Worden we niet veroordeeld? Dan zijn Gods kinderen in Gods oog nooit schuldig als ze in Christus geloven. Bent u verbaasd dat ik dit zo zeg? Ik zeg het nog een keer: Vanaf het moment dat u in Christus gelooft, bent u in Gods oog niet schuldig meer, want dan ziet Hij u nooit buiten Christus. In uw eigen oog bent u vaak schuldig. U valt op uw knieën, zoals u ook moet doen; u huilt en klaagt. Maar zelfs dan, terwijl u bedroefd bent over aangeboren en dadelijke zonden, zegt Hij uit de hemel: ‘Als een gerechtvaardigde zondaar in Christus, is alles aan u mooi en lieflijk.’ U bent zwart als de tenten van Kedar in uw natuurstaat. Maar u bent mooi als de gordijnen van Salomo in Christus. U bent zwart in Adam, maar lieflijk in de tweede Adam.
Denk daar toch aan! In Gods oog bent u altijd lieflijk. In Gods oog bent u altijd mooi. In Gods oog bent u altijd volmaakt. Want u bent volmaakt in Christus Jezus. (Kol. 2:10; Kol. 1:28) In Christus bent u altijd geheel gewassen en gekleed. Onthoud dit. Dat ligt opgesloten in de woorden: ‘Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld.’ Vast en zeker. Het is ook groot dat u als gelovige nooit gestraft kunt worden voor uw zonden. God zal u kastijden om uw zonden, zoals een vader zijn kind kastijdt
Dat hoort bij de bedeling van het Evangelie. Maar God zal u nooit straffen voor uw zonden zoals de wetgever een misdadiger straft. Uw Vader kan u vaak straffen zoals Hij de goddelozen straft; maar nooit om dezelfde reden.De goddelozen staan daar vanwege hun eigen fouten. God geeft hun het loon dat zij hebben verdiend. Maar uw verdriet is niet uw verdiende loon; het is een teken van Gods liefde. God weet dat u uw pijn en moeite in zekere zin kunt beschouwen als een zegen die u niet verdient. Daar heb ik vaak aan gedacht in moeite en verdriet. Ik weet dat sommige mensen zeggen: ‘U hebt de moeite verdiend.’ Ja, mijn geliefde broeders, maar alle christenen samen hebben niet genoeg verdiensten om zoiets goeds als de liefhebbende vermaning van onze hemelse Vader te verdienen.
Misschien kunt u dat niet zo zien. U kunt niet geloven dat moeite en verdriet een ware zegen kunnen worden in het verbond. Ik weet echter dat de roede van het verbond net zo goed een genadegave is als het bloed van het verbond. Het is geen kwestie van verdienste. We krijgen deze slagen omdat we ze nodig hebben. Stel uzelf eens de vraag of u ooit zo goed bent geweest dat u die hebt verdiend. U hebt nooit zo ver kunnen komen dat u zo’n rijke, genadige leiding als deze verbondszegen hebt verdiend – de roede van onze kastijdende God. De wet slaat u nu nooit meer. Sinds u in Christus gelooft, heeft de wet geen macht meer over u.
Een Fransman valt niet onder de Engelse wet, omdat hij leeft onder de bescherming van zijn keizer.5 U bent niet onder de wet, maar u bent onder de genade. U valt niet onder de wet van de Sinaï, daarom kan de wet u niets doen. U bent niet in de Sinaï of in Arabië. U bent niet de zoon van Hagar, de zoon van de dienstmaagd, maar u bent de zoon van Sara. U bent naar Jeruzalem gekomen en u bent vrij. U bent buiten Arabië en u bent gekomen in Gods eigen gelukkige land. U bent niet onder Hagar, maar onder Sara, onder Gods genadeverbond.
U bent een kind van de belofte en u zult Gods eigen erfenis ontvangen. Geloof toch dat de vloek van de wet u nooit zal treffen. Nooit zal God als Rechter. Nooit zal God als Rechter boos op u zijn. Hij kan u wel kastijden, echter niet als straf op de zonde, maar als vrucht van Zijn eigen rijke genade. Hij wil de zonde uit u verdrijven om u te volmaken in de heiligmaking, zoals u nu volmaakt voor Hem bent in het bloed en de gerechtigheid van Jezus Christus.