En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. Openbaring 21:23
Wie Jezus liefheeft, vindt het zeer aangenaam om te zien hoe de Heere Jezus Christus altijd de voornaamste is geweest in glorie, al van voor de grondlegging van de wereld en tot in eeuwigheid. Wanneer we in het geloof terugzien op de tijd van de schepping, dan vinden we onze Heere bij Zijn Vader, door Wie Hij grootgebracht werd. Toen er nog geen diepten waren, werd Ik voortgebracht. Toen er nog geen overvloeiende fonteinen waren. Toen Hij de aarde nog niet geschapen had, noch de velden, noch de hoogste delen van het stof van de wereld. Toen Hij de hemelen toebereidde, was Ik daar. Toen Hij de diepten begrensde, toen Hij de wolken daarboven maakte, toen Hij de fonteinen uit de diepten sterk maakte. Hij was die Wijsheid Die nooit afwezig was tijdens de beraadslagingen van de Vader over het grote werk van de schepping. Of het nu om de geboorte van engelen ging of over het maken van een wereld voor de mens. Een van de eerste gebeurtenissen die ooit opgeschreven werden in de bijbelse geschiedenis is: Toen Hij Zijn Eerstgeborene in de wereld bracht, zei Hij: Laat alle engelen van God Hem aanbidden.
Dergelijke woorden waren nog nooit door enig schepsel gesproken, maar alleen door Hem Die gelijk is aan de Vader, en ook eeuwig is, eeuwig vol glorie. De Eerstgeborene van alle schepselen, het Hoofd van Gods huisgezin, het beeld van Zijn persoon en de volheid van Zijn glorie. In de allervroegste tijd waarvan wij iets weten, stond Jezus Christus ver boven alle machten en overheden verheven. Wanneer de menselijke geschiedenis aanbreekt en de geschiedenis van de Kerk van God begint, dan is Christus nog steeds heel bijzonder aanwezig. Alle vormen van de vroege kerk zijn alleen maar te openen door Hem als sleutel te gebruiken. Het zou van geen enkele waarde zijn geweest om van het zaad van Israël te zijn wanneer er niet de belofte was geweest van de komende Silo.
De offers die in de wildernis werden geofferd, zouden tevergeefs zijn geweest. Dat de ark tussen de voorhangsels was of dat de gouden pot met manna was bedekt met het verzoendeksel, dat alles zou tevergeefs zijn geweest zonder een werkelijke betekenis van Christus in dat alles. Het geloof van de Jood zou erg leeg zijn zonder Christus, Die de werkelijkheid is van de eerdere schaduwen. Wanneer u verdergaat tot de tijd van de profeten, ziet u dan niet in al hun profetieën nog meer sprankjes van de glorie van Christus? Wanneer ze de grootste hoogten van welsprekendheid bereiken, spreken ze dan niet van Hem? Als hun ziel opvaart, zoals in een vurige wagen, dan verwijst de mantel die achtergelaten wordt toch naar de glorie van Jezus? Ze waren alleen zo vurig als het over Hem ging. Wanneer ze de oordelen van God aankondigden, dan wachtten ze even tussen de donderslagen van God om wat druppels genade te laten vallen op de mens in woorden vol beloften over Hem Die komen zou. Het is aldoor Christus, van de eerste bladzijde van Genesis tot het slotwoord van Maleachi. Christus, Christus en niets anders dan Christus. Het is zeer verheugend, broeders, wanneer we bij een tekst zoals deze terechtkomen, om te merken dat wat in het begin was nu is en voor eeuwig en altijd zal zijn. Amen.
In dat duizendjarig rijk waarover de tekst gaat, zal Jezus Christus het Licht zijn. Alle glorie spruit voort uit Hem. Wanneer de tekst gaat over de hemel en de zegeningen van het hiernamaals, komen al het licht en de zegeningen en de glorie bij Hem vandaan. “Het Lam is het Licht.” Bij hel lezen en overdenken van wat de tekst ons nu wil zeggen, moeten we belijden dat al onze vreugde en vrede uit dezelfde fontein vloeien. Jezus Christus is de Zon van de Gerechtigheid voor ons en voor de engelen in de hemel.
