Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Mattheus 1:21
Veel mensen zullen, als hun gevraagd wordt wat ze onder zaligheid verstaan, zeggen: ‘Verlost te worden van de hel en naar de hemel gaan’ Dat is één van de gevolgen van de behoudenis, maar het is nog geen tiende van wat deze zegen inhoudt. Het is zeker waar dat onze Heere Jezus Christus Zijn hele volk van de toekomende toorn zal verlossen; Hij redt hen van het vreselijk oordeel dat zij door hun zonden verdiend hadden; maar Zijn overwinning houdt nog veel meer in. Hij verlost Zijn volk van ‘hun zonden’. O, heerlijke bevrijding van onze ergste vijanden. Waar Christus zijn verlossings- werk ten uitvoer brengt, werpt Hij de satan van zijn troon en zorgt Hij ervoor dat die niet langer de meester is. Niemand is oprecht Christen als de zonden nog in zijn sterfelijk lichaam heersen. De zonde woont nog wel in ons – die zal pas helemaal verdwijnen als onze ziel de heerlijkheid zal binnengaan – maar ze voert niet langer heerschappij over ons. Er zal sprake zijn van een strijd om de heerschappij, een begeren tegen de nieuwe wet en de nieuwe geest die God ingeplant heeft – maar de zonde zal nooit de overhand krijgen zodat die onbeperkt koning over onze natuur zou zijn. Christus zal Meester van ons hart zijn en de zonde zal gedood worden. De Leeuw uit de stam van Juda zal de overwinning behalen en de draak zal buiten geworpen worden. Belijder, is de zonde in u overwonnen? Als u geen heilig leven leidt dan is uw hart nog niet veranderd en als uw hart niet veranderd is dan bent u niet behouden. Als de Heiland u niet geheiligd en vernieuwd heeft, u niet een haat tegen de zonde en een liefde tot heiliging gegeven heeft, dan heeft Hij geen enkel werk der behoudenis in u verricht. Genade die iemand niet beter maakt dan anderen is geen echte genade. Christus verlost Zijn volk niet in hun zonde, maar van hun zonde. ‘Zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien.’ ‘Een ieder die de Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid.’ Als we niet van de zonden verlost zijn, hoe kunnen we dan hopen onder Gods volk gerekend te worden. Heere, verlos mij nu van alle kwaad en stel mij in staat mijn Heiland te verheerlijken.