd van tegenstanders, maar thans, nu hij de Heilige Geest heeft ontvangen, is hij vol van liefde en vriendelijke wensen. Het evangelie maakt hem, die...

1 Joh. 5:4‭ – Overwinnend geloof

Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. 1 Joh. 5:4‭ Wat wordt bedoeld met deze wereld? De macht van de zonde rondom ons: de invloeden, die ten kwade werken, en de geboden en doeleinden Gods zwaar maken voor de maatschappij. De overste van deze wereld heeft veel te doen met deze boze macht. Deze wereld is onze...

1 Joh. 3:20,21‭ – De lagere tribunalen

Want indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart en Hij kent alle dingen. “Geliefden! indien ons hart ons niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God.1 Joh. 3:20,21 Het gebrek van velen is, dat zij geestelijke dingen volstrekt niet ter harte willen nemen, maar ze allen op een oppervlakkige wijze willen behandelen. Wij moeten onze toestand aan een streng onderzoek...

1 Joh. 3:14‭ – Liefde het blijk en kenmerk van leven

Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben. 1 Joh. 3:14 De geestelijke dingen, van welke wij spreken, zijn zaken van wetenschap. In bijna elk vers van deze brief gebruikt Johannes de woorden: “Wij weten.” De wijsgerige onderscheiding tussen geloven en weten is niets dan een blote theorie. “Wij weten en hebben geloofd.” I...

1 Joh. 3:3‭ – Reiniging door hoop

En een ieder, die deze hoop op hem heeft, die reinigt zichzelf, gelijk hij rein is. 1 Joh. 3:3‭ De meeste mensen hebben een hoop, maar de hoop van de christen is van zeer bijzondere aard, want zij brengt te weeg, dat hij zich reinigt. I. De hoop van de gelovige. “Een ieder, die deze hoop op hem heeft.” 1. Het is de hoop gelijk te zijn aan Jezus. Volmaakt, heerlijk; overwinnaar over de...

1 Joh. 3:2‭ – Weldra

Het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als hij zal geopenbaard zijn, wij hem zullen gelijk wezen; want wij zullen hem zien gelijk hij is. 1 Joh. 3:2‭ In weerwil van zijn onvolmaaktheid is de tegenwoordige toestand van de gelovige een toestand van veel blijdschap en eer. Gezien in het licht van het geloof is zijn staat schoon en verheven, want “nu zijn wij...

2 Petr. 2:9‭ – De kennis van de Heere onze bescherming

Zo weet, de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag des oordeels. 2 Petr. 2:9 “De Heere weet.” Ons geloof in de hogere wetenschap Gods is een grote bron van vertroosting met betrekking tot Moeilijke leerstellingen. Duistere profetieën. Verbazingwekkende beloften. Zware wegen van Gods voorzienigheid. Grote verzoekingen. Bij ons...

1 Petr. 5:1‭ – Een getuige en deelgenoot

De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling en getuige des lijdens van Christus is en deelachtig van de heerlijkheid, die geopenbaard zal worden. 1 Petr. 5:1 De zorg van de apostel. Het was zijn vurige begeerte, dat de ouderlingen de gemeente Gods zouden verzorgen en haar zichzelf ten voorbeeld zouden stellen. De zachtheid van de apostel. “Ik vermaan,” niet: ik...

1 Petr. 4:18‭ – Indien-wat dan?‭

Indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen? 1 Petr. 4:18 “Nauwelijks zalig wordt,” dit wijst op het moeilijke van de verlossing. Sommigen denken, dat het gemakkelijk is te beginnen met te geloven; maar de profeet roept: “Wie heeft geloofd?” en Jezus vraagt: “De Zoon des mensen, als hij komt, zal hij ook geloof vinden...

1 Petr. 1:9‭ – Zaligheid gelijk zij thans is ontvangen

Verkrijgende het einde van uw geloof, namelijk de zaligheid van de zielen. 1 Petr. 1:9‭ De grotere weldaden van de zaligheid, of verlossing, worden gewoonlijk gerangschikt onder de dingen van de toekomst; doch een zeer groot deel ervan kan thans reeds worden ontvangen. I. Wat is er van de zaligheid hier reeds ontvangen. 1. Het geheel, door het aangrijpen van het geloof en de genade van de hoop. 2...

Jak. 4:6‭ – Meer en meer

Ja Hij geeft meerdere genade. Jak. 4:6‭ Praktisch, als de brief van Jacobus is, verzuimt de apostel toch niet de genade Gods te verheerlijken, zoals onbijbelse predikers heden ten dage doen. Wij dwalen, als wij de vruchten loven, zonder acht te slaan op de wortel, waaruit zij voortkomen. Elke deugd moet haar oorsprong hebben in genade. Wij moeten duidelijk de bron van inwendige genade aanwijzen...

Jak. 1:12‭ – De beproefde mens, de gezegende mens

Zalig is de man, die verzoeking verdraagt: want als hij beproefd geweest zal zijn, zal hij de kroon van het leven ontvangen, welke de Heere beloofd heeft aan degenen, die Hem lief hebben. Jak. 1:12 Zalig te zijn, is gelukkig, bevoorrecht, voorspoedig te wezen, enz. Maar er is een verborgene, heilige nadruk in, want dat voorrecht en die voorspoed zijn zodanig als God alleen geven kan. Wie zou niet...

Hebr. 13:5‭ – Nooit, nee nooit

Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. Hebr. 13:5 Hier is een woord uit Gods eigen mond. Hier is een belofte, die dikwijls gegeven werd. “Hij heeft gezegd,” telkens komt deze belofte voor. Hier zijn sommigen van de dingen vol vet en mergs. De volzin is even rijk in betekenis als arm in omhaal van woorden. Hier is keurige spijze en de allerkostelijkste...

Hebr. 12:25‭ – Hoort! Hoort!‭

Ziet toe, dat gij die, die spreekt, niet verwerpt: want indien deze niet zijn ontvloden, die degene verwierpen, welke op aarde, goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvluchten, zo wij ons van die afkeren, die van de hemelen is.Hebr. 12:25 Nog spreekt Jezus tot ons in het evangelie. Welk een voorrecht zo’n stem te horen voor zo’n boodschap! Hoe wreed is de zonde om Jezus gehoor te...

Hebr. 12:13‭ – Kreupele schapen‭

En maakt, rechte paden voor uw voeten, opdat, hetgeen kreupel is, niet verdraaid wordt, maar dat het veel meer genezen wordt. Hebr. 12:13 Soms ontmoeten wij mensen, die snel van voet en opgewekt van geest zijn. Gave God dat allen alzo waren! Daar allen echter alzo niet zijn, moet er aan de kreupelen worden gedacht. Voor wankelende voeten moet de weg effen worden gemaakt. Wat wij begeren, is, dat...

Hebr. 10:9‭ – Het eerste en het tweede

Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen. Hebr. 10:9 Gods weg is het, om te gaan van goed tot beter. Dit verwekt toenemende verwondering en dankbaarheid. Dit doet de mensen begeren en bidden, geloven en verwachten. Dit helpt de mens in zijn vermogen om het beste te ontvangen. De eerste goede zaak is weggenomen, opdat de tweede des te gepaster zou kunnen komen. Dit laatste feit zullen...

Hebr. 5:8‭ – De opvoeding van Gods kinderen

Hoewel hij de Zoon was, nochthans gehoorzaamheid geleerd heeft, uit hetgeen hij heeft geleden. Hebr. 5:8 Het is ons immer tot troost om de voetstappen van onze Heere te zien. Als wij Hem beproefd zien, dan zullen wij ons blijmoedig aan een zelfde beproeving willen onderwerpen. Als wij bemerken, dat voor Hem een uitzondering had kunnen verwacht worden op de regel van de kastijding en dat die...

Hebr. 5:2‭ – Medelijden met de onwetenden

Die behoorlijk medelijden kan hebben met de onwetenden en dwalenden. Hebr. 5:2 Onwetende mensen moet men niet met minachting behandelen. Wij mogen noch op hen vitten, noch hen veronachtzamen; want zij hebben medelijden nodig. Wij behoren er ons op toe te leggen de zodanigen om hun best wil te verdragen. Een discipel, die, alles wat hij weet, van zijn genadige Heiland heeft geleerd, behoort...

Hebr. 4:16‭ – Vrijmoedigheid voor de troon

Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd. Hebr. 4:16 In het leven van de christen neemt het gebed een gewichtige plaats in. Zijn kracht en zijn geluk, zijn wasdom en zijn bruikbaarheid zijn daarvan afhankelijk. In de Schrift worden wij op allerlei wijze aangemoedigd tot...

Hebr. 4:12‭ – Het zwaard van de Heere

Want het woord van God is levend en krachtig en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard en gaat door tot de verdeling van de ziel en van de samenvoegselen, en het merg en is een oordeler van de gedachten en van de overleggingen van het hart. Hebr. 4:12 Het Woord van God is een naam voor Christus zowel als voor de Schrift. Aan deze plaats is de Schrift bedoeld, maar de Here Jezus is daar...

Tit. 2:10‭ – Evangelie versiering

Opdat zij de leer van God, onze Zaligmaker, in alles mogen versieren. Tit. 2:10 De apostel stelt grote prijs op de leer van het evangelie, anders zou hij er niet zoveel zorg voor dragen, dat zij versierd wordt. De apostel waardeert grotelijks het practisch deel van de godsdienst, vandaar dat hij die als de schoonheid en het sieraad van het evangelie beschouwt. Welk een wijd veld van practisch...

2 Tim. 2:9‭ – Het Woord van God niet gebonden

Om hetwelk ik verdrukkingen lijd tot de banden toe, als een kwaaddoener; maar het woord van God is niet gebonden.” 2 Tim. 2:9‭ De opstanding van Christus was voor Paulus het plechtanker. Verwijl bij (2 Tim. 2:9), waar hij er melding van maakt als van het wezen van het evangelie. Hij zelf lijdt en is in banden, maar hij is niet zonder vertroosting. Zijn grote vreugde is, dat het Woord van...

2 Tim. 1:18‭ – Barmhartigheid in de dag van het oordeel

De Heere geve hem, dat hij barmhartigheid vindt bij de Heere, in die dag. 2 Tim. 1:18 De beste manier om aan sommige mensen onze dankbaarheid te betonen voor hun vriendelijkheid, is, om voor hen te bidden. Ook zelfs de beste mensen zullen in betere toestand komen door ons gebed. Paulus had reeds gebeden voor het gezin van Onesiforus en nu eindigt hij met een bijzonder hartelijk gebed voor die man...

2 Tim. 1:12‭ – Ons evangelie

Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijd, maar word niet beschaamd: want ik weet, wie ik geloofd heb en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot die dag. 2 Tim. 1:12 Onder allerlei lijden en vervolging wordt Paulus onderstemd door het geloof en door de bewustheid van persoonlijke veiligheid in Christus Jezus. De betekenis van de tekst kan wezen: -het...

1 Tim. 1:16‭ – Paulus’ bekering een voorbeeld

Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste is, al zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld van degenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. 1 Tim. 1:16 Algemeen heerst het denkbeeld, dat Paulus’ bekering iets geheel ongewoons was, iets dat in de gewone orde van de dingen niet verwacht kan worden. Door de tekst wordt deze...

1 Tim. 1:15‭ – Het getrouwe woord

Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben. 1 Tim. 1:15‭ In (1 Tim. 1:12) heeft Paulus zijn ordening beschreven. En toen voer hij voort en sprak van de genade, betoond in de roeping van zodanig iemand tot de bediening (1 Tim. 1:13) en van de genade, waardoor hij in deze bediening...

2 Thess. 3:13‭ – Vertragen in goed doen

En gij, broeders! Vertraagt niet in goed te doen. 2 Thess. 3:13 Lees de twee voorafgaande verzen en zie hoe de apostel hen laakt, die “niet werken.” Een gemeente moet als een bijenkorf wezen van werkbijen. Er moet orde wezen en waar ieder aan de arbeid is, zal ook orde wezen. Er moet kalmte wezen en arbeid bevordert haar: (2 Thess. 3:12). Er moet eerlijkheid wezen en arbeid kweekt...

1 Thess. 2:13,14‭ – Een gelukkige samenkomst

Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het woord van de prediking Gods van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet als het woord van de mensen, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods woord, dat ook werkt in u, die gelooft. 1 Thess. 2:13, 14 “Want gij, broeders! zijt navolgers geworden van de gemeente van God, die in Judea zijn, in Christus Jezus; omdat ook gij...

Col. 3:11‭ – Christus is alles

Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, Barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije: maar Christus is alles en in allen. Col 3:11 Er zijn twee werelden, de oude en de nieuwe. Deze zijn bevolkt door twee soorten van mensen, de oude mens, en de nieuwe mens, zie, hen betreffende, (Col. 3:9,10). Er zijn in de eerste veel dingen, die niet in de tweede zijn. Er zijn in de tweede veel dingen...

Col. 2:6‭ – Gelijk en Zo

Gelijk gij dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in hem. Col. 2:6 Er is grote veiligheid in gelegen om terug te gaan tot de eerste beginselen. Om er zeker van te zijn, dat men op de rechte weg is, is het goed om eens terug te kijken naar het begin. Goed begonnen is half gewonnen. De tekst wordt gericht, niet tot de ongodvruchtigen, noch tot vreemdelingen, maar tot hen, die...

Col. 1:16‭ – Christus de Schepper

Want, door hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn; die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door hem en voor hem geschapen.” (1) Col 1:16 Elk onderwerp, dat de Zaligmaker verhoogt, is de heiligen dierbaar. Dit is een onderwerp, waaromtrent de prediker slechts kan aantonen...

Fil. 4:4‭ – Blijdschap een plicht

Verblijdt u in de Heere te allen tijde; wederom zeg ik: verblijdt u. Fil. 4:4‭ Blijdschap verdrijft onenigheid. Zie hoe onze tekst volgt als een geneesmiddel tegen een geval van onenigheid in de gemeente, (Fil. 4:1,2). Blijdschap is een hulp tegen de beproevingen van het leven. Vandaar dat zij genoemd wordt als een toebereiding voor de rust van het geloof, die bevolen wordt in (Fil. 4:6). I. De...

Ef. 6:15‭ – Hemels schoeisel

En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het evangelie van de vrede. Ef. 6:15 Christenen moeten standvastig en werkzaam zijn. Zij moeten zich bewegen, voortschrijden, opklimmen en daarom moet er bijzonder gezorgd worden voor hun voeten. In zichzelf zijn zij zwak en hebben bescherming nodig. Hun weg is ruw, vandaar hun behoefte aan het schoeisel, waarvan de genade hen voorziet. I...

Ef. 5:25 – Voorbeeld van liefde

Gij mannen! hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en zichzelf voor haar heeft overgegeven. Ef. 5:25 De liefde van Christus voor zijn gemeente is het voorbeeld voor mannen. Het moet een reine, vurige, voortdurende, zelf-opofferende liefde zijn. Hetgeen Jezus deed was het beste bewijs van zijn liefde. Hij “heeft de gemeente liefgehad en zichzelf voor haar...

Ef. 5:11‭ – Het kind van het licht en de werken van de duisternis.

