... doet dat tot Mijn gedachtenis. 1 Korinthe 11:24
Het Avondmaal is door Christus Zelf ingesteld, en Hijzelf heeft als Eerste het voorbeeld gegeven hoe we het moeten houden. Wat de Doop betreft: u herinnert zich dat Hij heeft gezegd: ‘Want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen’, en heeft ons wat dat betreft een voorbeeld gegeven. In het Avondmaal was Hij het, Die als Eerste het brood zegende en brak. Hij was het Die als Eerste de beker liet rondgaan, en zei: ‘Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed.’ De apostel zegt het hier heel in het bijzonder: ‘De Heere Jezus’ (vers 23). Heel vaak gebruikt hij de naam ‘Christus’, en noemt Hem dan niet als ‘Zaligmaker’. Maar hier is het ‘de Heere Jezus’, om het ontzag en de eerbied te laten uitkomen die de apostel voelde toen hij, door het geloof, de Meester aan de eerste avondmaalstafel zag. Paulus kon het niet vergeten, dat hoewel Jezus toen de Heere over alles was, Hij in dezelfde nacht verraden werd. Hij at het brood met hem die zijn verzenen tegen Hem had opgeheven en Hem voor dertig zilverlingen had verkocht. En toch, zelfs in het voorgevoel van dat verraad, terwijl alles wat daarin besloten lag Zijn hart verscheurde, heeft Hij aan ons gedacht en deze plechtigheid ingesteld. Hij frist ons geheugen op wat betreft Zijn gezegende Persoonlijkheid, opdat wij niet overgegeven zouden worden de verrader te spelen, maar in alle tijden van beproeving standvastig zouden blijven. O broeders, het komt me voor dat we heel zorgvuldig moeten zijn bij het houden van deze plechtigheid, die onze Heere heeft ingesteld toen Zijn hart brak in Zijn lijden voor ons.
