Wie zal een reine geven uit de onreine? niet een.. Job 14:4
Job was zich diep bewust van de noodzakelijkheid om rein voor God te zijn en inderdaad was hij meer dan zijn medegenoten rein van hand en van hart. Maar hij zag, dat hij uit zichzelf geen heiligheid kon brengen in zijn natuur en daarom stelde hij deze vraag, waarop hij zonder een ogenblik te aarzelen een ontkennend antwoord gaf. De beste van de mensen zijn even onbekwaam als de slechtste van de mensen, om datgene uit de menselijke natuur voort te brengen, dat er niet in is.
I. Welke zaken onmogelijk zijn in de natuur.
1. Onschuldige kinderen uit gevallen ouders.
2. Een heilige natuur uit de verdorvene natuur.
3. Reine handelingen uit een onrein hart.
4. Volmaakte daden volbracht door onvolmaakte mensen.
5. Hemels leven uit de zedelijke dood van de natuur.
II. Onderwerpen voor ieders praktische overweging.
1. Dat wij rein moeten zijn om aangenomen te worden.
2. Dat onze gevallen natuur in haar wezen onrein is.
3. Dat dit ons niet ontheft van onze verantwoordelijkheid. Wij zijn niet minder verplicht rein te zijn, omdat onze natuur ons neigt tot onreinheid. Iemand, die door en door oneerlijk is, is daardoor niet ontheven van de verplichting om eerlijk te zijn.
4. Dat wij door onze eigen kracht het noodzakelijke werk van de reiniging niet tot stand kunnen brengen. Verdorvenheid kan zich niet veranderen in begeerte om recht te staan voor God. Onheiligheid kan zich niet geschikt maken om bij God te wonen.
5. Dat het goed voor ons zal zijn, om tot de Sterke op te zien om sterkte te verkrijgen, tot de Scheppende Geest om een nieuwe schepping. Jehovah heeft alle dingen uit het niet te voorschijn gebracht, licht uit duisternis en orde uit verwarring; en het is tot zo’n Werker als Hij is, dat wij voor onze gevallen staat moeten opzien, om heil te verkrijgen.
III. In die nood voorzien.
1. Het evangelie geschikt voor zondaren. “Christus, als wij nog krachteloos waren, is op zijn tijd voor de goddelozen gestorven.” Het evangelie wil voor ons doen, wat wij uit ons zelf niet eens kunnen beproeven te doen.
2. De reinigende kracht van het bloed. Jezus zou niet zijn gestorven, als de zonde door andere middelen had kunnen weggenomen worden.
3. Het vernieuwende werk van de Geest. De Heilige Geest zou ons niet wederbaren, indien wij ons zelf wederom geboren konden doen worden.
4. De almacht van God in de geestelijke schepping, de opstanding, de levend-making, bewaring en volmaking. Deze voorziet in onze onmacht en dood.
Wanhoop om uit de droge bron van het schepsel iets goeds te putten.
Heb hoop op de uiterste reiniging, daar zij door God tot stand is gebracht.