En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken van de duisternis, maar bestrijdt ze ook veeleer. Ef. 5:11‭ Aanwijzingen hoe te leven, terwijl wij nog hier beneden zijn, zijn hoog nodig. Wij komen voortdurend in aanraking met ongodvruchtige mensen; dit is onvermijdelijk; maar hier wordt ons geleerd om zodanige gemeenschap met hen te vermijden, als waardoor wij mede deel hebben aan hun boze...

Ef. 4:20, 21‭ – Waar leren

Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd; “Indien gij naar hem luisterd hebt en door hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is. Ef. 4:20, 21 De onderscheiding tussen de Christenen en anderen. “Maar gij.” Deze onderscheiding moet er zijn, zolang de wereld “de wereld” is. Het middel tot deze onderscheiding is ons discipelschap: wij hebben Christus geleerd, Hem...

Ef. 4:15, 16‭ – Het Hoofd en het lichaam

Het Hoofd, namelijk Christus; uit welke het gehele lichaam, bekwamelijk te samen gevoegd en te samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen van de toebrenging, naar de werking van een ieder deel in zijn mate, de groei van het lichaam bekomt, tot zijn eigen opbouw in de liefde. Ef. 4:15, 16 De woorden zijn even “te samengevoegd” als het lichaam zelf. Wij zullen geen volledige en zelfs...

Ef. 3:16-18‭ – Metende het onmetelijke

Opdat Hij u geve naar de rijkdom van zijn heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens; opdat Christus door het geloof in uw harten wone en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt; opdat gij ten volle kon begrijpen met al de heiligen, welke de breedte en lengte en diepte en hoogte zij en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat...

Ef. 3:15‭ – Het koninklijk geslacht

Uit welke al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt. Ef. 3:15‭ Velerlei zijn de gewichten die ons trekken naar de aarde en de banden, die er ons aan binden. Onder deze laatste neemt onze familie, ons gezin, een eerste plaats in. Wij hebben een prikkel nodig om ons op te heffen. O dat wij hem in onze tekst mochten vinden! Er is een zalige band tussen de heiligen hier beneden en de...

Ef. 1:13, 14‭ – De eersteling

De Heilige Geest van de belofte, die het onderpand is van onze erfenis. Ef. 1:13, 14 De hemel behoort ons door erfrecht. Hij wordt niet gekocht door verdienste, niet gewonnen door kracht, maar verkregen door recht van geboorte. Van deze erfenis hebben wij een voorsmaak hier beneden en die voorsmaak heeft het karakter van een onderpand, waardoor ons het volle bezit wordt gewaarborgd. Een...

Gal. 6:14‭ – Drievoudige kruisiging

Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen anders dan in het kruis van onze Here Jezus Christus; door welke de wereld mij gekruisigd is en ik van de wereld. Gal. 6:14‭ Paulus had hen, die van de leer van het kruis waren afgeweken, nadrukkelijk bestraft. (Gal. 6:12, 13). Als wij anderen bestraffen, moeten wij wel zorg dragen, dat wij zelf op de rechte weg zijn, daarom zegt hij: “Het zij...

Gal. 6:7‭ – Zaaien en maaien

Dwaal niet; God laat zich niet bespotten: want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. Gal. 6:7‭ Beide Luther en Calvijn beperken deze woorden tot het onderhoud van de bedienaren van het Woord en gewis! daarvoor zijn zij ook vol van betekenis. Gemeenten, die hun leraren laten verhongeren, zullen zelf verhongeren. Wij geven er echter de voorkeur aan, om in deze woorden de uitdrukking te zien...

Gal. 6:2, 5‭ – Draag elkaars lasten

Draag elkaars lasten en vervul alzo de wet van Christus.” “Want een ieder zal zijn eigen pak dragen.”Gal. 6:2, 5‭ De Galaten waren blijkbaar zeer ingenomen met de wet en haar lasten; zij schenen ten minste bereid om zich te belasten met ceremonies en alzo de wet van Mozes te vervullen. Paulus wenste, dat zij aan andere lasten zouden denken, en door die te dragen, zij de wet van...

Gal. 5:11‭ – De ergernis van het kruis

Zo is dan de ergernis van het kruis vernietigd. Gal. 5:11‭ Paulus bedoelt hier te verklaren, dat de ergernis van het kruis nooit heeft opgehouden en nimmer kan ophouden. Te veronderstellen, dat zij opgehouden heeft, is dwaasheid. De godsdienst van Jezus is hoogst vreedzaam, zacht en weldadig. En toch zien wij in de geschiedenis, dat hij vanaf het begin door de bitterste haat is aangevallen. Voor...

Gal. 5:7‭ – Verschillende verhinderingen

Gij liep wel; wie heeft u verhinderd aan de waarheid niet gehoorzaam te zijn. Gal. 5:7‭ Nooit moet men alles voetstoots laken. Erken en loof hetgeen goed is, opdat gij met des te meer recht en kracht het kwaad zult kunnen bestraffen. Paulus heeft niet geaarzeld de Galaten te prijzen en tot hen te zeggen: “Gij liep wel.” Het is een bron van groot genot de heiligen wel te zien lopen. Om...

Gal. 3:23‭ – Onder arrest

Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden. Gal. 3:23 Hier hebben wij in korte woorden de geschiedenis van de wereld voordat het evangelie ten volle geopenbaard was door de komst van onze Here Jezus. De geschiedenis van iedere verloste ziel is een miniatuurbeeld van de geschiedenis van de eeuwen. God...

Gal. 1:16‭ – Niet te rade gaan met vlees en bloed

Zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed. Gal. 1:16 De bekering van Paulus is een merkwaardig bewijs van de waarheid van het Christendom. De beschouwing ervan is voor vele nadenkende personen het middel tot bekering geweest. Hij is een edel voorbeeld van de macht van het evangelie over mannen van betekenis, geleerden, mannen van een ijverige, werkzame geest en van een krachtig...

2 Cor. 7:10‭ – Droefheid en droefheid

Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid, maar de droefheid van de wereld werkt de dood. 2 Cor. 7:10 Er was een tijd toen innerlijke bevinding voor alles gold en bevindelijke prediking aan de orde van de dag was. Heden is er meer gevaar dat dit geminacht zal worden. Het naar binnen kijken werd in vroegere tijd zo ver gedreven, dat er een ziekelijke...

2 Cor. 7:1‭ – De reiniging, voortkomende uit godzaligheid

Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelf reinigen van alle besmetting van het vlees en de geest, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods. 2 Cor. 7:1‭ Door een sterke, heilige gemoedsbeweging in vuur ontstoken, gedrongen door de liefde van Christus en bezield door de gemeenschap van alle geestelijke zegeningen, bedenkt de apostel een vermaning, waarmee hij een beroep...

2 Cor. 1:20‭ – Zovele beloften

Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in hem ja en zijn in hem amen, van God tot heerlijkheid door ons. 2 Cor. 1:20 Paulus was teruggekomen van zijn voornemen om de gemeente te Corinthe te bezoeken. Dit heeft hij gedaan om de beste redenen. De vooroordelen van sommige Corinthiërs hebben hen er toe gebracht, om zijn gedrag verkeerd uit te leggen en van hem te spreken als van een, op...

2 Cor. 1:10‭ – Tijden van het werkwoord

Die ons uit zo’n grote dood verlost heeft; en nog verlost; op welke wij hopen, dat Hij ons ook nog verlossen zal.2 Cor. 1:10 Taalkundigen vinden hier onderricht in de tijden van het werkwoord; en ook voor Christenen kan die oefening zeer nuttig zijn. Wij kunnen de verleden tijd; de tegenwoordige tijd en de toekomenden tijd ieder op zichzelf beschouwen. Wij kunnen ze ook beschouwen in de...

2 Cor. 1:3, 4‭ – Vertroost en vertroostende

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting; 2 Cor. 1:3, 4 “Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wij zelf van God vertroost worden. De apostel begon met de zegen Gods in te roepen. (2 Cor...

1 Cor. 15:6‭ – Ontslapen

Sommigen zijn ontslapen. 1 Cor. 15:6‭ Ja, de metgezellen van Jezus zijn een voor een ontslapen. Bedenk van hoe grote waarde zulke mensen en alle vrome mensen, zijn voor de kerk en hoe groot het verlies is, dat door hun heengaan wordt veroorzaakt. Toch wordt er geen enkel woord van klacht geuit. Er wordt niet gezegd, dat zij omkwamen, of dat zij heen gingen naar het land van de schaduwen, maar dat...

1 Cor. 11:28‭ – Zelfbeproeving voor het Avondmaal

Maar de mens beproeve zichzelf en eet alzo van het brood en drink van de beker. 1 Cor. 11:28 Het Avondmaal van de Heere is niet voor alle mensen, maar alleen voor hen, die in staat zijn om het lichaam van de Heere geestelijk te kunnen onderscheiden. Het is niet bestemd voor de bekering van zondaren, maar om de discipelen te stichten. Vandaar de noodzakelijkheid van de zelfbeproeving, opdat wij...

1 Cor. 11:24‭ – Ter gedachtenis

En als hij gedankt had, brak hij het en zei: Neem, eet, dat is mijn lichaam dat voor u gebroken wordt; doe dat tot mijn gedachtenis.1 Cor. 11:24 De mensen hebben deze gezegende verordening op ergerlijke wijze misbruikt. Dit misbruik kunnen zij niet verontschuldigen door duisterheid of onduidelijkheid van de Schrift. Er wordt niets gezegd van een offer of van een altaar, alles is geheel eenvoudig...

1 Cor. 6:19, 20‭ – Duur gekocht

Of weet gij niet, dat, u lieder lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u is, die Gij van God hebt en dat gij uws zelfs niet zijt? Want gij zijt duur gekocht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Gods zijn.1 Cor. 6:19, 20 Met wat vurige ijver vervolgt de apostel de zonde om haar te vernietigen? Hij is niet zo kieskeurig om de zonde onaangetast te laten of haar...

Rom. 15:4‭ – Lijdzaamheid, vertroosting en hoop uit de Schriften

Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven; opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting van de Schriften, hoop zouden hebben. Rom. 15:4‭ Dat is de tekst, waarover de vrome Hugh Latimer (1) in zijn laatste levensdagen voortdurend heeft gepredikt. Hij heeft er ook voorzeker veel stof tot nadenken in kunnen vinden. De apostel verklaart, dat de Schriften van het...

Rom. 12:15‭ – Gemeenschap in vreugde

Verblijdt u met de blijden. Rom. 12:15 Er wordt verondersteld, dat sommigen blij zijn en dit is een gelukkige veronderstelling. Gij wordt uitgenodigd om met hen te sympathiseren en dit is een zalige plicht. Sympathie is de plicht ons door de gemeenschappelijke banden van de mensheid opgelegd, maar nog oneindig meer door onze vernieuwde, onze wedergeboren mensheid. Zij, die in het hogere leven één...

Rom. 10:16‭ – Ongehoorzaamheid aan het evangelie

Doch zij zijn niet allen het evangelie gehoorzaam geweest, want Jesaja zegt: Heere: wie heeft onze prediking geloofd? Rom. 10:16 De mens is onder alle bedelingen hetzelfde ongehoorzame schepsel. Wij betreuren zijn verwerping van het evangelie en dat heeft ook Jesaja gedaan, die uit naam van al de profeten heeft gesproken. Het is een van de sterkste bewijzen van de verdorvenheid van het hart van...

Rom. 8:17‭ – Erfgenamen Gods

En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen Gods, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met hem lijden, opdat wij ook met hem verheerlijkt worden. Rom. 8:17‭ Dit hoofdstuk is als de hof van Eden, waarin allerlei aangenaams en liefelijks was. Indien iemand nooit over iets anders dan over dit achtste hoofdstuk van de brief aan de Romeinen mocht prediken, dan zou hij...

Rom. 6:11, 12‭ – Dood maar levend

Alzo ook gij, houdt het daarvoor, dat gij wel van de zonde dood zijt, maar God levend zijt in Christus Jezus, onze Heere. Dat dan de zonde niet heerst in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden van het lichaam zelf. Rom. 6:11, 12 Hoe innig en vast zijn de plichten van de gelovigen samen verbonden, ineengestrengeld als het ware, met zijn voorrechten! Omdat hij God...

Rom. 4:24‭ – Jezus onze Heere

Jezus, onze Heere. Rom. 4:24‭ Het maakt een deel uit van het geloof, om grote tegenstellingen aan te nemen, indien zij in het Woord zijn neergelegd en ze tot een deel te maken van zijn dagelijkse spraak. Deze naam, Heere, vormt een grote tegenstelling met de vleeswording en de vernedering. In de kribbe, in armoede, schande en dood was Jezus nog altijd Heer. Deze vreemde toestanden voor...

Rom. 2:4‭ – Betreffende de lankmoedigheid van God‭

Of veracht gij de rijkdom van zijn goedertierenheid en verdragzaamheid en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt? Rom. 2:4‭ Het is een voorbeeld van Gods verwaardiging dat de Heere met de mensen redeneert en deze en dergelijke vragen tot hen richt. (Jes. 1:5 55:2) (Jer. 3:4); (Ezech. 33:11). God handelt niet slechts vriendelijk jegens de zondaren; maar...

Hand. 28:2‭ – Een vuur ontstekend

En de Barbaren bewezen ons geen gemene vriendelijkheid; want een groot vuur ontstoken hebbend, namen zij ons allen in, om de regen, die overkwam en om de koude. Hand. 28:2‭ Hier was reeds een Genootschap tot redding van schipbreukelingen. Onder een ruw volk wordt zeer veel vriendelijkheid gevonden. Laten zij, die zachter van aard zijn, een betere opvoeding hebben ontvangen en grotere bezittingen...

Hand. 26:14‭ – De os en de prikkel

Saul, Saul! Wat vervolgt gij mij? Het is u hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan. Hand. 26:14 Zelfs vanuit de hemel spreekt Jezus in gelijkenissen, zoals Hij dit gewend is geweest. Tegen Paulus verteld Hij kort de gelijkenis van de os. Merk het tedere van die toespraak op. Het is niet: “Gij vervolgt Mij door uw vervolgingen,” maar: “Gij wondt uzelf.” Hij zegt niet:...

Hand. 19:18-20‭ – Wassen en de overhand nemen

En velen van degenen, die geloofden, kwamen, belijdende en verkondigende hun daden. Velen ook van degenen, die ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde ervan en bevonden vijftig duizend zilveren penningen. Alzo groeide het woord van de Heere met macht en nam de overhand. Hand. 19:18-20 Dit laatste vers is een...

Hand. 13:26‭ – “Tot u.”‭

Tot u is het woord van deze zaligheid gezonden. Hand. 13:26 Paulus en Barnabas hebben het evangelie het eerst gepredikt voor het zaad Abrahams. Deze Joden wederspraken en lasterden en daarom hebben de dienstknechten van God vrijmoedig uitgeroepen (Hand. 13:46). “Wij keren ons tot de Heidenen.” Voor u en voor mij een gelukkig “keren!” Hierin is een waarschuwing opgesloten...

Hand. 7:58‭ – Stéfanus en Saulus

De getuigen leidden hun kleren af aan de voeten van een jongeling, genaamd Saulus. Hand. 7:58‭ De Heilige Geest verhaalt het martelaarschap van Stéfanus, maar treedt niet in bijzonderheden aangaande zijn lijden en dood, geluk schrijvers, die niet door de Heilige Geest zijn gedreven, zo geneigd zijn te doen. Het doel van de Heilige Geest is niet onze nieuwsgierigheid te bevredigen, of op ons...

