Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende; zo zal uw armoede u overkomen, als een wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man. Spreuken 24:33-34
De grootste luiaards vragen slechts om een beetje sluimer; ze zouden verontwaardigd zijn als ze van nietsdoen beschuldigd zouden worden. Een weinig de handen vouwen en neerliggen is alles waar ze naar verlangen en ze voeren tal van redenen aan om te laten zien dat deze toegeeflijkheid terecht is. Maar met al deze ‘beetjes’ gaat de dag om en de tijd voor arbeid is al snel voorbij en de akker staat al gauw vol dorens. De ziel van de mens gaat verloren door al deze kleine uitstellen. Ze hebben niet de bedoeling om jarenlang de zaken uit te stellen – over een paar maanden zal de tijd gunstiger zijn – misschien dat ze zich morgen al met serieuzere zaken gaan bezig houden. Maar momenteel zijn ze zo druk en komt het hun slecht uit en daarom verontschuldigen ze zich. De tijd snelt heen als het zand in een zandloper, het leven wordt verkwist aan onbelangrijke dingen en de tijd der genade gaat door een ‘weinig sluimerens’ verloren. O, dat men zo wijs was het voorbijglijdende uur aan te vatten en de voortsnellende ogenblikken goed te gebruiken! Dat de Heere ons deze geheiligde wijsheid mag leren, want anders staat ons een armoede van de ergste soort te wachten; een eeuwige armoede waarin men tevergeefs naar een druppel water zal verlangen. Zoals een reiziger standvastig zijn reis voortzet, zo overvalt de armoede de luiaard en de verwoesting de besluiteloze. Ieder uur komt de vervolger naderbij; hij laat zich onderweg niet ophouden, want hij volvoert de opdracht van zijn meester en draalt niet. Zoals een gewapend man met gezag en macht binnenkomt, zo zal het gebrek de luiaard overvallen en de dood de onboetvaardige en er zal geen ontsnappen mogelijk zijn. O, dat we tijdig wijs zouden worden en de Heere Jezus naarstig zouden zoeken voordat die grote dag aanbreekt dat het te laat zal zijn om te ploegen en te zaaien, te laat om ons te bekeren en te geloven. In de oogsttijd heeft het geen zin om te klagen over het feit dat de zaaitijd verwaarloosd is. En daarom is het nodig dat we nog heden, vanavond nog, de goede en besliste keuze maken.