Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Een gesloten bron, een verzegelde fontein. Hooglied 4 vers 12
In dit beeld, dat verband houdt met het inwendige leven van een gelovige, vinden we heel duidelijk de gedachte van verborgenheid. Het is een gesloten bron, net zoals de bronnen in het oosten, waar een bouwwerk overheen werd opgesteld, zodat niemand de bron kon bereiken, behalve zij die de geheime ingang kenden. Zo is het ook met het hart van de gelovige, als het door de genade vernieuwd is. Er is een verborgen leven, dat geen menselijk verstand kan bereiken. Het is een geheimenis, dat niemand naders kent; de bezitter kan het aan zijn buurman niet uitleggen. Onze tekst veronderstelt niet alleen verborgenheid, maar ook afzondering. Deze bron is geen openbare bron, waar iedere voorbijganger uit mag drinken. Het is een bron die heel bijzonder bewaard wordt. Deze bron draagt een bijzonder merkteken, het vorstelijke zegel van de Koning. Iedereen kan opmerken dat dit geen gewone bron is, maar een bron die een Eigenaar heeft en voor Hem afgezonderd is. Gods uitverkorenen zijn al van eeuwigheid af apart gezet. Zij zijn afgezonderd van de rest van de mensheid omdat zij een leven bezitten, dat anderen niet kennen. Het is voor hen onmogelijk om zich thuis te voelen in de wereld en te genieten van haar genoegens. In onze tekst ligt ook de gedachte van toewijding. Het hart van een Christen is een bron die voor Jezus wordt bewaard. Hij is apart gezet om Christus te dienen. Elke Christen moet voelen dat hij het zegel van God draagt en hij moet net als Paulus kunnen zeggen: ‘Ik draag de littekens van de Heere Jezus in mijn lichaam.’ De laatste gedachte die wij in onze tekst vinden, is de gedachte van veiligheid. O, hoe veilig is het inwendige leven van de gelovige. Al zouden alle machten van aarde en hel samenspannen om dit leven ten onder te laten gaan, het onsterfelijke beginsel blijft bestaan, omdat Hij Die het gaf, Zijn leven opofferde om het te bewaren. Wie zal je schade toe kunnen brengen als God je beschermt?