Hand. 7:13‭ – De tweede reis

En in de tweede reis werd Jozef voor zijn broeders bekend. Hand. 7:13 Er is een duidelijke parallel tussen Jozef en Jezus, Jozefs broeders en ons. Sommige ware zoekenden vinden niet terstond vrede. Zij gaan op hun wijze tot Jezus, maar keren van Hem terug, zoals zij gegaan zijn. Wat wij voor hen vrezen is, dat zij of onverschillig of wanhopig worden. Wat wij voor hen hopen is, dat zij wederom tot...

Hand. 4:14‭ – De mond gesnoerd

En ziende de mens bij hen staan, die genezen was, hadden zij niets daar tegen te zeggen. Hand. 4:14 De oversten en ouderlingen stelden zich tegen Petrus en Johannes. Het is niets nieuws, dat het evangelie wordt tegengestaan. Niets vreemds, dat de grote van de aarde, de overheid, de machtigen, de invloedrijken vooraan staan in die tegenstand. De tegenstand van de ongodvruchtigen is: Natuurlijk...

Hand. 2:37‭ – Levenaanbrengende wonden

En als zij dit hoorden werden zij geprikt in hun hart.” (1) Hand. 2:37 De rede van Petrus was geen tentoonspreiding van welsprekendheid; Het was ook evenmin een aandoenlijke pleitrede; Geen luid, doch leeg, geroep van “Geloof, geloof!” Het was niets dan de eenvoudige constatering van een feit en een sober, ernstig argument. Haar kracht lag in de vurige ernst van de spreker, in...

Hand. 2:24‭ – Banden, die niet konden binden

“Welke God opgewekt heeft, de smarten van de dood ontbonden hebbende, alzo het niet mogelijk was, dat hij van zijn eigen dood gehouden zou worden.” Hand. 2:24 Onze Heere heeft de smarten van de dood wezenlijk en waarlijk gevoeld. Zijn lichaam is waarlijk en werkelijk dood geweest, toch was er geen verderf. Het was niet nodig: het kon in geen verband staan tot onze verlossing. Het zou...

Joh. 20:28‭ – Geloven zonder zien

“Jezus zei tot hem: Omdat gij mij gezien hebt, Thomas! zo hebt gij geloofd; Zalig zijn zij, die niet gezien hebben en nochtans geloofd hebben.” Joh. 20:28 Zij die zagen, maar niet geloofden, waren verre van zalig. Zij, die Hem zagen en geloofden, waren ongetwijfeld zalig. Zij die niet gezien hebben en nochtans geloofden, zijn in de nadrukkelijke zin van het woord zalig. Er blijft nog...

Joh. 20:27‭ – Tekens en bewijzen

“Daarna zei hij tot Thomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek ze in mijn zij en wees niet ongelovig, maar gelovig.” Joh. 20:27 Hoe moet het Thomas getroffen hebben, toen zijn Heere dezelfde woorden tot hem richtte, die hij had gebruikt! (Zie (Joh. 20:25) Jezus weet hoe een woord tot ons hart te laten doordringen. In de kerk van onze dagen hebben wij...

Joh. 20:17‭ – Noli me tangere

Jezus zei tot haar: “Raak mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren tot mijn Vader, maar ga heen tot mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op tot mijn Vader en uw Vader en tot mijn God en uw God.” Joh. 20:17 Het onderwijs richt zich tot een ziel, die in de bewuste tegenwoordigheid van de Heere gebracht is. O dat wij in die toestand mochten komen! Maria Magdalena had geweend om de...

Joh. 20:15‭ – “Waarom weent gij?”‭

“Jezus zei tot haar: Vrouwe! Wat weent gij? Wie zoekt gij? Joh. 20:15 Sinds de val heeft de vrouw vele oorzaken gehad tot wenen. Te midden van wenende vrouwen ging Jezus zijn dood tegen en bij zijn opstanding heeft Hij een klein gezelschap van haar ontmoet. De eerste woorden van de verrezen Heiland zijn gericht tot wenende vrouwen. Hij, die uit een vrouw was geboren, is gekomen om de tranen...

Joh. 19:14‭ – Ziet uw Koning

Hij zei tot de Joden: “Ziet uw Koning.” Joh. 19:14 Pilatus heeft veel meer gezegd dan hij heeft begrepen en daarom zullen wij ons niet bepalen tot hetgeen hij heeft bedoeld. Alles wat onze Heere betreft was toen meer dan ooit vol van betekenis; het gezegde van Kajafas, de vlucht van de discipelen, het verdelen van zijn kleren, het doorsteken van zijn zijde door de soldaat, enz. Het...

Joh. 14:31‭ – Een wachtwoord

Sta op, laat ons van hier gaan. Joh. 14:31‭ Wij kunnen niet lang in een plaats verblijven. Immer schijnt er een stem in onze oren te zijn: “Sta op, laat ons van hier gaan.” Onze Heere bevond zich op de reis, Hij wist, dat voor Hem het woord was uitgegaan om op te trekken. Hij moest niet verblijven op deze aarde. Hoor, hoe Hij zichzelf en de zijnen opwekt om voorwaarts te gaan...

Joh. 14:28‭ – De belangrijkheid van de liefde

Gij hebt gehoord, dat ik tot u gezegd heb: ik ga heen en kom weer tot u. Indien gij mij liefhadt, zo zou gij u verblijden, omdat ik gezegd heb: ik ga heen tot de Vader; want mijn Vader is meerder dan ik. Joh. 14:28 Jezus gebruikt de liefde van zijn discipelen voor Hem als een middel om hen te vertroosten in hun droefheid over zijn heengaan. Hij doet een beroep op het warmste gevoel van hun hart...

Joh 10:22, 23‭ – De Heere in onze bijeenkomsten

En het was het feest van de vernieuwing van de tempel te Jeruzalem en het was winter. En Jezus wandelde in de tempel, in het voorhof van Salomon. Joh. 10:22, 23 De tegenwoordigheid van Jezus stelt in het licht: De plaats: “Te Jeruzalem, in de tempel.” Het juiste deel er van: “het voorhof van Salomon.” De tijd-het jaargetijde-de juiste datum: “Het was winter.”...

Joh. 10:9‭ – De deur

Ik ben de deur: indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. Joh. 10:9 Met grote nederbuigendheid stelt de Heere zich aan ons voor onder een beeld. De verhevenste en meest dichterlijke beelden zijn voor Hem niet te verheven; maar Hij kiest eenvoudige, welke ook door de meest prozaïschen begrepen kunnen worden. Een deur is een geheel gewoon...

Joh. 9:31‭ – Waar en niet waar

En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is en zijn wil doet, die hoort Hij. Joh. 9:31 Het is verkeerd om Bijbelplaatsen uit hun verband te rukken en als onfeilbare Schriftwoorden te behandelen, wat alleen gezegden van mensen zijn. Door die dwaze handelwijze zouden wij kunnen bewijzen, dat er geen God is, (Ps. 14:1) dat God zijn volk heeft vergeten, (Jes...

Joh. 8:37‭ – Plaats voor het Woord

Mijn woord heeft in u geen plaats. Joh. 8:37 Waar het Woord van Jezus terstond behoort te worden ontvangen, wordt het dikwijls verworpen. Deze Joden waren het zaad van Abraham; maar het geloof van Abraham hadden zij niet. Jezus weet, waar zijn Woord wordt ontvangen en waar het geen plaats heeft. Hij verklaart, dat al het overige van geen nut is. Het was tevergeefs, dat zij tot het bevoorrecht...

Joh. 7:43‭ – Christus de oorzaak van tweedracht.

Daar werd dan tweedracht onder de schare, om zijnentwille. Joh. 7:43 Zelfs toen Jezus op zo liefelijke wijze zijn zachtmoedige en liefderijke leer predikte, was er tweedracht onder het volk. Zelfs vanwege Hem zelf kwam er scheuring. Daarom kunnen wij niet hopen iedereen te behagen hoe waar de leer ook zij, die wij verkondigen, of hoe vreedzaam ons gemoed ook moge wezen. Zelfs moeten wij de...

Joh. 7:11‭ – Waar is Hij?

De Joden dan zochten hem in het feest en zeiden: Waar is Hij? Joh. 7:1 Jezus ging in het geheim op tot het feest, en de Joden zochten Hem. Het was uit verschillende beweegredenen, dat zij Hem zochten; maar toch! -zij zochten Hem. Niemand kan, eenmaal van Jezus gehoord hebbende, onverschillig blijven omtrent Hem; op de een of andere wijze moet men belang in Hem stellen. Van velerlei zijden komt de...

Joh. 5:9‭ – Sabbatswerk

En het was Sabbat op dezelfde dag. Joh. 5:9 Christus heeft op allerlei dagen mensen genezen. Maar sabbaten waren de hoogtijden van de genade. Er zijn zes bijzondere gevallen van genezing vermeld, die op de sabbat zijn geschied. 1. De boze geest uitgeworpen. (Luk. 4:31-35). 2. De verdorde hand genezen. (Luk. 6:6-10). 3. De “te zamengebogen” vrouw recht gemaakt. (Luk. 13:10-17). 4. De...

Joh. 4:11‭ – De bron

De vrouw zei tot hem: Here! Gij hebt niet om mede te putten en de put is diep; van waar hebt gij dan het Levende water? Joh. 4:11 Het was de bedoeling van onze Here om de vrouw er toe te brengen om bij Hem de zaligheid te zoeken. Wat wij begeren is de onmiddellijke bekering van allen, die hier tegenwoordig zijn. De Samaritaanse vrouw heeft de Heiland op de eerste vermaning daartoe aangenomen...

Joh. 4:6 – Jezus aan de fontein

En aldaar was de fontein van Jakob. Jezus dan, vermoeid zijnde van de reize, zat alzo neer naast de fontein. Het, was omtrent het zesde uur. Joh. 4:6 Er zijn vele dingen, die ons aan de Heere herinneren. Wij kunnen voornamelijk aan Hem denken, als wij een fontein zien, of een vermoeid landman in de middagure. Hoe waarlijk is Jezus mens geweest! Een lange wandeling maakte Hem moe; zijn...

Joh. 1:48‭ – Waarlijk een Israëliet

Jezus zag Nathanaël tot zich komen en zei van hem: Zie, waarlijk een Israëliet, in welke geen bedrog is. Joh. 1:48 Dit is een hoofdstuk, waarin het woord “Zie!” een voorname plaats inneemt. Eerst worden wij genodigd om “het Lam Gods” te zien, daarna om een man Gods te zien. Nathanaël was eenvoudig, oprecht, eerlijk, “waarlijk een Israëliet.” Hierin was hij niet...

Joh. 1:29 -‭ De boodschap van de dopers

De andere dag zag Johannes Jezus tot zich komende en zei: Zie, het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt! Joh. 1:29 Plaatsen en tijden worden gedenkwaardig zodra zij in verband worden gebracht met onze Heere; vandaar dat ons gezegd wordt, wat er op deze of die dag te Bethabara geschied is en wat er “van de anderen daags” voorviel. Laat ons met grote zorgvuldigheid heilige...

Luk. 24:50‭ – De houding van onze Heere bij Zijn hemelvaart

En hij leidde hen buiten tot aan Bethanië en zijn handen opheffende, zegende hij ze. Luk. 24:50 Nadat Jezus het graf zijn buit had ontroofd en de aarde had geheiligd, heeft Hij op zijn weg naar de hemel, de lucht doorklievende, haar gereinigd. Hij rees op naar de hemel op een wijze, die onze bijzondere aandacht waardig is. Wij zullen in verband met zijn hemelvaart enkele punten gezamenlijk...

Luk. 24:36‭ – Een goddelijk bezoek

En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus zelf in het midden van hen en zei tot hen: Vrede zij u lieden. Luk. 24:36 Uit hetgeen iemand geweest is, kan gevoegelijk afgeleid worden wat hij is. Dit is bij uitnemendheid waar voor de Here Jezus, omdat Hij onveranderlijk is. Wat Hij voor zijn discipelen geweest is in de dagen van zijn vlees, dat zal Hij ook in dit uur voor zijn volgelingen zijn...

Luk. 23:34‭ – Vader! Vergeef het hun

Vader! vergeef het hun, want zij weten niet, wat zij doen. Luk. 23:34 Laat ons naar Golgotha gaan, om te leren hoe wij vergiffenis kunnen verkrijgen; En laten wij er dan blijven verwijlen, om zelf te leren vergeven. Daar zullen wij zien wat de zonde is, als zij de Heere van de liefde vermoordt; En ook hoe de almachtige genade tegen ons heeft overmocht. Terwijl wij onze Heere aanschouwen aan het...

Luk. 22:27‭ – Servus Servorum

Ik ben in het midden van u, als een die dient. Luk. 22:27 Een zonderling feit met betrekking tot de apostelen. Zij werden op hetzelfde ogenblik ontroerd door twee vragen: “Wie van hen scheen de meeste te zijn?” en “wie van hen zou zijn Meester verraden?” Waar ootmoed overvloedig moest wezen, drong de eerzucht zich in. De Heere wilde de apostelen van het kwaad van de...

Luk. 22:18, 20‭ – Doe dat tot mijn gedachtenis

En hij nam brood en als hij gedankt had, brak hij het en gaf het hun, zeggende: Dat is mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dat tot mijn gedachtenis. Evenals ook de drinkbeker na het avondmaal, zeggende: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in mijn bloed, dat voor u vergoten wordt. Luk. 22:18 -20 Hier hebben wij volledige aanwijzingen om het Avondmaal van onze Heere te houden. Gij...

Luk. 19:5‭ – Moet Hij?‭

En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag hij hem, en zei tot hem: Zachéus! Haast u en kom af, want ik moet heden in uw huis verblijven. Luk. 19:5 Het was voor het eerst, dat de Zaligmaker zichzelf bij iemand te gast nodigde. Daarmee bewees Hij het vrije en het gezaghebbende van zijn genade. “Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden”: (Jes. 65:1). Wij hoorden...

Luk. 15:4-6‭ – De Goede Herder in drie posities

Wat mens onder u, hebbende honderd schapen en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn en gaat naar het verlorene, totdat hij het zelf vindt? “En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde. “En thuis komende, roept hij de vrienden en de buren samen, zeggende tot hen: Weest blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden...

Luk. 10:38‭ – De liefde thuis

En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, zijn woord hoorde. Luk. 10:38 Het gezin te Bethanië genoot het hoge voorrecht om de Heere dikwijls als Gast te ontvangen. Allen waardeerden zij dit voorrecht, doch Maria maakte er het verstandigst gebruik van. Martha streefde er naar om de Heere met het beste wat zij had te dienen. Maria was vol van liefde voor...

Luk. 8:40‭ – Een welkom voor Jezus

En het geschiedde, als Jezus wederkeerde, dat de schare hem ontving; want zij waren allen hem verwachtende. Lukas 8:40 Jezus ging tot hen, die in het land van Gadara Hem weigerden te ontvangen; en daar verloste Hij een mens, ten einde het vrije en vrijmachtige van zijn genade te tonen. Hij verliet die ongastvrije landstreek, om te tonen, dat Hij zich aan niemand opdringt. De Wijsheid keert zich...

