En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Jakobus 1: 5
Als iemand van u wijsheid tekortschiet. Er is geen sprake van ‘als’ in deze zaak, want ik weet zeker dat ik geen wijsheid heb. Wat weet ik? Hoe kan ik mijn eigen weg bepalen? Hoe kan ik anderen leiden? Heere, ik ben een en al dwaasheid en ik heb geen wijsheid. U zegt: ‘laat hij die dan vragen aan God.’ Heere, ik vraag het U nu. Hier bij Uw voetenbank vraag ik om de hemelse wijsheid die ik nodig heb voor de moeilijke en voor de eenvoudige dingen van deze dag; Want ik weet dat ik heel wat domme dingen kan doen, zelfs in duidelijke zaken, tenzij U mij er voor bewaard. Ik dank U dat ik er alleen maar om hoef te vragen. Wat een genade is het van U, dat ik alleen maar in geloof hoef te bidden en U mij wijsheid zal geven. U belooft mij ruim te onderwijzen, en dat ook nog zonder een boze leraar of een scheldende begeleider. Ook dit zal U geven zonder enige vergoeding aan mij te vragen. Schenk dit aan een dwaas die wijsheid nodig heeft. O HEERE, ik dank U voor dat positieve en uitdrukkelijke woord “en ze zal hem gegeven worden“. Ik geloof het. U wilt vandaag op deze dag nog Uw schat laten zien, de verborgen wijsheid die de verstandige uit de wereld nooit leert kennen. U leidt mij met Uw raad en ontvangt mij daarna in de heerlijkheid.