Bij de meeste mensen wordt het geloof vermeerderd door vele moeiten. In dagen van zonneschijn worden wij niet sterk in het geloof. Dit gebeurt alleen in stormachtige dagen. Het geloof daalt niet zacht neer als de dauw van de hemel, gewoonlijk ontstaat het in storm en wervelwind. Kijk naar de oude eiken, hoe zijn zij zo diep in de aarde geworteld? Vraag het aan de maartse stormen, zij zullen u antwoorden. Noch de buien van april, noch de zonneschijn van mei hebben het gedaan, maar de ruwe winden, die de boom heen en weer schudden, waardoor hij dieper wortels schoot en sterker in de aarde bevestigd werd. Zo moet het ook met ons zijn. Thuis zullen wij geen goede soldaten worden; dat is alleen mogelijk tussen het gebulder van de kanonnen, in de hitte van de strijd. In de binnenwateren kunnen wij geen goede zeelui worden; dit is alleen mogelijk ver op de wijde zee, bij het huilen van de storm en het geratel van de God der legerscharen. Storm en orkaan maken sterke en moedige zeelui. Zij zien de grote werken des Heeren en Zijn wonderen in de diepte. Zo gaat het ook met een christen. Een groot geloof moet zwaar beproefd worden. Bunyan’s ’’Groothart” zou nooit Groothart geworden zijn, wanneer hij niet eerst ’’Moeilijk” geweest was. Zijn ’’Dapper voor de Waarheid” zou nooit vijanden op de vlucht gejaagd hebben of zo dapper geweest zijn, indien de vijanden hem niet eerst aangevallen hadden. Wij moeten grote beproevingen verwachten, voordat wij een groot geloof zullen krijgen.