Luk. 7:42‭ – Liefde’s meeste

Zeg dan, wie van deze zal hem meer liefhebben? Luk. 7:42 Het betaamt ons te begeren, om tot de meest liefdevolle dienstknechten van de Heere Jezus te behoren. Het zou een belangrijke vraag kunnen zijn ten opzichte van een gezelschap van mensen, die zich bij de gemeente aansluiten “Wie van deze zal Hem meer liefhebben?” Hoe kunnen wij dit standpunt bereiken? Hoe kunnen wij Hem het...

Luk. 7:38‭ – Aan zijn voeten

Aan zijn voeten. Luk. 7:38 Oosterlingen houden veel van uiterlijk vertoon en bij hun Godsdienstige verrichtingen wijden zij meer aandacht aan de houding van het lichaam dan wij plegen te doen. Laat ons des te meer zorg wijden aan de houding van de ziel. Het is belangrijk om onze houding tegenover de Heere na te gaan. Hij draagt ons op het hart, (Hoogl. 8:6) in zijn schoot, (Jes. 40:11) in zijn...

Luk. 5:26‭ – Ongelofelijke dingen

Wij hebben heden ongeloofelijke dingen gezien. Luk. 5:26 De wereld verveelt zich, en verlangt naar iets nieuws. De grootste vreemdeling in de wereld is Jezus, en, helaas! Hij wordt het minst gezien, en door de meeste mensen het minst besproken! Indien de mensen Hem wilden gadeslaan, zij zouden ongelofelijke dingen zien. Zijn Persoon, zijn leven, zijn dood, zijn leer: het is allemaal vol van...

Marc. 16:10‭ – Een huis van wenen en een boodschapster van blijde tijding

Deze heengaande, boodschapte het degenen, die met hem geweest waren, welke treurden en weenden. Marc. 16:10 De evangelist Markus is grafisch: hij schildert een binnenvertrek als een Hollands kunstschilder. Wij zien hier een uitgelezen gezelschap, -“die met hem geweest waren.” Wij kennen velen van hen, en stellen er belang in om op te merken wat zij doen, en hoe zij hun verlies dragen...

Marc. 14:72‭ – Fonteinen van tranen des berouws

En Petrus werd indachtig des woords, dat Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij mij driemaal verloochenen. En hij, die zich vandaar makende, weende. Marc. 14:27 Het is de Geest Gods, die berouw werkt in het hart. Maar hij werkt dit berouw door ons te doen nadenken over het kwaad van de zonde. Petrus kon niet anders dan wenen, toen hij bewust werd van de zware...

Marc. 14:32 – Gethsémané

En zij kwamen aan een plaats, welker naam was Gethsémané. Marc. 14:32 Onze Heere verliet de tafel van de zalige gemeenschap en ging over de beek Kedron, zo innig verbonden met de herinnering aan Davids smart. (2 sam. 15:23). Hij ging toen in de hof, genaamd Gethsémané, niet om zich voor de dood te verbergen, maar om er zich op voor te bereiden door het gebed. Gethsémané was de plaats, waar onze...

Marc. 12:34‭ – Zo nabij

En Jezus ziende, dat hij verstandig geantwoord had, zei tot hem: Gij zijt niet verre van het koninkrijk van God. Marc. 12:34 Het koninkrijk van God is opgericht onder de mensen. Zij, die tot dit koninkrijk behoren, zijn Levend gemaakt met een Goddelijk leven. “God is niet een God van de doden, maar een God van de levenden;” (Marc. 12:27). Aangenomen onder de heerschappij van de genade...

Marc. 10:49,50‭ – De blinde bedelaar van Jericho

En Jezus stilstaande, zei, dat men hem roepen zou; en zij riepen de blinde, zeggende tot hem: Heb goede moed, sta op, hij roept u. “En hij, zijn mantel afgeworpen hebbende, stond op, en kwam tot Jezus. Marc. 10:49, 50 Deze man is een beeld van hetgeen wij vurig wensen, dat ieder, die Christus zoekt, worden zal. In zijn eenzame duisternis en diepe armoede dacht hij na en zo kwam hij tot de...

Marc. 9:24‭ – Een zwak geloof, roepende tot een sterke Zaligmaker

En terstond de vader des kinds, roepende met tranen, zei: Ik gelove, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp. Marc. 9:23 Hier was een man, die geheel en al ontwaakt was. Hij verkeerde in grote benauwdheid, hij bad en maakte gebruik van de middelen, en toch werd zijn begeerte niet terstond vervuld. Zo zijn er ook velen zeer ernstig bekommerd om het heil van hun ziel, die toch niet terstond de...

Marc. 8:22-25‭ – De vrije en vrijmachtige wijze van werken van onze Heere

En hij kwam te Bethsaida en zij brachten tot hem een blinde en baden hem, dat hij hem aanraakte. “En de hand des blinden genomen hebbende, leidde hij hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn ogen en legde de handen op hem, en vroeg hem, of hij iets zag. “En hij, opziende, zei: ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen, wandelen. Daarna legde hij de handen wederom op zijn ogen en...

Marc. 5:7‭ – De verlossing weerstaan

En met een grote stem roepende, zei hij: Wat heb ik, met u te doen, Jezus, gij Zoon van God, des Allerhoogsten? Ik bezweer u bij God, dat gij mij niet pijnigt. Marc. 5:7 De komst van Jezus in een plaats brengt alles in beweging. Het evangelie is een groot verstoorder van zondige vrede. Het is gelijk de zon, die onder wilde dieren, uilen en vleermuizen beroering brengt. Hier in dit geval bracht...

Marc. 5:6‭ – Hij liep, en Hij liep

Als hij nu Jezus van verre zag, liep hij toe, en aanbad hem. Marc. 5:6 Luk. 15:20. “En als hij nog verre van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en toelopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem.” Deze twee teksten hebben een zekere mate van overeenkomst met elkaar: de man liep reeds van verre toe op Jezus, en de Vader loopt van verre toe om de...

Marc. 4:24‭ – Ziet wat gij hoort.‭

En hij zei tot hen; Ziet wat gij hoort. Met welke mate gij meet, zal u gemeten worden, en u, die hoort zal meer toegelegd worden. Marc.4:24 In deze dagen ontvangen wij velerlei onderricht ten opzichte van de prediking; maar onze Heere gaf voornamelijk aanwijzingen voor het horen. De kunst van de aandacht is even moeilijk te leren als de kanselredekunde. De tekst kan beschouwd worden als een...

Matt. 28:9,10‭ – U zij heil

En als zij heengingen om zijn discipelen te boodschappen, ziet Jezus is haar ontmoet, zeggende “U zij heil!”. (1) En zij, tot hem komende, grepen zijn voeten en aanbaden hem. Matt. 28:9,10 Toen zei Jezus tot haar: Vreest niet; gaat heen, boodschapt mijn broeders, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij mij zien.” Alles wat de Heere betreft na zijn opstanding, spreekt...

Matt. 27:29 – ‭Bespot door de soldaten

En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op zijn hoofd, en een rietstok in zijn rechterhand; en vallende op hun knieën voor hem, bespotten zij hem, zeggende: Wees gegroet, gij Koning van de Joden. Matt. 27:29 Welk een schandelijk toneel! Welk element van smaad en verachting ontbreekt hier? Romeinse soldaten, die een gewaande mededinger van Caesar bespotten, zullen aan hun spot en...

Matt. 25:10‭ – Ingang en uitsluiting

Die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. Matt. 25:10 Gedurende de wachttijd schenen de maagden tamelijk veel op elkaar te lijken, evenals ook in onze dagen de valse belijders nauwelijks van de echte te onderscheiden zijn. Toen te middernacht het geroep werd gehoord, begon het verschil merkbaar te worden, zoals dit ook het geval zal zijn, als de wederkomst van...

Matt. 22:8-10‭ – Gasten voor de bruiloft

Toen zei Hij tot zijn dienstknechten: de bruiloft is wel bereid, doch de genoden waren het niet waardig. Daarom gaat op de uitgangen van de wegen en zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot de bruiloft. En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende gasten. Mat. 22:8-10 Het grote plan...

Matt. 20:3,4‭ – Van vijf en twintig tot vijf en dertig

En uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, leeg staande op de markt. En hij zei tot hen: Gaat gij ook heen in de wijngaard, en zo wat recht is zal ik u geven. En zij gingen. Matt. 20:3, 4 Het moet een oorzaak van goedertierenheid zijn geweest, waarom deze lieden gebruikt werden. Gewis, die man zou tot de volgende morge hebben kunnen wachten; maar zijn barmhartigheid deed hem...

Matt. 14:31‭ – Het waarom van ons twijfelen.‭ ‭

En Jezus, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zei tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij getwijfeld?” (1) Matt. 14:31‭ Onze Heere richtte geen vraag tot de twijfelaar, voordat Hij de zinkende had gered. Zijn bestraffingen geschieden immer ter rechter tijd. Die vraag was niet slechts wel verdiend als een bestraffing, zij was ook zeer bijzonder leerrijk, en is ongetwijfeld in...

Matt. 11:28‭ – Jezus’ roepstem

Komt hierheen tot mij allen, die vermoeid en belast zijt, en ik zal u ruste geven. Matt. 11:28 Over deze tekst is dikwijls gepreekt, maar nooit te dikwijls, daar de smart, waarover hij handelt, altijd overvloedig voorhanden is, en het geneesmiddel nooit faalt. Ditmaal is het ons voornemen om hem van het standpunt van de Heere te beschouwen. Hij smeekt de vermoeiden om tot Hem te komen, en van Hem...

Matt. 11:28-30‭ – Rust voor de onrustigen

Komt hierheen tot mij allen, die vermoeid en belast zijt, en ik zul u rust geven.” “Neemt mijn juk op u, en leert van mij, dat ik zachtmoedig ben, en nederig van harte, en gij zult ruste vinden voor uw zielen. Want mijn juk is zacht, en mijn last is licht. Matt. 11:28-30 Jezus had eerst de plechtige waarheid geleerd van de verantwoordelijkheid van de mensen; (Matt. 11:20-24) daarna...

Matt. 10:30‭ – De getelde haren

En ook uwe haren des hoofds zijn allen geteld. Matt. 10:30 Met wat voor liefdevolle zorg denkt de Here Jezus aan onze vrees! Hij wist, dat zijn volk zou worden vervolgd, en nu zoekt Hij hen te bemoedigen. Op wat voor een liefelijke, eenvoudige wijze, worden de dingen door Hem voorgesteld! Hij verwaardigt zich te spreken van de haren op ons hoofd. Hier is een spreekwoord, eenvoudig in...

Matt. 9:27‭ – In de binnenkamer leren wat in het openbaar moet worden onderwezen

Hetgeen ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort, in het oor, predikt dat op de daken. Matt. 9:27 Tot zegen te zijn voor anderen is de grote begeerte van onze ziel, als wij discipelen zijn van Jezus. Wij geloven, dat deze begeerte gewis vervuld zal worden, indien wij het evangelie bekend maken. Wij hebben een volstrekt, onbepaald geloof in “de dwaasheid van de...

Matt. 9:36‭ – Een beeld van Jezus

Hij werd innerlijk met ontferming bewogen over hen. Matt. 9:36 De uitdrukking in het oorspronkelijke is zeer sterk. Alles wat in Hem was werd bewogen, ontroerd, door Hetgeen Hij zag. Hij was vol van innerlijke aandoening en toonde dit in geheel zijn wezen. Dit innig mededogen betrof het volk. Toon het beeld van Jezus onder sterke gemoedsbeweging. Dit is een beeld van Hem, gelijk Hij zich bij vele...

Matt. 9:8‭ – Een mens, genaamd Mattheüs

En Jezus van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Matthéus, en zei tot hem: Volg mij! En hij opstaande, volgde hem. Matt. 9:8 Matthéus schrijft hier van zich zelf. Merk op zijn bescheidenheid in de uitdrukking-“een mens, genaamd Matthéus,” en in zijn nalaten van het feit te vermelden, dat de maaltijd, waarvan in (Matt. 9:10), wordt gesproken, in zijn eigen...

Matt. 8:7 – Uw woord is mij genoeg

Matt. 8:7 En Jezus zei tot hem: Ik zal komen: en hem genezen. Luk. 7:7 Zeg het met een woord, en mijn knecht zal genezen worden. De overste over honderd, die het Godsdienstig welvaren van het volk ter harte nam en een synagoge voor hen had gebouwd, had ook evenzeer een hart vol medelijden voor de zieken. Het is betamelijk, ja kostelijk, dat vrijgevigheid voor de publieke zaak ondersteund wordt...

Matt. 7:21-23‭ – De Verloochenden

Niet een ieder, die tot mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het koninkrijk van de hemelen, maar die daar doet de wil van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam duivelen uitgeworpen, en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van...

Matt. 4:19 – Het maken van mensenvangers

En hij zei tot hen: Volg mij na, en ik zal u vissers van de mensen maken. Matt 4:19 De bekering wordt het sterkst geopenbaard, als het de bekeerden leidt om de bekering van anderen te zoeken: inderdaad en in van de waarheid volgen wij Christus na, als wij vissers van de mensen worden. De grote vraag is niet zo zeer wat wij van nature zijn, als wél wat Jezus door zijn genade van ons maakt; wie wij...

Matt. 4:3‭ – Het Zoonschap in twijfel getrokken

Indien gij Gods Zoon zijt. Matt. 4:3 Er is gene zonde in het verzocht zijn; want de volmaakte Jezus, “is in alle dingen, gelijk als wij verzocht geweest;” (Hebr. 4:15). Verzoeking brengt niet noodzakelijk mede, dat men zondigt, want van Jezus, verzocht zijnde, lezen wij-“doch zonder zonde.” Zelfs de schrikkelijkste vormen van verzoeking sluiten nog geen zonde in; want...

Mal 4:2 – Zonneschijn

Ulieden daarentegen, die mijn naam vreest, zal de Zon van de gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder zijn vleugels; en gij zult uitgaan, en toenemen, als mestkalveren. Mal 4:2 Er bestaat onder de mensen een groot onderscheid. -“Die God dient en die Hem niet dient.” Zie het laatste vers van het vorige hoofdstuk. God te vrezen is het kenmerk, dat de mens van de mens...

Mal. 1:2‭ – Liefde betwijfeld en gehandhaafd

Ik heb u liefgehad, zegt de Heere; maar gij zegt: Waarin hebt Gij ons liefgehad? Mal. 1:2 Ten tijde van Maleachi heerste er een bedilzuchtige en twistzieke gemoedsstemming in Israel. Zijn korte profetie is vol van vragen van ongeloof, waarin de mens er op uit schijnt te zijn bij God het laatste Woord te hebben. De tekst zou gebruikt kunnen worden met betrekking tot onze bevoorrechte natie, want...

Zach. 12:12-14‭ – Bijzonder

En het land zal rouwklagen, elk geslacht bijzonder: het geslacht van het huis van David bijzonder en hunlieder vrouwen bijzonder; en het geslacht van het huis van Nathan bijzonder, en hun vrouwen bijzonder”; het geslacht van het huis van Levi bijzonder; het geslacht van Simei bijzonder en hun vrouwen bijzonder. Al de overige geslachten, elk geslacht bijzonder en hunlieder vrouwen bijzonder...

Zach. 12:10‭ – De bitterheid van het kruis

Zij zullen over hem bitterlijk kermen. Zach. 12:10 Wanneer de Joden Jezus aannemen als de Messias, dan zullen zij op Hem zien als doorstoken en gedood, en het eerste gevolg daarvan zal een bitter berouw wezen. Evenzo is het met ons. Van alles wat men zien kan, is het gezicht op de gekruiste Jezus het liefelijkst, maar terzelfder tijd veroorzaakt het ook bittere smart. I. Ons eerste zien van...