In het besef van mijn zwakheid om zo’n groots onderwerp te bespreken, zal ik zo goed als ik kan proberen de Heere Jezus te verheerlijken. In de eerste plaats in de uitnemendheid van Zijn glorie in het duizendjarig rijk;vervolgens in de hemelen in de derde plaats in de slaat van elk hemelsgezind mens die onderweg is naar het paradijs.In al deze situaties is “het Lam de Kaars (het Licht).”
Ten eerste dus het duizendjarig rijk.
Vanaf deze plaats willen we niet gaan profeteren. Er zijn broeders die dat maar al te graag doen. Misschien is het wel goed dat er mensen zijn die hun tijd en gedachten wijden aan dat deel van het Woord van God dat over die mysteries gaat. Maar wij zijn zo druk bezig geweest met het winnen van zielen en met het worstelen met de gewone dagelijkse zonden dat we het nauwelijks aandurven om bij de rots van Patmos aan te landen of in de donkere hoeken van Daniël en Ezechiël te gluren. Maar zoveel hebben we wel geleerd, dat op deze aarde, waar de zonde en satan een overwinning op God behaald hebben door de val van de mens, Christus een volslagen overwinning zal behalen op al Zijn vijanden. Niet op een ander slagveld, maar hier. Het gevecht is nog niet voorbij. Het begon met de aanval van satan op Eva. Van toen af tot nu toe heeft Christus nooit het slagveld verlaten. Het gevecht duurt al duizenden jaren. Elke dag wordt het grimmiger. Het is nog niet voorbij. Het zal ook nooit tot een halt komen totdat de kop van de slang met succes vermorzeld is en Jezus Christus de volkomen overwinning behaald zal hebben. Denk maar niet dat de Heere de satan ook maar één overwinning zal laten opeisen. In de grote veldtocht, die geschiedenis zal schrijven, zal worden gezegd: “De Heere regeert.” Over de hele linie behaalt Hij de overwinning en de verovering van Jezus zal volkomen volmaakt zijn.
Wij geloven dat op deze aarde, waar het bijgeloof afgoden heeft gemaakt, Jezus Christus aanbeden zal worden. Hier, waar het gevloek de menselijke mond bezoedeld heeft, zullen de lofliederen klinken van de eilanden in de zee en degenen die in spelonken wonen. In dit land, tussen deze mensen, die werktuigen van de satan waren geworden en die woonden in tenten der ongerechtigheid, zullen gereedschappen voor gerechtigheid worden gevonden, lippen die God prijzen, aanleiding tot eeuwige glorie voor de Allerhoogste. O satan! Je kunt nu wel pochen op watje hebt gedaan en je denkt datje scepter nog veilig is, maar Hij komt! Hij Die rijdt op het witte paard van de overwinning. En als Hij komt, dan zul je niet tegen Hem opgewassen zijn. Het tweesnijdend zwaard dat uit Zijn mond zal komen, zal je met al je legers terugdrijven naar de plaats waar je vandaan kwam. Laten we ons erover verheugen dat de Schrift zo helder en beslist is over dit geweldige leerstuk van de komende overwinning van Christus over de hele wereld!
We gaan niet in bijzonderheden treden over welke vorm die triomf zal aannemen. We geloven dat de Joden bekeerd zullen worden en dat ze hun eigen land weer zullen terugkrijgen. We geloven dat Jeruzalem de hoofdstad van het Koninkrijk van Christus zal zijn. Alle natiën zullen wandelen in het licht van de schitterende stad die gebouwd zal worden bij Jeruzalem. We verwachten dat de glorie die daar haar middelpunt zal hebben zich over de hele wereld zal uitbreiden, om die zo te bedekken met een zee van heiligheid, geluk en verrukking. Daar zien we met vreugdevolle verwachting naar uit. Tijdens die periode zal de Heere Zelf, door Zijn heerlijke aanwezigheid, de uiterlijke godsdienstigheid afschaffen. “De stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen.” Misschien worden met de zon en maan hier de gewone middelen voor verlichting bedoeld die de kerk nu nodig heeft. We weten dat het heilig avondmaal ons herinnert aan het lichaam en bloed van Christus. Maar wanneer Christus komt, zal er geen heilig avondmaal meer zijn, want er staat geschreven: ”Doe dat totdat Hij komt.” Wanneer Hij komt, dan zal dat de laatste keer zijn van dat herinneringsteken, omdat de persoon van Christus in ons midden zal zijn. U zult ook geen predikanten meer nodig hebben, net zomin als u kaarsen nodig heeft wanneer de zon opkomt. De een zal niet tegen de ander zeggen: “Ken de Heere”, want iedereen zal Hem kennen, van de kleinste tot de grootste! Misschien zijn er dan wel bepaalde plechtige bijeenkomsten en sabbatdagen, maar die zullen niet hetzelfde zijn als nu. Want de hele aarde zal een tempel zijn. Elke dag zal het sabbat zijn. Het werk van de mannen zal helemaal priesterlijk zijn. Ze zullen één priestervolk zijn. Zonder ophouden zullen ze God dienen in Zijn tempel. Alles wat ze ter hand nemen, zal deel uitmaken van het lied dat zal opklinken tot de Allerhoogste.
