En Elisa bad en zeide: Heere, open toch zijn ogen, dat hij zie. 2 Koningen 6:17
We mogen een spoedig antwoord verwachten. God hoort het gebed. Wie weet of er hier niet velen zitten die verrast zullen worden door de geheime aanraking van de onzichtbare Geest, en ineens zullen merken dat ze in een nieuwe wereld zijn gezet? Het gebed van Elisa voor die jongen was niet — en het onze voor anderen is dat evenmin – dat ze iets zullen doen wat ze kunnen, dat ze een of ander talent zullen gebruiken dat ze al bezitten, maar dat hun een nieuwe blik geschonken zal worden, er in hen een nieuwe natuur geschapen zal worden door een kracht die volkomen boven en buiten hen is. We roepen de hand des Heeren in. We vragen de Heere een wonder te doen. We zouden, beste vrienden, willen dat jullie zouden krijgen wat geen opleiding je ooit kan verschaffen, wat geen promotie aan welke universiteit ook je ooit kan geven. We zouden willen dat jullie zouden krijgen wat geen jaren van ervaring of studie tot stand kunnen brengen. We wensen dat jullie een verandering zullen ervaren die de Heere alléén in jullie kan werken. We zouden willen dat jullie van de duisternis van de natuur zouden overgaan in Gods wonderbaar licht, van een afschuwelijke blindheid naar het heldere gezicht op de dingen die anders onzichtbaar zijn. Breng dat gebed voor de Heere, u die verkeert aan het hof van de hemel! Doe dat gebed voor kinderen, familieleden en vrienden! Roep: Heere, laat hen het gezicht ontvangen, door de genadige werking van Uw Heilige Geest!