Zach. 12:10‭ – Rouwklagen bij het kruis

Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten de Geest van de genade en van de gebeden; en zij zullen mij aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en zij zullen over hem rouwklagen, als met de rouwklacht over een enige zoon; en zij zullen over hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. Zach. 12:10 Merk op de merkwaardige verandering...

Zach. 10:12‭ – Geestelijk herstel uit ziekte

En ik zal hen sterken in de Heere en in zijn naam zullen zij wandelen, spreekt de Heere. Zach. 10:12 Omdat bij de betrekking die de tekst en het hele hoofdstuk hebben op het oude volk van de Heere, de Joden. Zij worden zo dikwijls vergeten en zij worden zo dikwijls verdrukt en vervolgd, en zij zijn zo algemeen gesmaad en veracht, dat wij wel doen, zo wij nadenken over de profetien van een...

Zach. 10:6‭ – Volkomen wederherstel

Ik heb mij over hen ontfermd, en zij zullen wezen, als of Ik hen niet verstoten had: want Ik ben de Heere, hunGod en Ik zal ze verhoren. (Zach. 10:6) De wijze, waarop de zondaars hoop kunnen koesteren: “Ik heb mij over hen ontfermd.” De goedertierenheid blijft in het hart Gods verwijlen, ook als de hoop uit het menselijk hart weg is. Het teken, dat Gods goedertierenheid zal worden...

Zach. 9:11,12‭ – Gebondenen, die hopen

U ook aangaande, o Zion! door het bloed van uw verbond, heb Ik uw gebondenen uit de kuil, daar geen water in is, uitgelaten. Keert gij weer tot de sterkte, gij gebondenen, die daar hoopt! ook heden verkondig Ik, dat Ik u dubbel zal wedergeven. Zach. 9:11, 12 Laat ons onze overdenking beginnen met de beschrijving van onze Heere, die wij vinden in (Zach. 9:9, 10). Hier zien wij zijn koninkrijk...

Zach. 7:5,6‭ – Het eigen-Ik of God

Spreek tot het gehele volk van dit land en tot de priesters, zeggende: Toen gij vastte en rouwklaagde; in de vijfde en in de zevende maand, namelijk nu zeventig jaren, hebt gij Mij, Mij enigszins gevast? Of als gij at en als gij dronk, was gij het niet, die daar at en gij, die daar dronk! Zach 7:5-6 Het Gode behagelijke van godsdienstplechtigheden moet maar niet voor zo vast en zeker aangenomen...

Zach. 4:10 – Kleine dingen zijn niet te verachten

Want wie veracht de dag van de kleine dingen. Zach:4:10 Er zijn veel mensen, die “de dag van de kleine dingen verachten.” Indien zij wijs waren, dan zouden zij dit niet doen; want het is niet wijs iets te verachten; en iets te verachten, omdat het klein is, is grote dwaasheid. Een klein ding kan groot goed zijn, of schrikkelijk kwaad en in geen van die beide gevallen zou het...

Hag. 2:14, 15‭ – Verontreinigd en verontreinigende

En Haggai zei: Indien iemand, die onrein is van een dood lichaam, iets van die dingen aanroert, zal het onrein worden? En de priesters antwoordden en zeiden: Het zal onrein worden. Toen antwoordde Haggai, en zei: Alzo is dit volk en alzo is deze natie voor mijn aangezicht, spreekt de Heere; en alzo is al het werk van hun handen; en wat zij daar offeren, dat is onrein. Hag. 2:14, 15 De profeet...

Zef. 3:2‭ – Viervoudige verkeerdheid

Zij hoort naar de stem niet; zij neemt de tucht niet aan; zij vertrouwt niet op de Heere; tot haar God nadert zij niet. Zefanja 3:2 Als de Heere de mensen oordeelt, dan spaart Hij hen niet, die zijn volk worden genoemd: Moab en Ammon en Nineve worden bezocht en Jeruzalem wordt niet gespaard. Er zijn zonden, die niet bedreven kunnen worden door hen, die buiten staan, zonden bijvoorbeeld, gelijk...

Zef. 2:3 – Misschien

Zoekt de Heere; alle gij zachtmoedigen van het land, die zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in de dag van de toorn van de Heere. Zefanja 2:3 Er is een “misschien” voor alle tijdelijke zaken; en als wij om zulke zaken bidden, doen wij dit met grote schroom en voorzichtigheid. Maar wij kunnen pleiten met vertrouwen, als wij...

Hab 2:4‭ – Geloof: leven

(Hab. 2:4) Ziet, zijn ziel verheft zich; zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven (Rom. 1:17) Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. (Gal. 3:11) En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het...

Hab. 2:4 – Hoogmoed de verderver

Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. Habakuk 2:4 Door uitstel van verlossing worden de mensen gewogen. Onzekerheid is vermoeiend; de mens wordt er op een zware proef door gesteld. Door hun waar karakter in het licht te stellen, verdeelt zij de mensen in twee klassen. De hoogmoedigen en de rechtvaardigen worden duidelijk van...

Hab. 2:1-4‭ – Wakende, wachtende, schrijvende

Ik stond op mijn wacht en ik stelde mij op de sterkte en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou en wat ik antwoorden zou op mijn bestraffing. Toen antwoordde mij de Heere en zei: Schrijf het gezicht en stel het duidelijk op tafels, opdat daarin leze, die voorbijloopt. Want het gezicht zal nog tot een bepaalde tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen en niet liegen: zo...

Nah. 1:7‭ – Ter sterkte

De Heere is goed, Hij is ter sterkte in de dag van de benauwdheid en Hij kent hen, die op Hem vertrouwen. Nahum 1:7 ‭ Hier komen wij in Nahums stormachtig meer aan een eiland. Alles is kalm in dit vers, ofschoon geheel het context door storm is bewogen. De tekst is vol van God en vloeit over van zijn lof.‭ ‭ I. God zelf, “Jehova is goed.”‭ ‭ 1. Goed; in zichzelf, essentieel en...

Micha 6:3 – Het beroep van de Heere op Zijn Eigen volk

O mijn volk! Wat heb Ik u gedaan? En waarmee heb Ik u vermoeid? Betuig tegen Mij. Micha 6:3 Dit is een deel van Jehova’s pleiten bij zijn volk. Hij heeft de bergen aangeroepen en de sterke fundamenten van de aarde om het pleit te horen tussen Hem en Israel. Verre zij het van ons om te beuzelen, als God een twistzaak met ons heeft, want voor Hem is het een zaak van ontzaglijk groot belang. In zijn...

Micha 2:8‭ – De ergste van alle vijanden

Maar gisteren stelde zich mijn volk op tot vijand. Micha 2:8 Als de mensen in benauwdheid verkeren, dan zijn zij er licht toe geneigd om God te laken. Maar de schuld ligt bij hen zelf. “Zijn dat zijn werken?” (Micha 2:7) Veroorzaakt de goede God zomaar eigenwillig en willekeurig smart? Nee, smart is de vrucht van zonde, het gevolg van afval van God. De Heere beantwoordt hier Israels...

Micha 1:12 – Maroth of de teleurgestelde

Want de inwoneres van Maroth is ziek om de goede wil: want een kwaad is van de Heere afgedaald, tot aan de poort van Jeruzalem. Micha 1:12 Het dorp van de bittere bron (want dat is waarschijnlijk de betekenis van de naam Maroth) ondervond een bittere teleurstelling. Met hoe vuriger verlangen en met hoe meer geduld zij ook wachtten, hoe walglijker de teug van het kwaad was, die zij genoodzaakt...

Jona 3:4‭ – Het berouw van de Ninevieten

En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en hij predikte en zei: Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden omgekeerd. Jona 3:4 (Matt. 12:41). “De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht en zij zullen het veroordelen: want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en ziet meer dan Jona is hier!” Onze Heere heeft nooit het geduld verloren jegens...

Obadja 1:3‭ – Zelfbedrog.

De trotsheid van uw hart heeft u bedrogen. Obadja 1:3 Dit is waar van alle hovaardigen, want hoogmoed is zelfbedrog. Er kunnen hoogmoedige mensen in deze vergadering zijn. Zij, die er zeker van denken te zijn, geen hoogmoed in het hart te hebben, zijn waarschijnlijk de hoogmoedigsten van allen. Zij die trots zijn op hun nederigheid, zijn waarlijk hoogmoedig. De stellige waan, dat wij niet...

Amos 7:7‭ – Het Paslood

Nog deed hij mij aldus zien; en ziet, de Heere stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was en een paslood was in zijn hand. Amos 7:7 De beeldspraak van Amos is zeer krachtig, ofschoon ook tegelijk zeer eenvoudig. Hij was door God onderwezen-de mensen noemen dit “door zichzelf onderwezen zijn.” Laat zijn visioen ons voor ogen komen, alsof wij het zelf zagen. Wat de Heere gedaan...

Joël 2:13‭ – Inwendig meer dan uitwendig

Scheurt uw hart en niet uw kleren en bekeert u tot de Heere uw God. Joël 2:13 Verklaar de Oosterse gewoonte van het scheuren van de kleren. De mensen waren bereid genoeg deze uiterlijke tekenen van rouw aan te nemen, als er, gelijk hier in dit geval, sprinkhanen kwamen om hun oogst te vernielen, of als zij door enig ander oordeel bedreigd werden. Hun rouw was de Heere niet welbehagelijk, zij...

Hos. 13:10‭ – Theocratie‭‭

Ik zal uw Koning zijn. Hosea 13:10 (1) Dat was Gods verklaring aan Israel, waardoor voorzien werd in een grote behoefte en het volk bevrijd werd van een grote last. Er zou hen gespaard worden de kosten van, en het gevaar verbonden aan, een aardse monarch, daar zij regering en leiding zouden vinden in God zelf. Hun ongeestelijke aard vond geen voldoening hierin, zij verlangden een koning, gelijk...

Hos. 10:12‭ – De klokslag

Zaait u tot gerechtigheid, maait tot weldadigheid; braakt u een braakland: omdat het tijd is de Heere te zoeken; totdat Hij komt en over u de gerechtigheid regene. Hosea 10:12 Wat zouden wij denken van een landman, die zijn beste akkers jaar op jaar braak liet liggen? En toch veronachtzamen de mensen hun zaken; en deze inwendige akkers zullen, behalve nog dat zij geen vruchten, geen voordeel...

Hos. 10:2‭ – Hartkrankheid

Hij heeft hun hart verdeeld, nu zullen zij verwoest worden. Hosea 10:2 Als volk was Israel verdeeld in zijn trouw tussen Jehovah en Baal en aldus waren zij tot niets meer nut, en werden zij overgegeven in gevangenschap. God heeft de mens geschapen met slechts een hart en de poging om er twee te hebben, of het ene te verdelen, is altijd nadelig voor het leven van de mensen. Een kerk, verdeeld in...

Hos. 8:7‭ – Wat Zal de oogst wezen?‭‭

Want zij hebben wind gezaaid en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken: of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden. Hosea 8:7 Het leven is een zaaitijd. Van alle mensen kan gezegd worden: “zij hebben gezaaid.” Voorzichtige mensen vragen: “Wat zal de oogst wezen?” De hoop op de oogst is de blijde...

Hos. 2:22‭ – Een volk, dat geen Volk was

Ik zal Mij ontfermen over Lo–Ruchama: (1) en Ik zal zeggen tot Lo–, Ammi: (2) Gij zijt mijn volk; en dat zal, zeggen: O mijn God. Hosea 2:22 (Rom. 9:25-26). Gelijk Hij ook in Hosea zegt: Ik zal hetgeen mijn volk niet was, mijn volk noemen en die niet bemind was, mijn beminde. En het zal zijn, in de plaats, waar tot hen gezegd was: Gij zijt mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen van de levende...

Hos. 2:13‭ – Vreemde wegen van de liefde

Daarom, ziet; Ik zal haar lokken en zal haar voeren in de woestijn; en ik zal naar laar hart spreken. Hosea 2:13 In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk vinden wij woorden van beschuldiging en bedreiging, rechtvaardig uitgesproken tegen een schuldige natie. In dit tweede deel komen wij tot een zinsnede van zuivere, onvermengde genade. De persoon, met wie gehandeld wordt, is dezelfde, maar er...

Hos. 2:5-6‭ – Betuinde wegen

Daarom, ziet, ik zal uw weg met doornen betuinen en ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden.,” “En zij zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal heengaan en keren weer tot mijn vorige man, want toen was mij beter dan nu. Hosea 2:5-6 Dit is een tussenzin van belofte; ingelast in...

Dan. 9:17‭ – Gebed voor de gemeente

En nu, onze God! hoor naar het gebed van uw knecht, en naar zijn smekingen; en doe uw aangezicht lichten over uw heiligdom, dat verwoest is; om de wil van de Heere. Dan. 9:17 Deze trouwhartige man heeft niet voor zichzelf geleefd. Daniel heeft zijn land vurig bemind. Hij is persoonlijk getrouw geweest, en bijgevolg is hij ook geeerd, maar persoonlijke rust en welvaren voldeden hem niet, waren hem...

Dan. 5:6‭ – Een man verschrikt door zijn gedachten

Zijn gedachten verschrikten hem. Dan. 5:6 Voor veel mensen is denken een ongewone bezigheid. Toch is het het kenmerk van de mens, dat hij kan denken. Geen wonder, dat sommige mensen, als zij genoodzaakt zijn te denken, verschrikt worden. Deze verschrikking door denken is heilzaam: daardoor kan overtuiging van zonde en bekering ontstaan en, in ieder geval, is verschrikking door denken als het...

Ezech. 47:11‭ – Moerassen

Doch haar modderige plaatsen en haar moerassen zullen niet gezond worden; zij zijn tot zout overgegeven. Ezech. 47:11 In zijn visioen zag de profeet de vloed van de levenaanbrengende rivier en haar wondervolle, weldadige uitwerking. Laat het hoofdstuk gelezen en de korte inhoud ervan gegeven worden. De profeet heeft ook bemerkt, dat hier en daar door de rivier geen zegen werd veroorzaakt: er...

Ezech. 36:30-31‭ – Verkeerde begrippen omtrent berouw

En ik zal de vrucht van het geboomte en de inkomst van het veld verveelvuldigen; opdat gij de smaadheid van de honger niet meer ontvangt onder de Heidenen. Dan zult gij gedenken aan uw boze wegen en uw handelingen, die niet goed waren; en gij zult een walging van uzelf hebben over uw ongerechtigheden en uw gruwelen? Ezech: 36:30-31 De dag van betoonde genade zal de dag zijn van hartgrondig berouw...

Ezech. 36:11‭ – Beter dan in uw beginselen

Ik zal u doen bewonen, als in uw vorige tijden, ja ik zal het beter maken dan in uw beginselen: en gij zult weten, dat ik de Heere ben. Ezech. 36:11 Als andere naties vallen, is er voor haar geen opstaan meer, maar voor het verbondsvolk blijft nog een toekomst. Zelfs op het land, dat door het verbond geschonken werd, rust een onvervreemdbare zegen, want deze woorden zijn gericht tot de...

