Durf een Daniël te zijn
14 juni
Van Engeland Naar Italië
13 juni
Een Gemene Man
11 juni
Pinksteren
8 juni
Gebed en Eenvoud
6 juni
En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. Lukas 23:42-43 Deze man was de metgezel van onze Heere Jezus bij de poorten van het paradijs. Maar wie is deze man die samen met de Koning der heerlijkheid de paarlen poorten binnengaat? Wie is deze bevoorrechte metgezel van de Verlosser? Is het een geëerde martelaar? Een trouwe apostel misschien? Of een patriarch zoals Abraham, of een prins zoals David? Nee, het is geen van hen. Kijk en verwonder je over de soevereine genade: degene die met de Koning der heerlijkheid het paradijs binnengaat, is een misdadiger! Zijn redding is niet gering, en zijn zaligheid is allesbehalve onbelangrijk. Ik geloof dat de Verlosser hem meenam als een voorbeeld van wat Hij voornemens was te doen. Het lijkt alsof Hij aan alle hemelse machten wilde tonen: 'Ik neem een zondaar met Mij mee; hij staat symbool voor de rest.' Jezus sprak: 'Heden zult u met Mij in het paradijs zijn.' Het paradijs betekent een hof, een plaats vol heerlijkheden. De Hof van Eden was een voorafschaduwing van de ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? (Matt. 27:46) Wat is het resultaat van dit lijden? Wat was de reden ervoor? Onze Verlosser kon Zijn Eigen vraag beantwoorden. Ook al was Zijn geest voor een ogenblik in verwarring, toch kwam Hij spoedig tot helder inzicht; want Hij zei: 'Het is volbracht'; en Hij verwees toen naar het werk dat Hij in Zijn eenzame doodsstrijd had verricht. Waarom heeft God dan Zijn Zoon verlaten? Ik kan geen ander antwoord bedenken dan dit: Hij stond in onze plaats. Er was geen reden in Christus waarom de Vader Hem zou verlaten: Hij was volmaakt, en Zijn leven was smetteloos. God handelt nooit zonder reden; en aangezien er in het karakter en de Persoon van de Heere Jezus geen redenen waren waarom Zijn Vader Hem zou verlaten, moeten wij het elders zoeken.' 'Hij droeg al ons leed en pijn, Het was de onze, niet de Zijn. Zijn vlees gescheurd tot op het bot De ziele-angst, Zijn treurig lot.' 'Wij zagen Hem als door God verstoten, Een uitgeworpene, de hemel gesloten. Voor onze zonden zuchtte Hij en leed, ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Hoewel Jezus Zich verlaten voelde, liet Hij Zijn houvast aan God niet los. Hij roept uit: 'Mijn God.' Zelfs in Zijn diepste lijden gelooft Hij dat God nog steeds Zijn God is. Hij gebruikt het bezittelijk voornaamwoord twee keer: 'Mijn God, Mijn God.' Het is gemakkelijk om te geloven dat God de onze is wanneer Hij ons toelacht en wanneer wij de zoete gemeenschap van Zijn liefde in ons hart ervaren. Maar ware geloof toont zich juist wanneer wij aan God blijven vasthouden, zelfs wanneer Hij harde woorden spreekt, wanneer Zijn voorzienigheid lijkt te falen, en wanneer zelfs Zijn Geest van ons lijkt te zijn teruggetrokken. O, laat alles los, maar laat uw God nooit los. Als het schip wankelt en dreigt te zinken, en de storm woedt hevig, werp dan de ballast overboord—laat het goud gaan, werp het koren weg zoals de metgezellen van Paulus deden. Laat zelfs de eerste levensbehoeften gaan, maar houd vast aan uw God. Wanneer de glans van Gods tegenwoordigheid verdwijnt, moet een christen toch blijven geloven dat al ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe" (Matt. 27:45). Vanuit deze duisternis riep Jezus met luide stem, en de woorden die Hij uitsprak zijn voor ons nauwelijks te bevatten. Ze bevatten licht - helder en opvlammend licht - maar ook een kern van ondoordringbare duisternis, waar de ziel dreigt te bezwijken onder de verschrikkelijke verlatenheid en pijn. Op dat moment bevond onze Heere Zich in het moeilijkste stadium van Zijn lijdensweg. Hij had reeds urenlang de wijnpers betreden, het werk was bijna voltooid. Hij bereikte het hoogtepunt van Zijn smart, en uit de diepste put van ellende klonk Zijn jammerklacht: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Ik geloof niet dat er in de kronieken van tijd, of zelfs van eeuwigheid, een zin bestaat die zoveel pijn en verdriet bevat. Hier worden alsem en gal, en alle andere bitterheden overtroffen. Het is alsof u in een onmetelijke afgrond kijkt - en hoe ver u ook probeert te zien, er is geen ...
Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! Johannes 19:28 De grote Verlosser sprak de woorden: 'Ik heb dorst,' omdat Hij in de plaats van de zondaar was gesteld en de straf voor de zonde van de goddelozen moest ondergaan. De uitroep 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' wijst op het lijden van Zijn ziel, terwijl 'Ik heb dorst' het fysieke lijden van Zijn lichaam uitdrukt. Beide waren noodzakelijk, omdat van de God der gerechtigheid geschreven staat dat Hij 'zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel' (Mattheüs 10:28). De kwellingen die door de wet worden geëist, zijn tweevoudig en raken zowel het hart als het lichaam. Onze eerste ouders plukten van de verboden vrucht, en door ervan te eten brachten zij de dood over de mensheid. Eetlust was de toegangspoort tot de zonde, en daarom werd onze Heere juist op dat punt tot het lijden gedreven. Met 'Ik heb dorst' wordt het kwaad vernietigd en krijgt het zijn boetedoening. Onlangs zag ik een symbool van een slang die zijn eigen staart in zijn bek heeft, en hoewel ik misschien verder ga dan ...
Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! Johannes 19:28 Jezus sprak: 'Ik heb dorst,' en dat is de klacht van een mens. Onze Heere is de Schepper van de oceanen; het is Zijn hand die de vensters van de hemel opent en regen laat neerkomen op zowel de kwaden als de goeden. 'Van Hem is ook de zee, want Hij heeft haar gemaakt' (Ps. 95:5). Alle bronnen en fonteinen zijn door Zijn hand gevormd. Hij is degene die de beken doet stromen tussen de heuvels, die de snelstromende bergbeken hun weg laat vinden over de bergen, en die de rivieren voedt die de vlakten verrijken. Je zou denken dat, als Hij dorst had, Hij het ons niet zou zeggen, want alle wolken en regens zouden zich verheugen om Zijn voorhoofd te verfrissen, en de beekjes en stroompjes zouden blijmoedig aan Zijn voeten stromen. En toch, hoewel Hij de Heere van alles was, had Hij zo volledig de gedaante van een Dienstknecht aangenomen en was Hij zo volkomen gelijkvormig gemaakt aan zondig vlees, dat Hij met zwakke stem uitriep: 'Ik heb dorst.' Hoe waarachtig Mens is Hij! Hij is ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Op het moment dat Jezus deze woorden uitsprak, had God Hem aan Zijn vijanden overgeleverd. Er verscheen geen engel om tussenbeide te komen en de macht van de Romeinen of de Joden te breken. Hij leek volledig overgegeven aan hun genade. Het volk mocht Hem bespotten en pijnigen zoveel zij wilden, maar tegelijkertijd werd Hem het gevoel van Gods liefde als Mens ontnomen. De aangename tegenwoordigheid van God, die Hem Zijn hele leven had ondersteund, begon zich van Hem terug te trekken in de hof en leek volledig verdwenen toen Hij op het punt stond te sterven aan het kruis. Ondertussen braken de golven van Gods toorn over de zonde over Zijn geest, waardoor Hij zich bevond in de toestand van een ziel die door God verlaten was. Gelovigen kunnen soms een soortgelijke ervaring hebben - niet in dezelfde mate, maar toch in zekere mate. Waar zij gisteren nog vol vreugde waren omdat Gods liefde in hun hart was uitgestort, is dat gevoel vandaag verdwenen; zij voelen zich moedeloos en bedrukt. In zulke momenten ...