O, gezegende dag! Als God de dageraad eens laat aanbreken wanneer deze tempels verlaten moeten worden, omdat de hele wereld een tempel voor God zal zijn! Maar hoe de pracht van die dag ook zal zijn -en het is wel heel verleidelijk om onze verbeelding de vrije loop te laten- hoe helder de muren ook zullen zijn bekleed met chalcedon en amethist, hoe schitterend de paarlen poorten en de gouden straten, we weten dat het hierop neerkomt: het licht en de glorie van dat alles zal de persoon van onze Heere Jezus Christus zijn. “Want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars.” Nu, ik wil dat christenen daarover nadenken. In het hoogste, heiligste, gelukkigste tijdperk dat ooit op deze arme aarde zal aanbreken, zal Christus het Licht zijn. Wanneer de kerk haar bruidskleed aantrekt en zich versiert zoals een bruid versierd is met juwelen, dan zal Christus haar glorie en haar schoonheid zijn. In haar oren zullen alleen maar oorringen hangen die gemaakt zijn uit het goud dat uit Zijn goudmijn van liefde komt. De kroon op haar hoofd is door niemand anders gemaakt dan door Zijn handen vol wijsheid en genade. Ze zit om te regeren, maar wel op Zijntroon. Zij voedt, maar alleen maar van Zijnbrood. Ze triomfeert, door de macht van Hem die de Rots der eeuwen is. Kom dan, christen, sta eens een ogenblik stil om over uw geliefde Heere na te denken. Jezus zal het Licht en de Glorie zijn in de stad van het nieuwe Jeruzalem in het duizendjarig rijk. Let er eens op dat Jezus het licht van het millennium maakt, omdat Zijn tegenwoordigheid onderscheid zal maken tussen die tijd en de tegenwoordige tijd.Die tijd is verwant aan het paradijs.
God begon met het paradijs te maken op aarde en God eindigt ermee. Satan had het verwoest. God zal Zijn vijand nooit verslagen hebben voor Hij het paradijs weer opgericht heeft, tot het nieuwe Eden een zegen zal zijn voor de ogen van Gods schepselen. Bij de glorie van Eden denk ik niet allereerst aan de rivier die erdoorheen vloeit, met haar vier aftakkingen. Ik denk ook niet aan het land van Havilah, dat gouden stof heeft. De glorie van Eden ligt denk ik niet in de grazige weiden of in de takken die doorbuigen van het zoete fruit. Maar de glorie is daarin, dat de “Heere God wandelde in de tuin in de koelte van de dag.” Daarin was het hoogste voorrecht dat Adam had, dat hij omgang had met de Allerhoogste. In die tijd zongen de engelen liefelijk dat de tabernakel Gods bij de mens was en dat Hij onder hen woonde. Broeders, het paradijs dat we weer terug zullen krijgen, zal als wezenlijk en onderscheidend kenmerk hebben dat de Heere onder ons zal wonen. Die stad zal heten: Jehova Shannah, de Heere is daar. Het is waar dat we de tegenwoordigheid van Christus nu in de kerk hebben: “Want zie. Ik ben met u, tot de voleinding van de wereld.” We hebben de belofte van Zijn voortdurende inwoning: “Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden.” Maar dat is toch plaatsvervangend door Zijn Geest. Spoedig zal Hij persoonlijk bij ons zijn. Diezelfde Man Die eens stierf op Golgothakomt hier wonen. Hij, diezelfde Jezus Die van ons is opgevaren, zal komen op dezelfde wijze als Hij ten hemel is gevaren voor het oog van mensen die Hem nastaarden in Galiléa. Verheug u, verheug u, geliefden, omdat Hij komt, werkelijk komt. Dat zal de vreugde van die tijd zijn, dat Hij onder Zijn heiligen zal zijn en bij hen zal wonen en lopen en wandelen in hun midden.