Jer. 51:50‭ – Heilig gedenken

Laat Jeruzalem in uw hart opkomen. Jer. 51:50 De gevangenen in Babylon worden vermaand Jeruzalem te gedenken, – Omdat daar de tempel van hun God is geweest. Om hen te weerhouden van zich in Babylon te vestigen. Om hen naar de heilige stad te doen verlangen. Om hen te bereiden om daarheen weer te keren. Voor ons zijn er even gewichtige redenen om het Nieuwe Jeruzalem te gedenken. Wij zijn maar al...

Jer. 33:3‭ – Aanmoediging tot gebed

Roept tot Mij en Ik zal u antwoorden en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet. Jer. 33:3 Dit is een gevangeniswoord, laten zij, die geestelijk gevangen zijn, het op prijs stellen. Dit was de tweede maal, dat de Heere had gesproken tot de profeet, terwijl deze in de gevangenis was. God verlaat zijn volk niet, omdat zij in een kwade reuk staan bij de wereld, zelfs niet, als...

Jer. 18:11‭ – Persoonlijke bekering

Bekeert u nu, een ieder van zijn boze weg en maakt uw wegen en uw handelingen goed. Jer. 18:11 Dit is de stem van de goedertierenheid, bezorgd en bekommerd over ieder afzonderlijk persoon. De gerechtigheid zou de zondaar in zijn zonde kunnen doden; maar de goedertierenheid wenst de zonde te doden en de zondaar te sparen. Toch is het ook de stem van de heiligheid, die zich stelt tegen de...

Jer. 13:23‭ – De Moorman

Zal ook een Moorman zijn huid veranderen?” Jer. 13:23 Jeremia had gesproken tot deze mensen, maar zij wilden niet horen; hij had over hen geweend en zij wilden niet nadenken. Zelfs Gods oordelen lieten hen onbewogen en hij kwam tot de gevolgtrekking, dat zij onverbeterlijk waren, even onvatbaar voor verbetering, als de huid van een Moorman om blank te worden. Het beeld, dat Jeremia...

Jer. 6:16‭ – Rust als toetssteen

Vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij en wandelt daarin, zo zult gij rust vinden voor uw ziel. Jer. 6:16 Het is het kenmerk van de goede, oude weg, dat wij er rust in vinden voor onze ziel. Dit is een van de tekenen, waaraan wij de waarheid van de leugen kunnen onderscheiden. Rust was de belofte van de Zaligmaker. “Ik zal u rust geven.” Rust is het punt, waarin de wet...

Jer.5:3‭ – Besliste goddeloosheid

Zij hebben geweigerd zich te bekeren. Jer. 5:3 Er is in alle mensen het oorspronkelijk kwaad van de zonde. Dit wordt grotelijks vermeerderd door hun weigering om zich te bekeren. En nog erger wordt dit kwaad door hun afwijzing van zeer dringende uitnodigingen. I. Wie hebben geweigerd zich te bekeren? 1. Zij, die dit gezegd hebben. Met buitengewone openhartigheid, of vermetelheid, hebben zij...

Jer. 3:19‭ – Ondervraging en uitroeping

Ik zei wel: Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten? en u geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van de heirscharen van de Heidenen? Maar Ik zei: Gij zult tot Mij roepen: Mijn Vader! en gij zult van Mij niet af keren. Jer. 3:19 De mens denkt licht over de zonde, niet alzo de Heere. De mens denkt licht over de genade, niet alzo de Heere. De mens speelt met Gods wonderen. De mens vergeet, waar...

Jer. 3:12-22 Keert weder! Keert weder! 

“Bekeer u, gij afgekeerde Israel, spreekt de Heere. Jer. 3:12 “Bekeert u, gij afkerige kinderen! spreekt de Heere.Jer. 3:14 “Keert weer, gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen.Jer. 3:12 Het is vreselijk, als een gelovige afkerig wordt. Er is hem zo grote goedertierenheid bewezen. Hij heeft zo onuitsprekelijk veel liefde ondervonden. Er is hem zo’n heerlijk...

Jes. 60:8‭ – De wolk van duiven

Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk en als duiven tot haar vensters. Jesaja 60:8 Ten dage als de Heere zijn gemeente zal bezoeken, zullen hele menigten komen om Hem te zoeken. Het is een grote zegen, als zij dit doen; een zaak die bewondering opwekt en lof. Zij zullen van verre komen om van Jezus te horen, vliegende in een rechte lijn, evenals duiven, die tot haar vensters...

Jes. 55:7‭ – Hij vergeeft veelvuldig

Hij bekeert zich tot de Heere, zo zal Hij zich over de zijnen ontfermen en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. Jesaja 55:7 De profeet ontvouwt de zending van Jezus (Jes. 55:4-5). Hij doet een onmiddellijk beroep op de zondaren, want Jezus komt tot zondaren. Hij kondigt hun vergiffenis aan, want deze brengt Jezus. Zijn komst is als de morgen, de dauw van de verkwikking uitspreidende over...

Jes. 55:7‭ – Bekering

De goddeloze verlaat zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekeert zich tot de Heere, zo zal Hij zich over de zijnen ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. Jesaja 55:7 Dit is het grote hoofdstuk van de evangelie–nodiging. Hoe vrij! Hoe vol! Hoe eenvoudig en dringend is de uitnodiging om de genade aan te nemen! Toch wordt de noodzakelijkheid van de bekering in...

Jes. 54:7–9‭ – De kleine toorn en de grote toorn

Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten; maar met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen.” In een kleine toorn heb Ik mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de Heere, uw Verlosser. Jesaja 54:7-9 “Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer over de aarde...

Jes. 53:5‭ – Christopathy

Door zijn striemen is ons genezing geworden. Jesaja 53:5 Welk een hoofdstuk! Een Bijbel in miniatuur. Het Evangelie in zijn kern en wezen. Als ons onderwerp ons het lijden van onze Here nabij brengt, dan moeten wij van diepe, plechtige eerbied zijn vervuld, dan moet onze aandacht ernstig zijn. Hoort! de geselroede daalt neer. Vergeet alles, behalve “Zijn striemen.” Een ieder van ons...

Jes. 50:7‭ – Het aangezicht van de Verlosser gesteld als een keisteen

Want de Heere Heere helpt mij, daarom word ik niet te schande; daarom heb ik mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want ik weet, dat ik niet beschaamd zal worden. Jesaja 50:7 Er was geen steen in het hart van Jezus, maar wel in zijn aangezicht. Hij was even vastberaden als onderworpen. Lees vers 6 en dit vers te samen–”Mijn aangezicht verberg ik niet voor smadelijkheden en speeksel…...

Jes. 50:2–6‭ – De verlosser beschreven door zichzelf

Waarom kwam Ik, en er was niemand? waarom riep Ik en niemand antwoordde? Is mijn hand dus geheel kort geworden, dat zij niet verlossen kan? of is er in Mij geen kracht om uit te redden? Ziet, door mijn schelding maak Ik de zee droog, Ik stel de rivieren tot een woestijn, dat haar vis stinkt, omdat er geen water is, en sterft van dorst. Ik bekleed de hemel met zwartheid en stel een zak tot zijn...

Jes. 49:20-21‭ – Uitbreiding van de gemeente

Nog zullen de kinderen, waarvan gij beroofd waart, zeggen voor uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge. En gij zult zeggen in uw hart: Wie heeft mij deze gegeneneerd, aangezien ik van kinderen beroofd en eenzaam was? Ik was in de gevangenis gegaan en weggeweken; wie heeft mij dan deze opgevoed? Ziet, ik was alleen overig gelaten, waar waren deze? Jesaja 49:20, 21 Het...

Jes. 46:4‭ – Een preek voor de ouden van dagen

En tot de ouderdom toe zal Ik dezelfde zijn, ja tot de grijsheid toe zal Ik u lieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u opnemen; en Ik zal dragen en redden. Jesaja 46:4 De leer, vervat in deze tekst, is de onveranderlijke aard van God, en de standvastigheid van zijn goedheid jegens zijn volk in de voorzienigheid en in de genade. Wij behoeven nauwelijks de onveranderlijke natuur van Gods...

Jes. 45:22‭ – Het Levenwekkende zien

Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle einden van de aarde! want Ik ben God en niemand meer. Jesaja 45:22 De naties hebben gedurende al deze moeizame eeuwen gezien op hun afgoden, maar het was tevergeefs. Velen van hen zien op hun hooggeleerde wijsbegeerte, maar altijd te vergeefs. Valse godsdiensten, politiek, bondgenootschappen, theorieën, organisaties, mensen–allen en alles tevergeefs om...

Jes. 38:17‭ – Het bittere en het zoete

Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve van de vertering niet kwam: want Gij hebt al mijn zonden achter uw rug geworpen. Jesaja 38:17 Hier is de toestand van iemand, die – voor zoveel het menselijke hulp betrof – ten dode was opgeschreven; maar voor wie het gebed om herstel en de verlenging van zijn leven toch heeft...

Jes. 32:2‭ – Waterbeken in een dorre plaats

Die man zal zijn… als waterbeken in een dorre plaats. Jesaja 32:2 Onze Heere Jezus is ons het naast en het liefst als Mens. Zijn mensheid doet ons gedenken aan: Zijn menswording, waarbij Hij onze natuur heeft aangenomen. Zijn leven op aarde; waarin Hij onze natuur heeft geeerd. Zijn dood, waardoor Hij onze natuur heeft verlost. Zijn opstanding, waarmee Hij onze natuur heeft verhoogd. Beschouw het...

Jes. 32:2‭ – Onze schuilplaats

En die man zal zijn als een verberging tegen de wind, en een schuilplaats tegen de vloed. Jesaja 32:2 “Naar de Engelse overzetting “een schuilplaats tegen de storm.” Gods beste zegeningen zijn tot de mens gewoonlijk gekomen door mensen. Toen onze Heere opgevaren is naar de hoogte, heeft Hij gaven ontvangen voor de mensen, en deze gaven waren mensen. (Ps. 68:19 Ef. 4:8,11) Zeer...

Jes. 14:32‭ – Antwoord aan vragers

Wat zal men dan antwoorden aan de boden van het volk? Dat de Heere Zion gegrond heeft, opdat de bedrukten van zijn volk een toevlucht daarin hebben zouden. Jesaja 14:32 Het is duidelijk, dat Zion de aandacht trekt. De boden van de volken stellen er een onderzoek naar in. De Kerk trekt de aandacht door: De eigenaardigheid van haar leden. Het bijzondere van haar leer. Het buitengewone van haar...

Jes.5:6 – Geen regen

Ik zal de wolken gebieden, dat zij geen regen daarop regenen. Jesaja 5:6 Regen is onmisbaar voor de wasdom van zaden en vruchten en de langdurige afwezigheid, er van is vooral in warme landen, een ontzettend oordeel in dit leven. De geestelijke regen van de invloeden van de Heilige Geest is onmisbaar voor het geestelijk leven in zijn aanvang, toeneming en volmaking. De onthouding van die regen is...

Jes. 2:5‭ – Wandelende in het licht

Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht van de Heere! Jes. 2:5 O dat het letterlijk “huis van Jakob” wilde wandelen in het licht van Jehovah, door Jezus te erkennen, die “de Opgang,” is “uit de hoogte!” Helaas! zij verwerpen het licht, want het deksel is nog op hun hart! Laat ons bidden voor de toebrenging van de stammen van Israel...

Jes. 1:18‭ – Uitnodiging tot een conferentie

Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere: al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Jes. 1:18 De zondige toestand van de mens is schrikkelijk. Dit is in de voorafgaande verzen van dit hoofdstuk levendig voorgesteld. Hij is geheel en al van God vervreemd. God zelf treedt tussen beiden om een...

Hoogl. 6:5‭ – De overwinning van een heilig oog

Wend uw ogen van mij af, want zij doen mij geweld aan. Hoogl. 6:5 Een groot deel van ons levenswerk bestaat uit het overwinnen van kwaad, maar hier is het onze taak om Hem te overwinnen, die het volmaakt goede is. Het is niet denkbaar, dat er tegenstand is in de hemelse Bruidegom, noch onwilligheid om door zijn bruid te worden overwonnen. Nee, het is het liefdevolle hart van Jezus, dat werkelijk...

Hoogl. 3:4‭ – De Geliefde vastgehouden

Toen ik een beetje van hen weggegaan was, vond ik hem, die mijn ziel liefheeft; ik hield hem vast en liet hem niet gaan, totdat ik hem in mijn moeders huis gebracht had en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft. Hoogl. 3:4 De eerste positie was: “Ik was van hen weggegaan.” Wij moeten verder gaan dan het punt van gemeenschap met de beste mensen en gemeenschap oefenen...

Hoogl. 2:1‭ – De roos en de Lelie

Ik ben een roos van Saron, een lelie van de dalen. Hoogl. 2:1 Hier hebben wij de Bruidegom, die zijn eigen lof spreekt en dit is iets, dat met aandacht beschouwd moet worden. Deze eigen lof is niet bevlekt door hoogmoed; zo’n gebrek kon in de nederige Jezus niet worden gevonden. Zijn egoisme is geen zelfzucht; Hij prijst zich niet om zijn eigen wil, maar om onze wil. Hij stelt zich zelf voor in...

Pr. 8:4‭ – Het woord van een koning

Waar het woord van een koning is, daar is heerschappij. Pr. 8:4 In Salomo’s dagen waren de koningen autocraten. Wij mogen dankbaar zijn, dat wij onder geen alleen heersende vorst moeten leven, maar de zegeningen van een constitutionele regering deelachtig zijn. Wij zijn volstrekt niet traag om tot een van onze heersers te zeggen: “Wat doet gij?” Zo’n vraag, op verstandige wijze...

Spr. 29:25‭ – Mensenvrees gedood door betrouwen op God

De siddering van de mensen legt een strik; maar die op de Heere vertrouwt, zal in een hoog vertrek gesteld worden. Spr. 29:25 Hier hebben wij een dubbel spreekwoord: elke helft is op zich zelf waar, en te samen gevoegd is het geheel vol kracht en lering. Wie de mens vreest, is juist daarom in groot gevaar; wie op de Heere vertrouwt, is in hoegenaamd geen gevaar. Vertrouwen op de Heere is het...

Spr. 27:18‭ – De geëerde dienstknecht

Die de vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal geëerd worden. Spr. 27:18 Als algemene regel geldt, dat diensten hun loon meebrengen. De man verzorgde de vijgeboom, en hij bracht hem vruchten voort: trouwe diensten zullen gewoonlijk beloond worden. Meesters, die waard zijn hun positie in te nemen, zullen de dienstknechten eren, die hun plicht jegens hen betrachten...

Spr. 27:10‭ – De beste vriend

Verlaat uw vriend, noch de vriend van uw vader niet. Spr. 27:10 Een mens kan veel kennissen, doch slechts weinig vrienden hebben. Hij kan zich gelukkig achten, zo hij een vriend heeft, die hem trouw blijft in tijden van nood. Indien deze vriend nu ook reeds weldadigheid heeft bewezen aan zijn vader, dan moet hij hem nooit veronachtzamen: en nog veel minder mag hij hem van zich vervreemden...

Spr. 25:25‭ – Goede tijding

Een goede tijding uit een ver land is als koud water op een vermoeide ziel. Spr. 25:25 Het is alleen in hete zomerdagen, dat wij het beeld, dat hier gebruikt is, goed kunnen begrijpen; want wij bewonen een waterrijk land, waar dorst heel gemakkelijk gelest kan worden. Doch wij kunnen ons de toestand voorstellen van Hagar, van Ismael, en Samson; of van een karavaan in de woestijn, of van...