En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. Lukas 23:42-43 De gekruisigde misdadiger was de laatste metgezel van onze Heere op aarde. Wat een droevig gezelschap had onze Heere gekozen tijdens Zijn verblijf in deze wereld! Hij ging niet om met de godsdienstige Farizeeën, maar stond bekend als 'een Vriend van tollenaars en zondaars'. Wat een vreugde geeft mij dat! Het verzekert mij ervan dat Hij ook mij niet zal afwijzen. Toen de Heere Jezus mij tot vriend maakte, heeft Hij zeker geen keuze gemaakt die Hem eer bracht. Denk je dat Hij enige eer verwierf toen Hij jou tot vriend maakte? Hebben wij Hem ooit enig voordeel gebracht? Integendeel, wij zijn dankbaar dat Hij zei: 'Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.' Als Grote Geneesheer bracht onze Heere veel tijd door bij de zieken. Hij ging daar waar ruimte was voor Zijn helende zorg. Niet iedereen voelde de behoefte aan de Geneesheer; velen konden Hem niet waarderen en boden geen gelegenheid voor Zijn werk. Daarom bezocht Hij hun ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Onze Heere, ook al was Hij verlaten, ging door met het werk van Zijn Vader - waarvoor Hij gekomen was. 'Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Nee, Hij heeft het kruis niet verlaten; Hij maakte de nagels niet los, zoals Hij had kunnen doen, en daalde niet af naar de spotters om hen te verachten en te verjagen. Hij bleef bloeden en lijden totdat Hij kon zeggen: 'Het is volbracht,' en gaf pas de geest toen het volbracht was. Ik vind het, en ik denk jij ook, gemakkelijk en prettig om God te blijven dienen als ik Zijn liefde ten volle ervaar en Christus voor mijn ogen schittert, als elke tekst uit de Bijbel mijn hart verblijdt en als ik zielen tot bekering zie komen zodat ik weet dat God Zijn Woord blijft zegenen. Ja, dan is het gemakkelijk. Maar God blijven dienen als je er alleen maar tegenslagen voor terugkrijgt - als er geen succes is, en als je eigen hart in een staat van diepe duisternis is - dat is een ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:34 Zoals Christus was, zo moet ook Zijn kerk in deze wereld zijn. Christus kwam niet naar deze wereld om gediend te worden, maar om te dienen – niet om geëerd te worden, maar om anderen te redden. Wanneer de kerk haar werk verstaat, zal zij inzien dat zij hier niet is om rijkdom of eer voor zichzelf te vergaren, maar om onbaatzuchtig te leven en, zo nodig, te sterven voor de verlossing van de verloren schapen. Het gebed aan het kruis was een onbaatzuchtig gebed; Christus dacht daarbij niet aan Zichzelf. Zo behoort ook het gebed van de kerk een voorbede voor zondaars te zijn. De kerk zou nooit voor zichzelf moeten leven, maar altijd voor verloren mensenkinderen. Kerkgebouwen zijn niet gemaakt om comfortabel te zitten en te luisteren naar iets waarmee je je zondag aangenaam kunt doorbrengen. Een kerk die niet is gebouwd om goed te doen in de sloppenwijken en grotten van de stad, heeft geen bestaansrecht. Een kerk die er niet is om het kwaad te bestrijden, om dwalingen te bestrijden, om leugens te weerleggen; een kerk die er niet is om de kant ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Als onze Heere roept, doet Hij dat met de vragende stem van een liefhebbend kind. 'Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Hij stelt deze vraag niet uit nieuwsgierigheid, maar uit liefde. Hij roept met liefdevolle, bedroefde jammerklachten: 'Waarom, Mijn God? Waarom? Waarom?' Dit is een les voor ons, omdat wij moeten proberen uit te vinden waarom God Zich voor ons verbergt. Geen enkele gelovige zou er genoegen mee moeten nemen te leven zonder volledige zekerheid van het geloof. Geen enkele gelovige zou tevreden moeten zijn om ook maar een ogenblik te leven zonder zeker te weten dat Christus de zijne is. Maar wat moet hij doen als hij het niet weet en de zekerheid weg is? In elk geval moet hij nooit tevreden zijn totdat hij naar God is gegaan met de vraag: 'Waarom heb ik deze zekerheid niet? Waarom mis ik Uw aanwezigheid? Waarom kan ik niet leven in het licht van uw aangezicht?' Geliefden, soms is het antwoord op deze vraag: 'Jij hebt mij in de steek gelaten. Je hart is ...
En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. Lukas 23:42-43 De satan vraagt je om naar voren te komen zodat hij tegen je kan spreken; hij fluistert in je oor: 'Zie je, je kunt op het allerlaatst nog gered worden. Stel berouw en geloof uit; je kunt op je sterfbed nog vergeven worden.' Verafschuw zijn bedrieglijke leer. Wees niet ondankbaar omdat God goed is. Provoceer de Heer niet omdat Hij geduldig is. Zulk gedrag zou onwaardig en ondankbaar zijn. Neem geen vreselijk risico alleen omdat je aan het enorme gevaar ontsnapt bent. De Heer zal allen aannemen die berouw hebben; maar hoe weet je dat je berouw zult hebben? Het is waar dat de ene misdadiger gered is, maar de andere misdadiger is verloren gegaan. De ene is gered, dus mogen we niet wanhopen; maar de andere is verloren, dus moeten we niets veronderstellen. Beste vrienden, ik vertrouw erop dat jullie niet zo duivels zijn dat jullie uit Gods barmhartigheid een argument halen om door te gaan met zondigen. Als je dat doet, kan ik ...
Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs 27:43 Ik nodig u uit om te kijken naar de erkenning die deze spotters gaven van het geloof van onze Heere: 'Hij heeft op God vertrouwd.' De Heiland droeg geen bijzonder gewaad of teken waarmee Hij de mensen liet weten dat Hij op God vertrouwde. Hij was geen kluizenaar en sloot zich niet aan bij een klein groepje separatisten dat zich beroemde op hun bijzondere vertrouwen in Jehova. Hoewel onze Zaligmaker afgezonderd was van zondaars, was Hij een Mens onder de mensen en ging Hij in en uit onder de menigte als een van hen. Zijn enige bijzonderheid was dat Hij op God vertrouwde. Deze bijzonderheid was zelfs zichtbaar voor die goddeloze schare die er het minst van allen om gaf om een geestelijk kenmerk te bespeuren. Het is onwaarschijnlijk dat deze minachters ooit eerder iemand hadden bespot om zo'n zaak als deze. Het geloof was zo duidelijk in het dagelijks leven van onze Heiland dat de menigte hardop uitriep: 'Hij heeft op God vertrouwd.' Hoe wisten zij dat? Ik veronderstel dat zij niet anders konden ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Deze godverlatenheid was verschrikkelijk, want wie kan volledig beschrijven wat het betekent om door God verlaten te zijn? We kunnen alleen een veronderstelling doen op grond van onze eigen ervaringen van tijdelijke en gedeeltelijke verlatenheid, hoewel God ons in werkelijkheid nooit helemaal verlaten heeft, zoals Hij uitdrukkelijk beloofd heeft: 'Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten;' (Hebr. 13:5) toch hebben wij soms gevoeld alsof Hij ons had verstoten. Op deze manier kunnen we een klein idee krijgen van hoe de Heiland zich voelde toen Zijn God Hem had verlaten. De geest van Jezus werd overgelaten aan één duister feit, en er was geen enkel hoopgevend teken dat Hem troost kon bieden. Het was het uur waarin Hij voor God moest staan als een bewuste drager van de zonde, volgens die oude profetie: 'want Hij zal hun ongerechtigheden dragen' (Jes. 53:11b). Het was waar: 'Hij is voor ons tot zonde gemaakt' (2 Kor. 5:21m). Petrus zegt: 'Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout' (1 ...
Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! Johannes 19:28 Volgens de moderne gedachte is de mens een zeer fijn en nobel schepsel dat ernaar streeft zich te verbeteren. Hij is dan ook zeer te prijzen en te bewonderen, want zijn zonden zouden een zoektocht naar God zijn, en zijn bijgeloof een worsteling naar licht. De mens is een groot en aanbiddelijk wezen. Daarom moet de waarheid worden aangepast aan zijn behoeften, het Evangelie moet worden aangepast aan de verschillende generaties, en alle regels van het universum moeten in dienst worden gesteld van zijn belangen. Gerechtigheid moet plaatsmaken om te voorkomen dat zij te streng is voor zo'n rechtschapen wezen als de mens. Wat straf betreft, deze mag niet in zijn beschaafde oren worden ingefluisterd. In feite is het de bedoeling de mens boven God te verheffen en hem de hoogste plaats toe te kennen. Echter, dit is niet de waarheidsgetrouwe voorstelling van de mens zoals die in de Schriften wordt beschreven. Volgens de Schriften is de mens een gevallen schepsel met een vleselijk gemoed dat niet met God verzoend kan worden. Hij is een meer dan brutaal schepsel dat ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:34 De voorbede van onze Heere Jezus is buitengewoon barmhartig. Degenen voor wie Hij bad verdienden Zijn gebed niet. Ze hadden niets gedaan waardoor ze een beloning van Hem konden verwachten; integendeel, het waren mensen die het niet verdienden omdat ze hadden samengespannen om Hem ter dood te brengen. Ze hadden Hem gekruisigd en Zijn onschuldige leven weggenomen. Ze hadden Hem zeker nooit gevraagd om voor hen te bidden - het was de laatste gedachte die bij hen opkwam om te zeggen: 'Bid voor ons, Gij stervende Koning! Smeek om onze genade, Gij Zoon van God!' Ik durf te zeggen dat als ze het gebed hoorden, het ofwel met minachtende onverschilligheid werd genegeerd of tot onderwerp van spot werd gemaakt. Onze Heiland bad voor mensen die het gebed niet verdienden, maar die in plaats daarvan vervloekt hadden moeten worden - mensen die niet om gebed vroegen en het zelfs bespotten toen ze het hoorden. En zo staat er vandaag een grote Hogepriester in de hemel, die voor schuldige mensen pleit. Er is niemand op aarde die Zijn voorspraak verdient. Hij pleit voor niemand in de veronderstelling dat ze het ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:34a Onze Heiland onderging op dit cruciale moment de eerste martelingen van de kruisiging. De beulen hadden zojuist de spijkers door Zijn handen en voeten gedreven, terwijl Hij reeds in een uiterst verzwakte toestand verkeerde. Deze uitputting was het gevolg van de doodsstrijd die Hij de nacht ervoor in Gethsemane had doorstaan, gevolgd door de geseling en wrede bespotting die Hij de hele ochtend had moeten verduren van Kajafas, Pilatus, Herodes en de Pretoriaanse wachters. Desondanks kon noch de zwakheid van het verleden, noch de pijn van het heden Hem ervan weerhouden te blijven bidden. Hoewel het Lam Gods zweeg tegenover de mensen, bleef Hij in gebed tot Zijn Vader. Geen pijn of zwakheid kon Zijn heilige smeekbeden tot zwijgen brengen. Welk een voorbeeld stelt onze Heere ons hier! Laat ons blijven bidden zolang ons hart klopt; laat geen lijden ons wegdrijven van de troon der genade, maar laat het ons er juist dichter naartoe brengen. Onze gezegende Verlosser volhardde in gebed, zelfs toen de wrede nagels Zijn tere zenuwen verscheurden en de hamer, slag na slag, Zijn lichaam deed beven van angst. Deze buitengewone volharding kan worden verklaard ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:34a Is het je wel eens opgevallen wanneer het was dat Jezus pleitte? Het was terwijl ze Hem kruisigden. Ze hadden niet alleen de spijkers in Zijn handen en voeten geslagen, maar ook het kruis omhoog geheven en in de grond geduwd, en alle beenderen uit de kom gedreven, zodat Hij uitriep: 'Als water ben ik uitgestort, ontwricht zijn al mijn beenderen' (Ps. 22:15). Ach, lieve vrienden, het was toen dat deze lieve Zoon van God, in plaats van een kreet of een zucht, zei: 'Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.' Zij vroegen niet om vergeving voor zichzelf, Jezus vroeg om vergeving voor hen. Hun handen waren doordrenkt met Zijn bloed; en het was toen, zelfs toen, dat Hij voor hen bad. Laten wij denken aan de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad. Dat Hij zelfs al voor ons bad toen wij nog zondaars waren, toen wij in zonde leefden, en dronken zoals een os water drinkt. 'Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven' (Rom. 5:6). Zijn Naam zij geprezen! Hij bad voor jou, ...
Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs 27:43 God bevrijdt degene die op Hem vertrouwen. Gods tussenkomst voor de gelovigen is geen droom, maar een werkelijkheid. 'De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem' (Ps. 34:20). De hele geschiedenis bewijst de trouw van God. Zij die op God vertrouwen zijn in allerlei moeilijkheden geweest; maar zij zijn altijd verlost. Denk aan de veelvuldige en uiteenlopende beproevingen van Job. Toch hield God hem tot het einde toe staande, zodat hij God geen dwaze aanklacht deed toekomen, maar vasthield aan zijn geloof in de Allerhoogste. Als je ooit geroepen wordt tot de verdrukkingen van Job, zul je ook geroepen worden tot de ondersteunende genade van Job. Sommige dienaren van God zijn ondergegaan in hun getuigenis. Zij hebben getrouw getuigd voor God, maar zij zijn verworpen door de mensen. Zo was het ook met Jeremia, die geboren werd met minachting van degenen die hij wilde dienen. Toch werd hij verlost. Hij schrok er niet voor terug om trouw te zijn. Zijn moed kon niet tot zwijgen worden gebracht. Door oprechtheid werd hij bevrijd. ...
Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs 27:43 Het geloof van Jezus was een persoonlijk geloof; Hij geloofde dat de Vader Hem zou redden. Gezegend is het geloof dat zijn hand van mededogen over de hele wereld kan uitstrekken, maar dit geloof moet thuis beginnen. Wat heb je aan een lange arm als die niet aan de schouder vastzit? 'Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen.' Kom, geliefde, heb jij zo'n geloof in de levende God? Vertrouw je op God door Jezus Christus dat Hij je zal redden? Ja jij, arm onwaardig mens, de Heere zal je verlossen als je op Hem vertrouwt. Ja, arme man of vrouw, de Heere kan je helpen in je huidige moeilijkheden en ook in alle andere, en als je op Hem vertrouwt zal Hij dat ook doen. Moge de Heilige Geest je leiden om eerst op de Heere Jezus te vertrouwen voor de vergeving van je zonden, en dan op God te vertrouwen voor al het andere dat nodig is. Laten we hier een ogenblik bij stilstaan. Als een mens op God vertrouwt, niet ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Let goed op het roepen van Jezus: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Het is uit pure doodsangst en diepe kwelling, dat Hij dit uitroept. Het is de zielsangst van een Godvruchtig Mens, want alleen een mens in die toestand zou een dergelijke uitdrukking hebben gebruikt. Laten we er nuttige lessen uit trekken. Deze uitroep van Jezus aan het kruis is uit de Bijbel genomen. Getuigt het niet van de liefde van onze Heere voor de Schriften, dat Hij, toen Hij Zijn hevigste smart ondervond, Zich tot de Schrift wendde om er een passende uitdrukking te vinden? Dit is de openingszin van de tweeëntwintigste Psalm. O, dat we het geïnspireerde Woord zo lief mogen hebben dat we niet alleen zingen op haar muziek, maar zelfs wenen op haar muziek! Merk nogmaals op dat de klaagzang van onze Heere een betoog is tot God. De godvruchtigen, wenden zich in hun angst tot de hand die hen slaat. De uitroep van de Verlosser is niet tegen God, maar tot God. 'Mijn God, Mijn ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:34a Ik heb een brief in mijn zak van een geleerde man met een zekere reputatie; hij was een agnost. In zijn brief zegt hij dat hij een sarcastische agnost was, en hij schrijft dat hij God looft en God vraagt mij te zegenen omdat ik hem aan de voeten van de Heiland heb gebracht. Hij zegt: 'Ik was in dit leven niet gelukkig, ik had geen hoop voor het hiernamaals.' Ik geloof dat dit een eerlijke beschrijving is van menig ongelovige. Welke hoop is er buiten het kruis van Christus voor het hiernamaals? De beste hoop die zo iemand heeft is te sterven als een hond en dat de dood ook werkelijk het einde is. Dit is bij veel vrome en ernstige mensen ook het geval, en ik heb zo'n medelijden met hen omdat ik geen idee heb wat hun hoop nu eigenlijk is. In ieder geval is hun hoop niet dat ze nu naar de hemel zouden kunnen, nee, er moeten volgens hen eerst nog een aantal louterende pijnen worden doorstaan. Ach, wat een arm geloof om mee te sterven, wat ellendig om zo'n hoop te ...
Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! Johannes 19:28 Ik denk niet dat Hij alleen maar natuurlijke dorst had. Het is waar, Hij dorstte naar water, maar Zijn ziel dorstte naar iets hogers. Hij heeft deze woorden inderdaad gesproken opdat het Schriftwoord vervuld zou worden wat betreft het aanbieden van de edik. Maar de verlangens van Zijn lichaam en ziel waren altijd met elkaar in harmonie. Naast de lichamelijk dorst was ook Zijn ziel dorstig. De woorden 'Ik heb dorst' beschrijven hoe Hij ernaar hunkerde om mensen te redden. Deze dorst had Hij al vanaf het begin dat Hij op aarde leefde. 'Wist u niet,' sprak Hij, toen Hij nog een jongen was, 'dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?' (Luk. 2:49b). Zei Hij niet tegen Zijn discipelen: 'Maar Ik moet met een doop gedoopt worden, en hoe beklemt het Mij, totdat het volbracht is' (Luk.12 :50). Hij dorstte om jou uit de kaken van de hel te rukken, om jouw losprijs te betalen, en je te bevrijden van de eeuwige verdoemenis die jou boven het hoofd hing; en toen aan het kruis het werk bijna ...
Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft. Mattheüs 28:6 Elke gebeurtenis die verbonden is met het leven van Christus is voor de christen buitengewoon belangrijk. Heel Zijn vermoeiende pelgrimstocht, van de kribbe van Bethlehem tot het kruis van Golgotha, is in onze ogen geplaveid met heerlijkheid. Elke plaats waar Hij kwam, is heilig voor onze ziel, omdat onze Verlosser daar eens Zijn voetstappen heeft gezet. Maar wanneer Hij Golgotha bereikt, wordt onze belangstelling groter; in de lijdensweg van de kruisiging gaan onze dierbaarste gedachten uit naar Hem. Onze innige liefde laat ons niet toe Hem te verlaten, zelfs niet wanneer Hij, na de strijd, de geest geeft. Wanneer Zijn lichaam van het kruis wordt afgehaald, is het in onze ogen nog steeds lieflijk. Door het geloof zien wij Jozef van Arimathea en de schuchtere Nicodemus, bijgestaan door de heilige vrouwen, de spijkers verwijderen en het verminkte lichaam naar beneden halen. Wij zien hoe zij Hem in schoon zuiver wit fijn lijnwaad wikkelen, Hem met specerijen omringen en Hem vervolgens in Zijn graf leggen, en weggaan om de Sabbatsrust te houden. Wij zullen bij deze gelegenheid Maria volgen op de morgen van de eerste dag van de week, toen ...
Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft. Mattheüs 28:6b Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft. Aanschouw het met diep ontzag, want jij en ik zullen daar ook moeten liggen. Vanuit het graf klinkt een droevig geluid. Luister naar wat zij zegt: 'Gij nog levende mensen, kijk naar de aarde waar u zo dadelijk zult komen te liggen'. Vorsten, ondanks al uw macht zal deze klei uw bed zijn. Het hoofd van de grote, de wijze, de eerbiedwaardige man, zal even diep liggen als het onze. Het is een feit waar we niet vaak bij stilstaan, maar over een tijdje zullen we allemaal dood zijn. Ik weet dat ik uit stof ben geschapen en niet uit ijzer; over enige tijd moet mijn lichaam tot zijn oorspronkelijke bestanddelen terugkeren. Probeer je jezelf wel eens het moment voor te stellen dat jouw ziel van je lichaam gescheiden zal worden? Mijn vrienden, er zijn sommigen onder jullie die zich zelden realiseren hoe oud zij zijn, en hoe dicht zij bij de dood staan. Wij moeten onze broosheid gedenken. Zo nu en dan denk ik aan het tijdstip van mijn heengaan. Ik weet niet of ik een pijnlijke dood zal ...
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46 Jezus heeft een heerlijk antwoord gekregen op Zijn vraag. En zo zal ieder mens in dezelfde gezindheid en in het uur van de duisternis, een antwoord krijgen op dezelfde vraag. Onze Heere stierf. Er was Hem nog geen antwoord gegeven op de vraag, maar de vraag bleef op aarde, in de hemel en in de hel weergalmen. Drie dagen sliep Hij in het graf, en na enige tijd ging Hij naar de hemel, en ik denk dat het mij is toegestaan mijn verbeelding te gebruiken als ik zeg dat toen Hij daar binnenging, de echo van Zijn woorden, "waarom hebt U Mij verlaten?" wegstierf, en de Vader Hem toen het concrete antwoord op de vraag gaf. Want daar, langs de gouden straten, stonden scharen in witte klederen, die allen hun Verlosser verheerlijkten, en de Naam van Jehova en het Lam toezongen. Dit was een deel van het antwoord op Zijn vraag. God had Christus verlaten opdat deze uitverkoren zielen door Hem zouden leven; zij waren het loon van Zijn arbeid; zij waren het antwoord ...
Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft. Matt. 28:6b Het graf van Jezus is geen gewoon graf. Het is geen uitgegraven gat voor een zwerver, waarin de laatste resten van zijn arme en oververmoeide botten zijn begraven. Het is een vorstelijk graf. Het is gemaakt van marmer en uitgehouwen in de zijkant van een heuvel. Lezer, kom eens naast me staan en vraag jezelf eens af waarom Jezus zo'n kostbaar graf had. Hij had geen mooie kleren. Hij had geen prachtig paleis, er was geen plek waar Hij zijn hoofd kon neerleggen. Zijn sandalen waren niet met goud versierd, Hij was arm. Waarom lag Hij dan in zo'n edel graf? Het lichaam van Christus doorstond schande, spot, hoon en smaad totdat Hij Zijn grote werk had volbracht. Hij werd vertrapt, 'Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten' (Jesaja 53:3). Maar zodra Hij Zijn werk voltooid had, zei God: dit lichaam zal niet langer te schande worden gemaakt. Jezus sliep in een kostbaar graf omdat Zijn Vader van Hem hield en Hem eerde omdat Hij Zijn werk had volbracht. Hoewel het een kostbaar graf is, is het wel een geleend graf. Kijk eens omhoog, ...
