Wie zich verheugen kan in het bezit van de Heere Jezus, heeft alles wat zijn hart verlangen kan. De geschapen dingen, zij zijn als een ondiepe, bedriegelijke beek, zij kunnen onze behoeften en nog minder onze wensen voldoen. ”Het rustbed van aards genot is te kort, dat de mens er zich op uitstrekken kan, en de deken is te smal, om er zich mee te dekken. ” Maar in Jezus is alles, wat de grootste verbeelding maar kan bedenken. Waar Hij is, maakt Hij elke andere genade overvloedig. In Hem is alle volheid. Zijn huis is vol, wanneer Hij daar is. Zijn genadetroon is vol, wanneer Hij die bekleedt. Zijn zalen zijn vol, wanneer Hij de heer van het feest is. De mensen buiten Christus zijn leeg, lampen zonder olie, beenderen zonder merg; maar wanneer Christus er is, dan is onze beker overvloeiende en ons brood overvloedig. Beter is een gerecht van groene moes in de gemeenschap met Hem, dan een rijk feest en een gemeste os. In gemeenschap met Hem is een onaanzienlijke hut een even goede woonplaats als het grote paleis van de rijke. Ga niet ver weg, o mijn hongerige ziel, blijf hier en vier feest met Jezus, want buiten Hem moet gij verhongeren, omdat al het andere leeg en onvoldoende is. Blijf bij Jezus, verzadig u met het goede, en verblijd u in Zijn volheid.