Spr. 25:2‭ – Gods eer in het verbergen van zonde

Het is Gods eer een zaak te verbergen; maar de eer van de koningen een zaak te doorgronden. Spr. 25:2 Wij zullen eerst de gewone verklaring geven. Het is Gods eer om veel zaken te verbergen; en de eer van de koningen om ze te ontdekken. Doch dit moet in beperkte zin worden genomen. Het is niet volstrekt tot Gods eer om te verbergen, waartoe anders een openbaring? Er zijn veel dingen, welke te...

Spr. 23:26‭ – Geef mij uw hart

Mijn zoon, geef mij uw hart. Spr. 23:26 Het is de wijsheid, die hier spreekt. Wijsheid, is slechts een andere benaming voor God, of nog beter, voor de Here Jezus die de verpersoonlijkte wijsheid is. Het verzoek geldt het hart, de genegenheden, het middelpunt van ons bestaan. “Geef mij uw hart” is de eerste, de dagelijkse, de voornaamste en de laatste eis van de goede Geest. I. Het is...

Spr. 23:22‭ – Aan hemelse kooplieden

Koop de waarheid en verkoop ze niet. Spr. 23:22 Als Bunyan de pelgrims beschrijft, die door de ijdelheidskermis gaan, zegt hij: – “Wat de kooplieden niet weinig vermaakte was, dat deze pelgrims niet veel gaven om hun waren; zij wilden er niet eens naar zien, en wanneer zij hun toeriepen wat te kopen, staken zij hun vingers in de oren, en riepen: Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid...

Spr. 21:2‭ – De harten gewogen

De Heere weegt de harten. Spr. 21:2 Bij de Hebreeën beschouwt men het hart als de bron van vernuft, verstand, moed, smart, genot en liefde. Wij bepalen het meestal tot de gewaarwordingen, en in het bijzonder de aandoeningen; en deze zijn ook inderdaad van zoveel gewicht, en oefenen zo’n grote invloed uit, dat wij ze met recht het hart van het leven van de mensen mogen noemen. Nu kunnen wij in het...

Spr. 16:2‭ – De dingen zijn niet wat zij schijnen.

Alle wegen van de man zijn zuiver in zijn ogen; maar de Heere weegt de geesten. – Spr. 16:2 In tijden van algemene rampen komt men dikwijls tot grote ontdekkingen omtrent personen, die als kooplieden voor zeer soliede doorgingen, maar dan blijken zeer onsoliede te zijn. Dan wordt de gehele machinerie van hun finantieele operaties blootgelegd, en praktijken, die door directeuren en...

Spr. 15:19‭ – De Doornheg

De weg van de luiaards is als een doornheg; naar het pad van de oprechten is welgebaand. (Spr. 15:19) Men heeft wel eens beweerd, dat de schranderheid van de Schotten verklaard wordt door het feit, dat het Boek van de Spreuken zeer algemeen in hun land wordt gelezen en bestudeerd. Hierover kan ik niet oordelen; maar gewis, de Spreuken van Salomo kunnen; als zij in praktijk worden gebracht, de...

Ps. 143:9‭ – Schuilen bij God

Bij u schuil ik. Ps. 143:9 Welk een zegen is het voor ons allen, dat David volstrekt geen onbeproefd man was! Wij allen zijn door zijn smartelijke ervaring verrijkt geworden. Er was in die man “zoveel afwisseling en verscheidenheid, dat hij niet een man scheen te zijn, maar een kort begrip van geheel de mensheid.” Zou het voor anderen niet ook een zegen kunnen zijn, als wij beproefd...

Ps. 138:1–3‭ – Openbaar loven en belijden

Ik zal u loven met mijn gehele hart; in de tegenwoordigheid van de goden zal ik u psalmzingen. Ik zal mij neerbuigen naar het paleis u uw heiligheid, en ik zal uw naam loven, om uw goedertierenheid en om uw waarheid; want Gij hebt vanwege uw gehele naam uw woord groot gemaakt. Ten dage als ik riep, zo hebt Gij mij verhoord Gij hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel. Ps. 138:1-3 David werd...

Ps. 119:50‭ – Wat is uw Vertroosting?

Dit is mijn troost in mijn ellende, want uw toezegging heeft mij levend gemaakt. Ps. 119:50 In sommige opzichten wedervaart ons allen hetzelfde: aan vromen, aan voornamen, aan wel ondergeschikten, zowel als aan de bozen, de onbekenden of geringen, en de onwetenden. Ieder van deze kan spreken van “mijn ellende.” “Het hart kent zijneigen bittere droefheid,” (Spr. 14:10). Het...

Ps. 115:17-18‭ – Levende Lof

De doden zullen de Heere niet prijzen, noch die in de stilte nedergedaald zijn. Maar wij zullen de Heere loven van nu aan tot in de eeuwigheid. Hallelujah. Ps. 115:17-18 De levende God moet door een levend volk worden aanbeden. Een zegenend God moet door een zegenend volk worden gezegend. Wat anderen ook mogen doen wij behoren de Heere te loven. Als wij Hem loven, moeten wij niet rusten, voordat...

Ps. 91:11‭ – Engelenbescherming op aangewezen wegen

Want Hij zal zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. Ps. 91:11 De Heere heeft zijn volk een schuilplaats gegeven in tijden van pestilentie, want Hij heeft beloofd, –”U zal geen kwaad wedervaren, en geen plaag zal uw tent naderen.” De vorige verzen vieren het Pascha van hen, die in God wonen. Na het Pascha kwam een reis naar Kanaän en de belofte van de engel van...

Ps. 84:4‭ – Mussen en Zwaluwen

Zelfs vindt de mus een huis en de zwaluw een nest voor zichzelf, waar zij haar jongen legt, bij uw altaren, Heere der heerscharen, mijn Koning en mijn God Ps. 84:4 Als balling heeft David de vogels benijd, die rondom het huis van de Heere hun nesten hadden. Evenzo zal de Christen, als hij niet kan opgaan tot de bijeenkomst van de heiligen, of lijdt onder geestelijke verlatenheid, smachten en...

Ps. 37:39‭ – Salus Jehovae

Doch het heil van de rechtvaardigen is van de Heere. Ps. 37:39 Heil of verlossing is een woord van grote en ruime betekenis, het beschrijft het gehele leven van de ware gelovigen, hun gehele ervaring van hun eerste bewustheid van het verderf door de val tot aan hun ingang in de heerlijkheid. Zij voelen hun voortdurende behoefte om verlost te worden van zichzelf, van de zonde, van Satan en de...

Ps. 19:8‭ – Openbaring en bekering‭‭

De wet van de Heere is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis van de Heere is gewis, de slechte wijsheid gevende. Ps. 19:8 Bomen worden gekend aan hun vrucht en boeken aan hun uitwerking op de geest. Het is niet de sierlijkheid van de stijl, maar de voortreffelijkheid van de invloed zelf, waarnaar een boek moet worden geschat. Met “de wet van de Heere” bedoelt David de gehele...

Ps. 9:18‭ – Goede moed voor de nooddruftigen

Want de nooddruftige zal niet voor altoos vergeten worden, noch de verwachting van de ellendigen in eeuwigheid verloren zijn. Ps. 9:18 De practische waarde van een tekst hangt veel af van de man, tot wie hij komt. Het lied van de troubadour was voor Richard Leeuwenhart liefelijk, omdat hij de verzen kende, die er het antwoord op waren. Voor de Indiaan is een spoor, de indruk van een voet, vol van...

Job 28:25–27‭ – Regen en genade; een vergelijking

Wie deelt voor de stortregen een waterloop uit en een weg voor het weerlicht van de donder? Om te regenen op het land, waar niemand is, op de woestijn, waar geen mens is; om het woeste en verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel van de grasscheutjes te doen wassen? Job 28:25-27 God daagt de mens uit om zich met zijn Maker te vergelijken zelfs ten opzichte van de regen. Kan hij hem scheppen...

Job 34:33‭ – De hoogmoedige ondervraagd

Zal het van u zijn, hoe Hij iets vergelden zal, omdat gij hem versmaadt? Zou gij dan verkiezen en niet ik? Wat weet, gij dan? Spreek. Job 34:33 Het is nooit verstandig om met God te twisten. Vooral niet omtrent de zaligheid. Geen zondaar, die vergeving zoekt, moet zo dwaas zijn om met zijn vrijmachtige Heer te twisten. I. Een vraag. “Zal het van u zijn?” dat is: zal het naar uw...

Job 34:33‭ – Eigenwaan bestraft

Zal het naar uw gevoelen zijn? Job 34:33 (1) Dit vers is geschreven in aloude taal, die slechts zeer weinig wordt begrepen. Zij is daarenboven uiterst kernachtig en bondig en vandaar ook duister. De betekenis, die er door onze overzetting aan wordt gegeven, is de opsomming of samenvatting van de andere vertalingen en wij zullen ons bij voorkeur aan die vertaling houden. I. Denken de mensen...

Job 27:10‭ – De geveinsde ontmaskerd

Zal hij God aanroepen te aller tijd! Job 27:10 Een geveinsde kan een zeer fraai namaaksel zijn van een Christen. Hij geeft voor God te kennen, met Hem om te gaan, toegewijd te zijn aan zijn dienst en zijn bescherming in te roepen. Hij bidt zelfs, of veinst te bidden. Doch het kunstigst namaaksel zal ergens in falen, en kan aan zekere tekenen worden ontdekt. Hier is de toetssteen: “Zal hij...

Job 24:13‭ – Wederstrevende het licht‭‭

Zij zijn onder de wederstrevers van het licht. Job 24:13 Deze waren blijkbaar in het bezit van het licht, en dit behoort als geen klein voorrecht te worden aangemerkt, daar het een ontzettende vloek is om op de schemerende bergen om te dwalen. Toch kan ook dit voorrecht in een gelegenheid tot kwaad worden verkeerd. De meeste van ons hebben licht ontvangen in onderscheidene vormen, zoals in...

Job 19:25‭ – Jobs stellige wetenschap

Want ik weet, mijn Verlosser leeft. Job 19:25 Deze tekst biedt zeer grote moeilijkheden aan voor de vertaling. Wij geven de voorkeur aan een eenvoudige, zuivere lezing boven die, welke door een zogenaamd vroom bedrog zou kunnen verkregen worden. Het schijnt, dat Job, tot wanhoop gedreven, de toevlucht zocht in de waarheid en gerechtigheid van God. Hij verklaarde, dat hij op de een of andere...

Job 14:4‭ – Uit niets komt niets

Wie zal een reine geven uit de onreine? niet een.. Job 14:4 Job was zich diep bewust van de noodzakelijkheid om rein voor God te zijn en inderdaad was hij meer dan zijn medegenoten rein van hand en van hart. Maar hij zag, dat hij uit zichzelf geen heiligheid kon brengen in zijn natuur en daarom stelde hij deze vraag, waarop hij zonder een ogenblik te aarzelen een ontkennend antwoord gaf. De beste...

Job 7:20‭ – De onderwerping van de zondaar aan zijn Hoeder.‭

Heb ik gezondigd, wat zal ik u doen, o Mensenhoeder? Job 7:20 Job heeft zich tegen de mensen kunnen verdedigen; maar zich neerbuigende voor de Heere, slaat hij een geheel andere toen aan; dan roept hij: “Ik heb gezondigd.” (1) Die woorden passen in de mond van ieder beproefde heilige; want zij werden ook door een zodanige uitgesproken. Maar zij zijn ook voegzaam voor boetvaardige...

Job 3:20-23‭ – De vraag van de bedroefden

Waarom geeft Hij licht aan de man, wiens weg verborgen is, en die God overdekt heeft? Job 3:20-23 Job bevond zich in een toestand, die het leven tot een last maakte. Hij vroeg zich af, waarom hij in het leven moest blijven om te lijden. Zou de barmhartigheid hem niet meteen kunnen laten sterven. Het licht is kostelijk, en toch kunnen wij er toe komen om te vragen, waarom het ons is gegeven. Zie...

Job 1:6‭ – Satan onder de heiligen

Er was nu een dag, als de kinderen van God kwamen, om zich voor de Heere te stellen, dat de Satan ook in het midden van hen kwam. Job 1:6 Het is nutteloos om te vragen welke dag dit was–wellicht was het een bijzondere Sabbat, die beide op aarde en in de hemel werd gevierd, een dag van de plechtige samenroeping. In de vroegste eeuwen kwamen de godvruchtigen samen ter aanbidding met de Heere zelf...

Neh. 8:11‭ – De blijdschap des Heeren

Voorts zei hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen degene, voor welke niets bereid is, want deze dag is onze Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap van de Heere, die is uwe sterkte. Neh. 8:11 (Neh. 12) En zij offerden deszelfde daags grote slachtofferen, en waren vrolijk, want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en ook waren de vrouwen en...

Neh. 1:11‭ – Zij die begeren

Och Heere! Laat toch uw oor opmerkende zijn op het gebed uws knechts, en op het gebed uwer knechten, die lust hebben uw naam te vrezen. Neh. 1:11 Nehemia geloofde, dat ook nog anderen, buiten hem, baden. Hij was niet zo somber, zo vervuld van eigenwaan en zo liefdeloos om te denken, dat alleen hij het huis des Heeren liefhad, en er voor bad. Hij geloofde, dat de Heere ook buiten hem, nog vele...

2 Kron. 28:23‭ – Ruïnen

Maar zij waren hem tot zijn val, gans Israël met hem. 2 Kron. 28:23 Verhaal de omstandigheden. Achaz keerde zich af van Jehova om de goden van Damascus te dienen, omdat Syrië voorspoed genoot. “Want hij offerde de goden van Damascus, die hem geslagen hadden, en zei: Omdat de goden van de koningen van Syrië hen helpen, zal ik hun offeren, opdat zij mij ook helpen; maar zij waren hem tot zijn...

2 Kron. 20:4‭ – Hulp gevraagd en lof gegeven

En Juda werd vergaderd, om van de hulp van de Heere te zoeken; ook kwamen zij uit alle steden van Juda, om de Heere te zoeken. 2 Kron. 20:4 Josafat ontving plotseling de tijding, van een grote vijandelijke inval in zijn land, en als een ware man Gods, begaf hij zich terstond om de Heere te zoeken en schreef een vasten uit. In van alle ijl kwam het volk bijeen en de gehele natie riep ernstig tot...

2 Kron. 12:14‭ – Rehabeam de Ontoebereide

En hij deed dat kwaad was, omdat hij zijn hart niet richtte, om de Heere te zoeken. 2 Kron. 12:14 (1) Dit is de korte inhoud van Rehabeam’s leven: hij was niet zo kwaad als sommigen; maar hij heeft op verschillende wijze gedaan dat kwaad was, niet zo zeer met de bedoeling om kwaad te doen als wel uit onachtzaamheid. De slechte uitwerking van zijn vaders zonde en van de afgoderij van zijn moeder...

2 Kron. 2:11‭ – Een koning gezonden in liefde

Huram nu, de koning van Tyrus, antwoordde door schrift en zond tot Salomo: daarom dat de Heere zijn volk liefheeft, heeft Hij u over hen tot koning gesteld. 2 Kron. 2:11 Salomo’s karakter was zo groot en edel, dat zelfs Huram zien kon, dat hij een zegen was voor het volk, waarover hij heerste. Zij het ons streven en ons voorrecht; om in welke toestand of positie wij ook geplaatst zijn, een zegen...

