Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede dezes lands eten; Maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult gij van het zwaard gegeten worden; want de mond des Heeren heeft het gesproken. Jesaja 1:18-20
Ik denk dat het wijsheid zal zijn van onze kant, zondige wezens die we zijn, om het voorstel dat God aan ons doet te accepteren. Hoe dan ook, we kunnen er niets door verliezen. Als de Heere zegt: “Komt dan, en laat ons samen rechten“, dan moet Hij er een bedoeling van liefde in hebben; laten we daarom komen en teruggaan naar onze God en met Hem rechten. Ik zou ieder mens hier, die er naar verlangt te doen wat goed is, willen uitnodigen om na te denken over zijn God en over zijn eigen wegen. Het is toch de hoogste tijd dat u zich wendt tot Hem die u al zo lang wederstaat. Daar is bijvoorbeeld Zijn Boek, leest u het? Getuigt de inhoud ervan niet tegen u? U vindt het niet de moeite waard om te weten wat God in zijn Woord heeft geopenbaard. U behandelt uw Maker en uw Vriend alsof Zijn brieven niet eens een uurtje lezen waard zijn; u laat ze volkomen veronachtzaamd achter. Is dit zoals het hoort? Als u het goede wilt doen voor God, zou het dan niet de eerste stap zijn om dit bevel te gehoorzamen: “Nu dan, alzo zegt de Heere der heirscharen: Stelt uw hart op uw wegen” (Haggai 1:5 SV). En zou de volgende stap niet zijn om gehoorzaam te zijn aan dat andere woord, ‘Gewen u toch aan Hem, en heb vrede; daardoor zal u het goede overkomen.’ (Job 22:21 SV)?