Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; Niet uit de werken, opdat niemand roeme. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. Efeziers 2:8-10
We moeten de oude leugen van satan blijven verwerpen, namelijk, dat de mensen door hun eigen werken gered kunnen worden. De vijgenbladeren, die Adam in elkaar heeft gevlochten om zijn naaktheid te bedekken, wordt nog steeds veel gebruikt door zijn nakomelingen. Zij willen het gewaad van de gerechtigheid van Christus niet aannemen, maar willen zichzelf gaan redden. Een paar woorden aan u, mijn vriend(in). Zegt u dat u naar de hemel zult gaan door de wet te houden? Hebt u nog nooit van het oude spreekwoord gehoord over het vergrendelen van de stal als het paard weg is; ik ben bang dat het heel toepasselijk is voor u! U sluit de stal nu af, maar bent u er zeker van dat het paard er nooit uit zal komen? Als u zo vriendelijk wilt zijn om te gaan kijken, zult u merken dat het paard er al uit is! Hoe kunt u de wet die u al hebt overtreden, houden? Als u gered zou worden, is de wet van God als een kuis albasten vaas die zonder barst of vlek aan God moet worden gepresenteerd. Maar ziet u niet dat u de vaas hebt gebroken? Kijk maar, er is daar een grote barst. “Ah!” zegt u, “dat is lang geleden gebeurt.” Ja, dat weet ik, maar toch is het een barst. En daaronder zit een zwarte vlek van uw duim. Waarom probeert u het toch, de vaas is al gebroken. U kunt niet naar de hemel gaan door uw goede werken als u er geen hebt.