Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap. Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden; Hebreeen 7:24-26
Is dit niet een heerlijk partnerschap, dat Christus alles op Zich zou nemen wat voor ons gold, zelfs het verdriet, het gebroken hart en tenslotte de dood zelf? Dat gezegende lichaam, hoewel het geen zonde heeft gekend, was toch dood net als dat van iemand anders die gestorven is. Christus nam alles wat ons toebehoorde mee in deze prachtige liefdesvereniging. Zie nu het resultaat van deze vereniging; zo komt Christus tegemoet aan al onze behoeften. Ik breng bijvoorbeeld mijn zonde, maar daar stelt Hij Zijn boetedoening tegenover. Ik breng mijn slavernij, maar daar stelt Hij Zijn verlossing tegenover. Ik breng Hem de dood, maar Hij brengt Zijn opstanding. Ik breng Hem zwakte, en Hij ontmoet het met Zijn kracht. Ik breng mijn goddeloosheid, en Hij is mijn gerechtigheid. Ik breng Hem mijn slechte natuur, en Hij is mijn heiliging. Welke ellende ik ook moet bijdragen aan het partnerschap, Hij bedekt het allemaal met een pracht van goedheid en maakt mijn ziel veel rijker dan het vroeger was. Oh, wat is het heerlijk om in de gemeenschap van Zijn Zoon, Jezus Christus onze Heere, gebracht te worden!