En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. Lukas 23:42-43 Het verlossingsverhaal van de stervende misdadiger is nog steeds een voorbeeld van Christus' macht om te verlossen. Maar ook van Zijn bereidheid om iedereen te ontvangen die tot Hem komt, in welke benarde situatie dan ook. Ik kan deze daad van genade niet als een op zichzelf staand geval beschouwen, net zo min als de redding van Zacheüs, de herstelling van Petrus of de roeping van Saulus de vervolger. Elke bekering is in zekere zin uniek: geen twee zijn precies gelijk, en toch lijkt de ene bekering op de andere. Het geval van de stervende misdadiger lijkt veel meer op onze bekering dan je zou denken. In feite kan zijn geval eerder als kenmerkend worden beschouwd dan als een uitzonderlijk geval. Daarom wil ik er deze keer bij stilstaan. Ik hoop dat de Heilige Geest erdoor zal spreken om je te bemoedigen als je op het punt staat wanhopig te worden! Vergeet niet, lieve vriend, dat onze Heere Jezus, op het moment dat Hij ...
Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs 27:43 Met deze woorden gaat de profetie in de Psalmen in vervulling. 'Allen die mij zien, bespotten mij; zij trekken de lippen op, zij schudden het hoofd en zeggen: Hij heeft zijn zaak op de HEERE gewenteld – laat Die hem bevrijden! Laat Die hem redden, als Hij hem genegen is (Psalm 22:8-9).' Onze Heere beantwoordt de oude profetie naar de letter. Het is heel pijnlijk voor het hart om onze gezegende Meester voor te stellen toen Hij stierf, te midden van een wilde menigte, die naar Hem keek en Hem bespotte, Zijn gebed belachelijk maakte en Zijn geloof beledigde. Voor hen was niets heilig; zij drongen het heilige der heiligen van Zijn vertrouwen in God binnen en bespotten Hem over dat geloof in de HEERE waarvan zij wisten dat het waar was. Zie, beste vrienden, hoe slecht de zonde is, omdat de Zondedrager zo smartelijk lijdt om er verzoening voor te doen! Zie ook de schande van de zonde, want zelfs de Vorst der heerlijkheid wordt, als Hij de gevolgen ervan draagt, met verachting overladen! Zie ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:43a God heeft ons de wet gegeven en we zijn verplicht om ons daaraan te houden. Als ik dwaal omdat ik de wet niet ken, is dat nog steeds zonde. Onder de Mozaïsche Wet bestonden er zonden van onwetendheid en daar waren speciale offers voor. De onwetendheid maakte de zonde niet ongedaan. Velen van ons die nu tot het volk van Christus behoren, zouden veel meer kennis van onze Heere hebben gehad als ze in het verleden meer aandacht aan Hem hadden besteed. Toen je een vrouw zocht, deed je dat zorgvuldig en weloverwogen. Toen je een bedrijf wilde beginnen, dacht je na over de apparatuur die nodig was om het werk te doen. Maar je hebt niet nagedacht over wat Christus en de Vader van je verlangden; dit maakt je nalatigheid opzettelijk en niet dat is niet te rechtvaardigen. Er waren momenten waarop je heel goed besefte dat dit verkeerd was. Je keek naar de winst die het je zou opleveren en je verkocht je ziel voor die prijs en deed opzettelijk iets waarvan je heel goed wist dat het verkeerd was. Zijn er hier geen mensen, ...
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23:34a Wat een zachtmoedigheid en vergevingsgezindheid komt hier naar voren; wat een almachtige liefde! Jezus zei niet tegen hen die Hem kruisigden: 'Ga weg van Mij!' Eén zo'n woord en ze zouden allemaal gevlucht zijn.Toen ze in de hof kwamen om Hem gevangen te nemen, stapten ze achteruit en vielen op de grond. Dit gebeurde nadat Jezus slechts een korte zin had gesproken; en nu Hij aan het kruis hangt, zou één woord het hele gezelschap op de grond hebben doen vallen of in doodsangst hebben doen vluchten. Maar Jezus zegt geen woord om Zichzelf te verdedigen. Toen Hij tot Zijn Vader bad, had Hij terecht kunnen zeggen: "Vader, zie wat ze Uw geliefde Zoon aandoen. Straf hen voor al het onrecht dat ze Hem aandoen, ondanks dat Hij van hen hield en al het mogelijke voor hen heeft gedaan." Maar in de woorden die Jezus uitspreekt is er geen gebed dat oproept tot veroordeling. Van oudsher stond er door de profeet Jesaja geschreven: 'Hij heeft voor de overtreders gebeden' (Jes. 53:12b), en hier wordt het vervuld. Hij pleit voor Zijn moordenaars: "Vader, vergeef het hun." Hij zegt ...
Het was heel belangrijk dat de woorden van onze Heere aan het kruis werden vastgelegd en bewaard. Zoals er geen gebeente van Hem gebroken zal worden, zo zal er geen woord van Hem verloren gaan. De Heilige Geest zorgde er speciaal voor dat elk van de heilige uitspraken nauwkeurig werd opgetekend. Omdat deze zeven uitspraken zo getrouw werden vastgelegd, is het niet verrassend dat ze vaak het onderwerp van geestelijke overpeinzingen zijn geweest. Kerkvaders, predikers en theologen stonden graag stil bij elke lettergreep van deze wonderlijke uitroepen. De plechtige zinnen die Hij heeft uitgesproken hebben geschenen als de zeven gouden kandelaren of de zeven sterren van de Apocalyps en hebben mensenmassa's verlicht. Ik kan je niet meer dan een voorproefje geven van dit rijke onderwerp, maar ik ben op twee manieren bijzonder geraakt door de laatste woorden van onze Heere Jezus. Ten eerste leren en bevestigen zij veel van de leerstukken van ons heilig geloof. 'Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen' (Luk. 23:34m) is de eerste. Ziehier de vergeving van de zonde, als antwoord op de smeekbede van de Verlosser. 'Heden zult u met Mij in het paradijs zijn' (Luk. 23:43b). Ziehier de zekerheid van de gelovige in ...
Toen zij op de plaats kwamen die Schedel genoemd werd, kruisigden ze Hem daar, met de misdadigers, de één aan de rechter- en de ander aan de linkerzijde. En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En ze verdeelden Zijn kleren en wierpen het lot. En het volk stond toe te kijken. En met hen beschimpten ook hun leiders Hem. Zij zeiden: Anderen heeft Hij verlost, laat Hij nu Zichzelf verlossen als Hij de Christus is, de Uitverkorene van God. En ook de soldaten kwamen Hem bespotten en brachten Hem zure wijn. En zij zeiden: Als U de Koning van de Joden bent, verlos dan Uzelf. En er was ook een opschrift boven Hem geschreven in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: DIT IS DE KONING VAN DE JODEN. En een van de misdadigers die daar hingen, lasterde Hem en zei: Als U de Christus bent, verlos dan Uzelf en ons. Maar de andere antwoordde en bestrafte hem: Vreest zelfs u God niet, nu u hetzelfde vonnis ondergaat? En wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben, maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, ...
