In de hemelse schatkamer is geen zilveren staaf, die niet op aarde in de smeltkroes geweest is en zevenmaal gelouterd; geen edelsteen, die niet door de hemelse Juwelier op allerlei manieren getoetst is; geen stofje goud aan de kroon van de Verlosser, dat niet tussen vurige kolen gesmolten is om het van het schuim te reinigen. Ieder kind van God heeft dit met Hem gemeen. Bent u een dienaar van de Heere, dan moet u beproefd worden zoals het goud beproefd wordt.