Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Toen zei Amazia tegen de man Gods: Maar wat dan te doen met de honderd talent die ik aan de troepen van Israël gegeven heb? Daarop zei de man Gods: De HEERE heeft u veel meer te geven dan dit. 2 Kronieken 25 vers 9
Voor de koning van Juda was het een geweldig belangrijke vraag wat er met zijn geld zou gebeuren. Misschien is deze vraag nog wel belangrijker voor een beproefde en aangevochten Christen. Het is nooit prettig om geld te verliezen. En wanneer onze plicht het vraagt, is ons vlees toch niet altijd klaar om het offer te brengen. ‘Waarom zouden we verliezen wat we zo nuttig hadden kunnen besteden? Kan de waarheid ook niet te duur gekocht worden? Wat moeten we zonder dit geld doen? Denk aan onze kinderen en aan ons geringe inkomen!’ Al deze dingen, en nog duizend andere gedachten, kunnen ons verleiden om onze hand uit te steken naar onrechtmatige winst. Ze kunnen ons er ook van weerhouden om onze overtuigingen en ons geweten te volgen, vooral als dit een groot verlies met zich meebrengt. Niet iedereen ziet deze dingen in het licht van het geloof, en zelfs voor de volgelingen van de Heere weegt de gedachte: ‘We moeten toch ook leven!’ nog zwaar. ‘De HEERE heeft u veel meer te geven dan dit.’ Is dit geen geweldig antwoord op onze angstige vragen? Onze Vader heeft onze portemonnee in Zijn hand; wat wij om Zijnentwil verliezen, kan Hij ons duizendvoudig teruggeven. Het is onze plicht om Zijn wil te doen, en wij kunnen er zeker van Zijn dat Hij voor ons zal zorgen. De gelovigen weten dat een korrel vrede in het hart meer waard is dan een ton goud. Hij die een versleten jas over een goed geweten draagt, heeft een geestelijke welvaart die ver uitstijgt boven alles wat hij verloren heeft. Gods welbehagen en een gevangenis zijn genoeg voor een oprecht hart; Zijn ongenoegen en een paleis zouden een hel zijn voor een begenadigd hart. Laat het ergste maar komen, laat al ons geld verdampen, wij hebben een schat die boven is, waar Christus is, Die zit aan de rechterhand van de Vader. Onze schat is niet verloren. Bovendien worden de zachtmoedigen ook nu op aarde al door de Heere gezegend. Hij houdt het goud niet terug van hen die oprecht zijn in hun levenswandel.