Toen leverde hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. Johannes 19:16 Terwijl Jezus door de straten trok, keek een grote menigte toe. In de menigte bevond zich een klein aantal teerhartige vrouwen, waarschijnlijk zij die genezen waren of wier kinderen door Hem gezegend waren. Zij slaakten een zeer luide en bittere kreet, zoals Rachel die weende om haar kinderen, en weigerde getroost te worden omdat zij er niet meer waren. (Jeremia 31:15). De stem van medelijden won het van de stem van verachting. Maar Jezus stond stil en zei: 'Dochters van Jeruzalem, huil niet over Mij, maar huil over uzelf en over uw kinderen' (Lucas 23:28b). Het verdriet van deze goede vrouwen was een zeer gepast verdriet; Jezus verbood het hen op geen enkele manier, Hij raadde hen alleen een ander verdriet aan dat beter zou zijn. De meest Bijbelse manier om het lijden van Christus te beschrijven is niet door te proberen medelijden op te wekken door middel van kleurrijke beschrijvingen van Zijn bloed en wonden. Welke droefheid, beste vrienden, moet dan worden opgewekt door een blik op het lijden van Christus? Het is dit - huil ...
Het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel. Hebreeën 12:24b Van alle stoffen is bloed de meest mysterieuze en in sommige manieren ook de meest heilige. De Schrift leert ons -tenslotte is er heel wat filosofie in de Schrift- dat “de ziel van het vlees in het bloed” is (Lev. 17:11). Het leven ligt dus in het bloed. Bloed is daarom de mysterieuze band tussen lichaam en ziel. Hoe het kan dat de ziel op de een of andere manier een verband met het lichaam heeft door het bloed kunnen we niet begrijpen. Zeker is in ieder geval dat deze merkwaardige band die deze schijnbaar verschillende zaken bijeenbrengt zo is, dat de ziel in het lichaam kan leven en het leven in het bloed kan liggen. God heeft een hoge heiligheid aan het bloedvergieten gehecht. Onder de Joodse bedeling werd zelfs het bloed van dieren heilig geacht. De Joden mochten nooit bloed eten, het was te heilig om voedsel van de mens te worden. De Jood was slechts bij uitzondering gemachtigd zijn eigen voedsel te doden. Hij mocht het niet doden, tenzij hij het vergoten bloed als offerande aan de Almachtige offerde. Bloed werd door God geaccepteerd als ...
Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft. Mattheüs 28:6b Het eerste wat je opmerkt, wanneer je bij Zijn lege graf staat, is Zijn Goddelijkheid. De doden in Christus zullen als eerste opstaan tijdens de opstanding; maar Hij Die als eerste opstond - hun Gids - stond op een andere manier op. Zij staan op door een kracht die volledig buiten hen ligt, maar Hij stond op door Zijn eigen kracht. Omdat Hij God is, kon het graf Hem niet vasthouden. De dood had niet langer heerschappij over Hem. Niets getuigt meer van de godheid van Christus dan Zijn wonderbaarlijke opstanding uit de dood door de heerlijkheid van de Vader. Gelovige, jouw Jezus is God. Zijn brede schouders die jou overeind houden zijn waarlijk Goddelijk. Het beste bewijs hiervan is Zijn herrijzenis uit de dood. Zie Zijn lege graftombe. Vriend, het is een teken van je vrijspraak en je volledige kwijting. Als Jezus de schuld niet had betaald, zou Hij niet uit het graf zijn opgestaan. Hij zou daar tot op dit moment hebben gelegen, als Hij niet de hele schuld had kwijtgescholden door eeuwige gerechtigheid te vervullen. Vriend, is dat geen overweldigende gedachte? "It is finished, it is ...
Toen leverde hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. Johannes 19:16 Er waren nog twee andere kruisdragers in de menigte; het waren misdadigers; hun kruisen waren even zwaar als die van de Heere, en toch, had tenminste één van hen geen sympathie met Hem, en het dragen van het kruis leidde slechts tot zijn dood, en niet tot zijn verlossing. Ik heb wel eens mensen ontmoet die veel geleden hadden; zij hadden hun hele leven hard gewerkt en in één klap al hun geld verloren, of zij lagen jaren op een ziekbed, en zij veronderstelden daarom dat, omdat zij zoveel geleden hadden in dit leven, zij daardoor de straf van de zonde hierna zouden ontkomen. Ik zeg jullie, vrienden, dat de misdadiger zijn kruis heeft gedragen en eraan is gestorven. Daarom zult jij ook je smarten met je mee dragen en ermee verdoemd worden, als je jezelf niet bekeert. Deze verbitterde kruisdrager verliet zijn lijdensweg aan het kruis - en het was inderdaad een lijdensweg om aan een kruis te sterven - om naar het helse vuur te gaan. En ook jij kunt van je ziekbed of uit ...
Toen leverde hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. Johannes 19:16 Laten we in gedachten eens stilstaan bij Christus Jezus die Zijn kruis draagt. We zien Jezus uit de zaal van Pilatus komen, Hij draagt het zware kruis op Zijn schouder, maar door vermoeidheid loopt Hij langzaam en Zijn vijanden dringen aan op Zijn dood. Ze vrezen dat Hij zal sterven voordat Hij de executieplaats bereikt en willen dat iemand anders helpt Zijn last te dragen. Ze wijzen Simon, een Cyreniër die van het platteland kwam, aan om het kruis te dragen. We weten niet zeker of Simon een discipel van Christus was; hij kan net zo goed een sympathieke toeschouwer zijn geweest. Omdat hij net van het platteland kwam en niet wist wat er aan de hand was, voegde hij zich bij de menigte en dwongen ze hem het kruis te dragen. Of hij nu een discipel was of niet, we hebben alle reden om aan te nemen dat hij dat later werd; we lezen dat hij de vader was van Alexander en Rufus, twee personen die bekend waren in de vroege Gemeenten. Laten we hopen dat ...
Toen leverde hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. Johannes 19:16 Laten we eens stilstaan bij het feit dat Jezus buiten de poorten van de stad werd geleid. Deze kleine heuvel werd Golgotha genoemd omdat hij enigszins leek op de schedel van een mens. Het was de gebruikelijke executieplaats en ook een van de kastelen van de dood. Hier bewaarde de grimmige heerser zijn gruwelijke trofeeën. Onze grote held, de Overwinnaar van de Dood, betrad zijn territorium, doodde het monster in zijn eigen kasteel en sleepte de draak uit zijn hol. Ik veronderstel dat de Dood het een geweldige overwinning vond toen hij onze Meester, bebloed en doorboord in de heerschappij van de vernietiging, aan het kruis zag hangen. Maar wat had hij het mis, want hij wist niet dat het graf en de dood door deze gekruisigde Mensenzoon zouden worden overwonnen. Golgotha was de plaats van executie. Christus moest sterven als een misdadiger, op een plaats waar gruwelijke misdaden hun verdiende loon kregen. Dit maakte Zijn schaamte nog groter. Maar daardoor heeft Hij ons des te meer tot zich getrokken, want Hij is: 'onder de overtreders is ...
En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. En terwijl Hij Zijn kruis droeg, ging Hij de stad uit naar de plaats die schedelplaats genoemd wordt. Johannes 19:16b en 17a Nadat onze Heere Jezus Christus door Pilatus was veroordeeld, werd Hij overeenkomstig onze tekst weggeleid. Pilatus geselde onze Heiland volgens de gewoonte van de Romeinse rechtbank. De soldaten oefenden hun wrede ambt uit op Zijn schouders met hun roeden en roeden totdat de zweepslagen hun volle aantal bereikten. Jezus werd veroordeeld tot kruisiging, maar voordat Hij werd weggeleid werd Hij overgedragen aan de Praetoriaanse wacht, opdat deze ruwe legionairs Hem konden beledigen. Ze bespotten en beledigen Hem op alle mogelijke manieren die wreedheid en minachting maar kunnen bedenken. De doornenkroon, het purperen gewaad, het riet waarmee ze Hem sloegen en het speeksel waarmee ze Hem bevuilden, dit alles kenmerkte de minachting waarmee ze de Koning van de Joden behandelden. Toen ze de spot met Hem hadden gedreven, trokken ze het purperen gewaad dat Hij had gedragen uit. Deze grove daad veroorzaakte veel pijn. Zijn onbehandelde en open wonden, die nog bloedden van de zweepslagen, zorgden ervoor dat het scharlakenrode kleed aan Hem bleef vastkleven. En toen het werd uitgetrokken, bloedden zijn wonden opnieuw. Hij ging ...
Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige; gijlieden moogt toezien. En al het volk, antwoordende, zei. Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen. Mattheus 27:24-25 De ergste zonde die het menselijk ras begaan heeft is de kruisiging van Christus. In Zijn dood vinden we alle zonden als in een gemeen complot verbonden. Afgunst, hoogmoed, haat, hebzucht, leugen en godslastering gingen over in wreedheid, wraak en moord. De duivel stapelde al onze zonden op het Vrouwenzaad; ze omringden de Heere als bijen. Alle zonden van mensen van alle eeuwen waren verzameld rond het Kruis. Evenals alle rivieren in de zee uitkomen, verzamelden alle misdaden zich om de Zoon van God te doden. Alsof de hel een samenkomst hield, kwamen alle verschillende soorten van zonden als op afspraak samen, leger op leger haastte zich naar de strijd. Alle zonden maakten God tot hun prooi, zoals gieren zich op een lijk storten. Door al die verzamelde troepen van zonden werd de ergste zonde, die ooit onder de zon plaats vond, begaan. Verdorven handen kruisigden ...
Indien de priester, die gezalfd is, zal gezondigd hebben, tot schuld des volks, zo zal hij voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, offeren een var, een volkomen jong rund, den Heere ten zondoffer. Leviticus 4:3 Zij die Christus willen preken, maar niet de gekruisigde Christus, missen de ziel en de essentie van ons heilig geloof. “Laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen Hem geloven” roepen de unitariërs. Alles behalve een gekruisigde God. Maar daar ligt nu net het geheim van het mysterie en het hart en de kern van ons vertrouwen. Een Verlosser die regeert, daar verheug ik mij in. De gedachte aan de heerlijkheid die komt laat onze ogen stralen. Maar toch is de bloedende Verlosser de hoop van de zondaar. De zondaar kijkt naar het kruis, het centrum van ellende, voor troost. Niet naar de sterren van Bethlehem of de brandende zon van het duizendjarige Koninkrijk. Iemand die zich aansloot bij onze kerk zei: “Meneer, ik geloofde in een verheerlijkte Christus maar dat gaf me nooit troost. Nu ik geloof in een gekruisigde Christus heb ik vrede.” Op Golgotha is troost en daar alleen. Dat Jezus leeft, is vreugdevol. Maar de grond voor die vreugde is, ...
En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf de geest. En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven naar beneden. Matt. 27:50,51. Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, op een verse en levende weg. Die Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door zijn vlees. Hebr. 10:19,20. Het sterven van onze Heere Jezus Christus werd op een gepaste wijze omgeven door wonderen. Toch is het zelf een zó veel groter wonder dan alle andere, dat het die even overtreft, als de zon de planeten, die haar omringen, in glans te boven gaat. Het schijnt heel natuurlijk, dat de aarde beefde, dat graven werden geopend, en dat het voorhangsel van de tempel scheurde, toen Hij, die alleen onsterfelijkheid heeft, de geest gaf. Hoe meer ge over de dood van de Zoon van God denkt, des te meer zult ge erover verbaasd staan. Evenzeer als een wonder een gewone gebeurtenis overtreft, zo gaat ook dit wonder der wonderen alle machtige wonderen te boven. Dat de goddelijke Heere , en dat nog wel gehuld in sterfelijk vlees, neerdaalde om zich te onderwerpen aan de ...
Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon "Voor Iedere Avond" Ik ben met Christus gekruist. Galaten 2:20 De Heere Jezus Christus handelde in hetgeen Hij deed, als een grote, openbare Vertegenwoordiger, en Zijn sterven aan het kruis was feitelijk het sterven van al Zijn volk. Toen betaalden al Zijn heiligen aan de gerechtigheid wat er werd geëist, en bewerkten een voldoening aan de goddelijke toorn voor al hun zonden. De apostel van de heidenen verblijdde zich in het denkbeeld, van als een in Christus uitverkoren volk aan Christus’ kruis te zijn gestorven; Hij deed meer dan dit slechts als leerstelling te geloven, hij nam het met vertrouwen aan, en bouwde daar zijn hoop op. Hij geloofde, dat hij door de kracht van Christus’ dood aan Gods gerechtigheid had voldaan en verzoening met God had gevonden. Geliefde lezers! hoe zalig is het, wanneer de ziel zich als het ware kan uitstrekken op het kruis van Christus, en zich bewust wordt: "Ik ben gestorven; de wet heeft mij gedood, ik ben derhalve bevrijd van haar macht, daar ik in mijn Borg de vloek heb gedragen; in de persoon van mijn Plaatsvervanger heeft de wet al haar veroordeling op mij uitgestort, want ik ben met Christus gekruist." ...
Een preek, gepubliceerd op donderdag 6 maart 1913, gehouden door C. H. Spurgeon in het Metropolitan Tabernacle te Newington op donderdagavond 20 september 1866. Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Waarom bent U zo verre van mijn verlossing, en van de woorden mijns brullens? Psalm 22:2 (Eng. vert.) We aanschouwen de Zaligmaker hier in de diepten van Zijn kwellingen en smarten. Geen andere plaats toont het leed van Christus zo duidelijk als Golgotha, en geen moment op Golgotha is zo vol van kwelling als dat waarin deze uitroep weerklinkt: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Op dit moment ging lichamelijke zwakheid, Hem bezorgd door vasten en geselen, samen met de acute mentale marteling die Hij onderging vanwege de schande en smaad die Hij moest doorstaan; en als het toppunt van Zijn kwellingen leed hij geestelijke smart waar geen woorden voor te vinden zijn, omdat Zijn Vader Zich van Hem terugtrok. Dit was de zwartheid en duisternis van Zijn verschrikking; toen was het dat Hij doordrong tot de diepten van de afgronden van het lijden. ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?' Iets in deze woorden van onze Zaligmaker is er altijd op berekend om ...
En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe. Mattheüs 27:45 Van negen tot twaalf uur ’s morgens was het zoals gewoonlijk licht. De vijanden van onze Heere hadden toen tijd genoeg om Zijn lijden te aanschouwen en ermee te spotten. Het leed geen twijfel dat Hij echt aan het kruis genageld was, want Hij werd op klaarlichte dag gekruisigd. We zijn er absoluut zeker van dat het Jezus van Nazareth was, want zowel vriend als vijand was getuige van Zijn smarten. Drie uur lang stonden de Joden Hem aan het kruis te bekijken, terwijl ze de gek staken met Zijn lijden. Ik ben dankbaar voor die drie uur licht, want anders zouden de vijanden van ons geloof betwijfeld hebben of het gezegende lichaam van onze Meester werkelijk aan het hout genageld was. En ze zouden er misschien allerlei duistere verhalen bij verzonnen hebben. Waar zouden de ooggetuigen van dit ernstige gebeuren zijn geweest als de zon van de morgen tot de avond verborgen zou zijn gebleven? Aangezien die drie uren licht de gelegenheid boden om het te controleren en ervan getuige te zijn, zien we er de wijsheid van in dat ...
En Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS DE NAZARENER, DE KONING DER JODEN. Johannes 19:19 De Romeinen hadden de gewoonte om, wanneer iemand tot de kruisdood veroordeeld was, ergens aan het kruis op een zichtbare plaats zijn levensloop vast te maken. Zijn naam en toenaam stonden dan vermeld, met de beschuldiging die tegen hem ingebracht was, zodat alle voorbijgangers de reden konden lezen waarom deze persoon tot zulk een smadelijke dood veroordeeld was. Onze Heiland, Die met de overtreders is geteld geweest, moest daarom op precies dezelfde manier behandeld worden als zij. Als hun beschuldigingen bekendgemaakt werden, dan moest dat ook met Zijn beschuldiging gebeuren. Wat een wonderlijke vernedering dat Hij, Die door de ganse hemel aangebeden werd als de eeuwige Zoon van de Allerhoogste, aan een kruis gehangen zou worden, met een beschuldiging boven Zijn hoofd alsof Hij een ordinaire misdadiger was. Ik wilde wel dat we ons zowel de waardigheid van Zijn Persoon, als ook de schande waaraan Hij blootgesteld werd zouden kunnen voorstellen. Als we dat zouden doen, dan zouden we niet alleen met droefheid jegens Hem vervuld zijn, maar ook met dankbaarheid dat Hij Zich vernederde om ...
Maar wij prediken Christus de Gekruisigde, de Joden wel een ergernis en de Grieken een dwaasheid; maar hun die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods en de Wijsheid Gods 1 Korinthe 1:23,24 Hoezeer heeft God de wijsheid van deze wereld te schande gemaakt. Hoe bracht hij haar tot niets en liet Hij blijken dat zij waardeloos was. Hij heeft haar toegestaan haar eigen conclusies uit te werken en haar eigen dwaasheid te bewijzen. Mensen beroemden zich erop dat ze wijs waren; ze zeiden dat ze God volmaakt konden achterhalen. Om hun dwaasheid voor eens en voor altijd te weerleggen, gaf God hun de gelegenheid om dat te doen. Hij zei: ‘Wereldse wijsheid. Ik zal u beproeven. U zegt dat u machtig bent, dat uw intellect groot en veelomvattend is, dat uw oog scherp is, dat u alle geheimen kunt ontrafelen. Goed, Ik zal u beproeven. Ik geef u een groot probleem op te lossen. Hier is het universum; sterren vormen zijn baldakijn, velden en bloemen versieren het, evenals rivieren. Mijn naam is erin geschreven. De onzichtbare dingen van God kunnen duidelijk gezien worden in de geschapen dingen. Filosofie, Ik geef u dit probleem: achterhaal Mij. ...
En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd Matthéüs 27:29 Voor we het rechthuis binnengaan en het heilige hoofd dat nu verwond is zullen bezien, is het goed om te beschouwen wie en wat Hij was. Die zo verschrikkelijk te schande werd gemaakt. Vergeet niet de intrinsieke uitnemendheid van Zijn persoon; want Hij is het Afschijnsel van de heerlijkheid des Vaders en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid; Hij is in Zichzelf God over alles, voor eeuwig gezegend, het eeuwige Woord waardoor alle dingen gemaakt zijn en waardoor alle dingen bestaan. Hoewel Hij de Erfgenaam aller dingen is, de Prins van de koningen der aarde, was Hij veracht en de onwaardigste onder de mensen, ‘een man van smarten en verzocht in krankheid’; Zijn hoofd werd schandelijk omringd met doornen die dienden als een kroon. Zijn lichaam werd bedekt met een versleten pur- perkleed, een armzalige rietstok werd in Zijn hand gedrukt bij wijze van scepter en toen durfden de grove soldaten het aan om Hem in het gelaat te zien en Hem te belasten met hun smerige grappen. Vergeet niet de heerlijkheid waaraan Hij voorheen gewend was, want voor Hij naar de aarde kwam, was Hij in de ...
Hierna Jezus, wetende, dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift vervuld zou worden, zei: Mij dorst. Johannes 19:28 Het is nuttig voor ons dat elk woord dat de Jezus aan het kruis uitsprak, opgeschreven en bewaard is. Zoals er niet één been van Hem gebroken mocht worden, zal er ook geen enkel woord van Hem verloren gaan. De Heilige Geest heeft er bijzondere zorg aan besteed dat al Zijn heilige uitspraken in de geschiedenis bewaard zouden blijven. Er zijn, zoals u wel weet, zeven laatste woorden. Zeven is het getal van de volheid en volmaaktheid; het is het getal waarin de drie der oneindige Godheid en de vier van de volmaakte schepping zich verbinden. Onze Heere was ook in Zijn doodsuit- roepen, zoals in alles, de volmaaktheid zelf. De betekenis van elke uitspraak is zo groot, dat die door geen mens helemaal uitgelegd kan worden en samen vormen zij een diepte, die door geen mens gepeild kan worden. Hier moeten we zeggen: ’’Nooit heeft een mens gesproken zoals Hij”. Middenin alle zielsangst blijkt uit Zijn laatste woorden dat Hij volkomen Meester bleef van zichzelf en volledig trouw was aan de volgende zaken: aan Zijn vergevende natuur, aan Zijn koninklijk ...
En Jezus zeide: Vader, vergeef het hen; want zij weten niet, wat zij doen Lukas 23: 34a Onze Heere moest op het moment van bovenstaande woorden de eerste pijnen van de kruisiging verdragen, omdat Hem toen de nagels door handen en voeten gedreven werden. Ook was hij al terneergeslagen en verzwakt door de ontzettende nacht, die Hij in Gethsemané had doorgebracht, de doorgemaakte geseling en de spotternijen van Kajafas, Pilatus en Herodes en de krijgsknechten. Toch konden de zwakheid vanwege de reeds doorgestane martelingen en de ontzettende pijn van het kruisigen Christus niet weerhouden van het gebed. Het Lam Gods was stil tegenover de mensen, maar niet tegenover God. Stom als het schaap voor het aangezicht van de scheerders zei Hij tegen mensen geen woord om Zich te verdedigen, maar in Zijn hart bleef Hij roepen tot Zijn Vader. Wat een voorbeeld is dit voor ons. Zolang we leven moeten we blijven bidden, niets moet ons af kunnen houden van de troon der genade. Lijden moet ons steeds meer dringen tot het gebed. Ophouden met bidden is afstand doen van de vertroostingen die we nodig hebben. God, wilt u ons onder elke gemoedsgesteldheid en overweldigende emotie helpen om te blijven ...
Het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel. Hebreeën 12:24 Van alle elementen is het bloed het geheimzinnigste en in zekere zin het meest geheiligde. De Schrift leert ons dat het leven in het bloed is, in het bloed is de ziel. Het bloed is de raadselachtige band tussen stof en geest. Hoe het mogelijk is dat de geest door het bloed met de stof in gemeenschap komt, kunnen wij niet begrijpen. Maar zeker is het dat dit wonderlijke verenigingsmiddel deze schijnbaar ongelijkwaardige dingen samenvoegt. En zo kan de ziel het lichaam bewonen en het leven in het bloed huisvesten. God heeft iets heiligs gegeven aan de bloedstorting, zodat het ontzag inboezemt. Onder de oude bedeling werd het dierenbloed zelfs als iets heiligs beschouwd. Het mocht door de Jood niet gegeten worden. Het was te edel om door de mens als voedsel te worden genuttigd. Wanneer de Israëliet een dier doodde voor de plechtige offermaaltijd, moest het vergoten bloed vooraf aan de Allerhoogste getoond en toegewijd worden. Het bloed was voor God een beeld van de verzoening. ‘Zonder bloedstorting’, zo luiden de gewijde woorden, ‘is er geen vergeving.’ Het leven bevattende bestanddeel moest, tot verzoening van het zondige leven, ...
© Het Spurgeon Archief