1 Kron. 13:8‭ – De les van Uzza

En David en heel Israel speelden voor het aangezicht van God met alle macht, zo met liederen, als met harpen en luiten en met trommels en cimbalen en trompetten. 1 Kron. 13:8‭ (1 Kron. 13:12). “En David vreesde de Heere in die dagen, zeggende: Hoe zal ik de ark van God tot mij brengen? (1 Kron. 15:25. “Het geschiedde nu, dat David en de oudsten van Israel en de oversten, van de...

2 Kon. 17:25-33-34‭ – Van gemengd ras

En het geschiedde in het begin van hun woning aldaar, dat zij de Heere niet vreesden, zo zond de Heere leeuwen onder hen, die enkele van hen doodden. 2 Kon. 17:25 Zij vreesden de Heere en dienden ook hun goden, naar de wijze van de volken, van welke zij die weggevoerd hadden. 2 Kon. 17:33 Tot op deze dag doen die naar de eerste wijzen; zij vrezen de Heere niet en zij doen niet naar hun...

2 Kon. 6:17‭ – Ogen geopend

En Elisa bad, en zei: Heere! open toch zijn ogen, dat hij ziet: En de Heere opende de ogen van de jongen, dat hij zag; en zie de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elisa. 2 Kon. 6:17 Het geloof dient de Christen tot ogen en doet hem zien, wat anderen niet kunnen zien. Dit houdt de mens zelf rustig en kalm en stelt hem tevens in staat om de vrees weg te nemen van anderen, die roepen:...

2 Kon. 2:14‭ – Waar is de God van Elia?‭‭

En hij nam de mantel van Elia, die van hem afgevallen was en sloeg het water en zei: “Waar is de Heere, de God van Elia? 2 Kon. 2:14‭ Het grote, begerenswaardige doel is God, Jehova, de God van Elia. Met Hem gaat alles goed. Zijn afwezigheid is ons verval en onze dood. Zij die een heilige arbeid beginnen, moeten de God zoeken, die met hun voorgangers is geweest. Welk een zegen, dat de God...

1 Kon. 20:40‭ – Een nietige verontschuldiging

Het geschiedde nu, als uw knecht hier en daar doende was, dat hij er niet was. Toen zei de koning van Israel tot hem: Zo is uw oordeel; gij zelf hebt het geveld. 1 Kon. 20:40 Men moet inderdaad al zeer in het nauw zijn gebracht, als men geen verontschuldiging weet te bedenken. Een zeer gewone verontschuldiging waardoor de ziel in het verderf wordt gestort, luidt: “Ik had het zeer druk en...

1 Kon. 19:4‭ – Moedeloosheid

Maar hij zelf ging heen in de woestijn voor een dagreis en kwam en zat onder een jeneverboom en bad dat zijn ziel stierf en zei: Het is genoeg; neem nu Heere! mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen. 1 Kon. 19:4 Er valt veel voor ons te leren uit het leven van anderen. Elia zelf is niet slechts een profeet; maar een profetie. Zijn ervaring is onze lering. Soms raken wij in een...

1 Kon. 10:2‭ – Hartsgemeenschap

En zij kwam te Jeruzulem met een zeer zwaar heir met kamelen, dragende specerijen en zeer veel goud en kostelijk gesteente; en zij kwam tot Salomo en sprak tot hem al wat in haar hart was. 1 Kon. 10:2 Over het algemeen is het niet verstandig om het gehele hart bloot te leggen. Simson is tot het toppunt van dwaasheid gekomen, toen hij dit bij Delila gedaan heeft. Indien wij echter een Salomo...

1 Kon. 10:1‭ – Raadplegende Jezus

En toen de koningin van Scheba het gerucht van Salomo hoorde, aangaande de naam van de Heere, kwam zij om hem met moeilijke vragen op de proef te stellen. 1 Kon. 10:1 (1) Het kan voor ons nuttig zijn om na te denken over de koningin van Scheba bij haar bezoek aan Salomo, want zij is ons tot teken gegeven. (Matt. 12:42). Naar alle waarschijnlijkheid kwam zij uit gelukkig Arabie; doch het is te...

1 Kon. 2:28‭ – Vattende de hoorns van het altaar

Zo vluchtte Joab tot de tent van de Heere en vatte de hoorns van het altaar. 1 Kon. 2:28 (1 Kon. 2:30) –“En Benaja kwam tot de tent van de Heere en zei tot hem: o zegt de koning: Kom uit. En hij zei: Nee, maar hier zal ik sterven.” Joabs geweten begint te kloppen als hij hoort dat Salomo’s straffende hand tegen andere misdadigers is opgeheven. Joab was een meedogenloos krijgsman, maar...

2 Sam. 7:27‭ – Gebed in het hart gevonden

Want Gij, Heere van de heerscharen, Gij God Israels! Gij hebt voor het oor van uw knecht geopenbaard, zeggende: Ik zal u een huis bouwen; daarom heeft uw knecht in zijn hart gevonden, dit gebed tot U te bidden. 2 Sam. 7:27 Hoe dikwijls doet God voor zijn dienstknechten wat zij begeren te doen voor Hem! David verlangde de Heere een huis te bouwen en de Heere bouwde hem een huis. Als Gods...

1 Sam. 30:20‭ – Davids buit

Wij zien in David een type van de Heere Jezus, in zijn strijd en in zijn overwinningen, en gelijk nog in duizenden andere dingen, zo ook in de buit. Aan Hem, als Strijder tegen het kwaad, behoort de oorlogsbuit. Jehova zegt: “Ik zal hem een deel geven van velen en hij zal de machtigen als een roof delen,” (Jes. 53:12). Van Hem kunnen wij zeggen: “Gij zijt luchtiger en heerlijker...

1 Sam. 18:3 – Trouw, gewaarborgd door liefde

Jonathan nu en David maakten een verbond, terijl hij hem lief had als zijn ziel. 1 Sam 18:3 En Jonathan voer voort met David te doen zweren, omdat hij hem lief had: want hij had hem lief met de liefde van zijn ziel. 1 Sam. 20:17 Waarom wordt er zo dikwijls gepredikt over Jona en zo weinig over Jonathan? Zijn dan norse, wrevelige mensen meer waard dat men hen bestudeert, dan de zachtmoedigen en...

1 Sam. 17:47 – De krijg is van de Heere

En deze ganze vergadering zal weten, dat de Heere niet door het zwaard, noch door de spies verlost want de krijg is van de Heere. Die zal u lieden in onze hand geven. 1 Sam. 17:47 Er zijn altijd twee manieren om dezelfde leerstelling te behandelen. De waarheid in de tekst kan gebruikt worden als middel ter verdoving en als middel tot opwekking. Sommigen zijn Goddeloos genoeg om te zeggen dat als...

Ruth 1:16 – Ruth’s beslissing voor God

Maar Ruth zei: Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten om van achter u terug te keren: want waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Ruth 1:16 Uit is een moedige en vrijmoedige belijdenis van het geloof en zij wordt afgelegd door een vrouw, een jonge vrouw, een arme vrouw, een weduwe, een vreemdelinge...

Richt. 9:9 – De getrouwe olijfboom

Maar de olijfboom zei tot hen: Zou ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? en zou ik heengaan om te zwerven over de bomen (Richt. 9:9) Dit leert ons, dat er tot ons allen verzoekingen zullen komen, hoe liefelijk, of nuttig, of vruchtbaar wij ook zijn, gelijk zij gekomen zijn tot de vijgeboom en de wijnstok. Die verzoekingen kunnen de gestalte aannemen van aangeboden eer...

Joz. 24:19‭ – Zedelijke onmacht

Spurgeons Bijbel, Blijf bij de gezonde woorden

Toen zei Jozua tot het volk: Gij zult de Heere niet kunnen dienen. Joz. 24:19 In antwoord op Jozua’s eis had het volk gezegd: “Wij zullen de Heere dienen, want Hij is onze God.” Maar Jozua kende hen te goed om vertrouwen in hen te stellen en hij wees hen er op, dat zij iets ondernamen, dat zij niet konden volbrengen. Zij geloofden hem niet, maar riepen: “Nee, maar wij zullen de...

Deut. 32:36 – De mensen uiterste nood, Gods gelegenheid tot redding.

Want de Heere zal aan zijn volk recht doen, en het zal Hem over zijn knechten berouwen: want Hij zal zien dat de kracht is weggegaan, en er niemand besloten of overgebleven is. (1) (Deut. 32:36) Schrikkelijk is voor de Goddelozen de tijd van hun val, want voor hen is er geen wederopstaan. Zij klimmen al hoger en hoger op de ladder van de rijkdommen; totdat zij ten laatste niet hoger kunnen...

Num. 11:1 – Tegen mopperen

Het geschiedde, als het volk zich was beklagende; dat het kwaad was in de oren van de Heere: want de Heere hoorde het, zodat zijn toorn ontstak, en het vuur van de Heere onder hen ontbrandde en verteerde, in het uiterste van het leger. Num. 11:1 Ga dit historisch feit nog eens na. Zie, hoe het kwaad begon aan de buitenzijde van het leger, onder het gemengde volk, en hoe het vuur van de Heere in...

Lev. 4:29 – De hand op het offer leggen

En hij zal zijn hand op het hoofd van de zondoffers leggen. Lev. 4:29 Hier hebben wij een zinnebeeld van de weg, waarop een offer van nut wordt voor hem, die het brengt. Diezelfde plechtigheid wordt bevolen in (Lev. 4:4, 15, 24, 33) en in nog andere plaatsen: vandaar dat zij zeer gewichtig en zeer leerrijk is. Voor veel zielen is het de grote vraag, hoe zij op zo’n wijze deel zullen verkrijgen...

Ex. 32:26 – Wie de Heere toebehoort

Zo bleef Mozes staan in de poort van het leger, en zeide: Wie de Heere toebehoort, komt tot mij. Toen verzamelden zich tot hem al de zonen van Levi. Ex. 32:26 Israel had gerebelleerd tegen Jehova en het gouden kalf opgericht. Mozes verscheen in hun midden, en in brandende toorn ontstoken zijnde, wierp hij de afgod neer en bestrafte Aaron. Het volk werd vervuld van vrees en ontzag door de...

Ex. 14:15 – Ontijdig bidden

Wat roept gij tot Mij? Ex. 14:15 Er kan een tijd komen, wanneer zelfs aan een Mozes deze vraag gedaan moet worden. Er is een ogenblik, wanneer roepen plaats moet maken voor handelen. Als het gebed verhoord en de Schelfzee gekliefd is, dan zou het schandelijke ongehoorzaamheid zijn, om te blijven sidderen en bidden. Daarom moet Mozes zijn staf opheffen en tot de kinderen Israels zeggen, dat zij...

Ex. 12:3-4 – Te klein voor een lam

Een ieder neme een lam, naar de huizen van de vaders, een lam voor een huis; maar indien een huis te klein is voor een lam, zo neme hij het en zijn nabuur, de naaste aan zijn huis, naar het getal van de zielen, een ieder naar dat hij eten kan; gij zult rekening maken naar het lam. (Ex. 12:3-4) Het lam moest gegeten worden, geheel en al gegeten, door allen, en terstond gegeten. De Here Jezus moet...

Gen. 49:8 – ‭Juda‭‭

Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op de nek van uw vijanden; voor u zullen zich uw vaders zonen neerbuigen. Gen. 49:8 Wij zullen Juda beschouwen als een type van onze Heere Jezus, die uit Juda is voortgekomen, die de Erfgenaam is van het koninklijk huis van David, en de Silo, tot wie de volken vergaderd zullen worden (1) In onze parallel zullen wij beide van de man...

Gen. 41:56 – Jozef opent de voorraadschuren

Zo opende Jozef alles, waarin iets was. Gen. 41:56 De geschiedenis van Jozef is voor ons van zeer veel gewicht; maar zij is vooral hierom nuttig, omdat zij op verwonderlijke wijze een type is van het leven van onze Heere Jezus. Merk op de goedheid van de voorzienigheid in het verwekken van Jozef om het huis Israels, ja, om de gehele wereld voor de hongerdood te bewaren. En merk dan daarna op de...

Gen. 33:13 – Zachtkens! Zachtkens!

Maar hij zei tot hem; Mijn heer weet, dat deze kinderen teder zijn, en dat ik zogende schapen en koeien bij mij heb: indien men dezelve maar een dag afdrijft, zo zal de gehele kudde sterven. Gen. 33:13 Jakob zou met Ezau gelijke tred hebben kunnen houden, indien hij alleen ware geweest, maar niet, met zoveel kinderen en zoveel vee. Hij kon niet verwachten, dat Ezau zo langzaam zou reizen als hij...

Gen. 33:9-11 – Ik heb genoeg

Ezau zei: Ik heb genoeg. Gen. 33:9 (1) Jacob zei: Ik heb genoeg. Gen. 33:11 (2) Het is even zeldzaam als aangenaam om iemand te ontmoeten, die genoeg heeft; de grote meerderheid haakt naar meer: Hier zien wij twee personen, die tevreden, vergenoegd, waren. Het is waar, beiden waren vermogende mannen; maar deze zijn dikwijls nog geldgieriger dan de armen. Om het wonder nog groter te maken, hebben...

Gen. 32:29‭ – Hij zegende hem aldaar

Hij zegende hem aldaar. Gen. 32:29 De voorname zaak is om een zegen te verkrijgen. De Engel heeft Jakobs nieuwsgierigheid niet bevredigd, toen Hij hem naar zijn naam vroeg; maar wel heeft hij hem gezegend. Moge heden met ons geschieden, wat de discipelen wedervoer, toen zij vroegen: “Zult gij in deze tijd aan Israel het koninkrijk wederoprichten?” en de Heere antwoordde: “Het...

Gen. 32:28 – Macht bij God

Als een vorst hebt gij macht bij God Gen. 32:28 (Eng. vert.) Macht bij God te hebben is een heerlijke, grote gave: het leidt tot het bezit van iedere vorm van macht. Geen wonder, dat er bijgevoegd is: “en bij de mensen.” Nadat Jakob bij God had overmocht, had hij geen reden meer om Ezau te vrezen. Merk op, dat het de macht is van een enkel persoon, tentoongespreid in een tijd van...

Gen. 19:5 – Het voorthaasten van Lot

Als de dageraad opging, drongen de engelen Lot aan. Gen. 19:15 Waren dit engelen of goddelijke verschijningen? Het maakt niet uit: het waren boodschappers, door God gezonden om te redden. In ieder geval leren ze ons hoe we met mensen om moeten gaan als we ze willen opwekken en zegenen. We moeten naar hen toe gaan in hun huizen. ‘Zij keerden tot hem in’; (Gen. 19:3) ze vertelden hoe de...

Steun ons met een donatie

Geachte bezoeker, mede dankzij uw hulp kunnen wij de kwaliteit en toegankelijkheid van Het Spurgeon Archief voortzetten.

Contact

C.H. Spurgeon

Charles Haddon Spurgeon

1834 – 1892 Was een Engelse baptistenpredikant in de puriteinse traditie. Belangrijke onderwerpen uit zijn prediking waren de vergeving van zonden en de noodzaak van wedergeboorte.