De tegenwoordigheid van God zal de oorzaak zijn van de vrede in dit tijdperk. In die zin zal Christus het Licht zijn, want Hij is onze vrede. Door Zijn tegenwoordigheid zal de leeuw stro eten net als de os, zal de luipaard bij een kind liggen. Het is niet omdat de mens meer verlicht is of meer gestudeerd heeft door de toenemende beschaving dat hij zijn zwaarden in ploegscharen zal omsmeden. Het is bekend, dat hoe beschaafder een land wordt, des te vreselijker de middelen tot vernietiging worden. Wanneer de mensen oorlog gaan voeren, worden die steeds bloediger en langduriger. Ik durf zelfs te beweren dat als Christus niet binnen duizend jaar terug zal komen, en er een oorlog zou uitbreken, die nu tien of twintig jaar zou duren, we dan een zeer giftige haat tegen elkaar zullen hebben en de mogelijkheid om een oorlog wel een eeuw te laten doorgaan. In plaats van vooruit te zijn gegaan in vreedzaamheid vrees ik dat de wereld achteruit is gegaan. We kunnen ons er bepaald niet op beroemen dat we in een rustige, vredige tijd leven. Maar de tegenwoordigheid van Christus zal de harten van de mensen veranderen. Dan zullen ze uit eigen beweging bij het zien van de grote Vredevorst hun wapenrusting en oorlogswapens wegwerpen en niet meer de oorlog leren. In die zin zal Hij hun Licht zijn, omdat Zijn aanwezigheid de oorzaak van die gelukkige periode zal zijn.
Nogmaals: de aanwezigheid van Christus is voor die periode het speciale onderricht. Ze zullen geen kaars meer nodig hebben, ook geen licht van de zon of de maan. Waarom niet? Omdat de aanwezigheid van Christus voldoende leerzaam zal zijn voor de mensenkinderen. Wanneer de Heere Jezus Christus komt, zal het bijgeloof geen getuige nodig hebben om tot zwijgen te worden gebracht; het zal zijn hoofd verbergen. De zendeling hoeft dan niet meer te preken tegen de afgodendienst. Hij zal de afgoden volslagen vernietigen en hen voor de mollen en vleermuizen werpen. Mannen en vrouwen zullen hun ongeloof opgeven bij het zien van Christus en in de wetenschap dat Hij vol glorie de aarde regeert. De Jood zal de Zoon van David herkennen en de heiden zal zich verheugen om Hem te aanbidden Die eens werd gedood als de Koning der Joden. De aanwezigheid van Christus zal meer doen voor de verlichting van Zijn kerk dan al de lessen van de ambtsdragers en predikanten door de eeuwen heen. Bij het zien op haar Heere zal ze dan tot volle kennis komen en Gods Woord volmaakt begrijpen.
Nogmaals: Christus zal het Licht zijn van die periode omdat Hij er de glorie van is. O, wat is het een heerlijkheid voor de christen om te bedenken dat Christus nu in de hemel regeert! We verheugen ons daarop, in tijden van depressie en neerslachtigheid, dat Hij verhoogd is en zit aan de rechterhand van de Vader. Maar de heerlijkheid van die tijd zal vooral zijn dat Christus gekomen is. Dat Hij zit op de troon van David en op de troon van God. Zijn vijanden buigen voor Hem en happen in het stof. Denkt u zich eens in, broeders, wat een pracht dat in die tijd zal zijn, wanneer mensen uit alle volken en natiën Hem de eer zullen brengen. Vanuit elk land zullen de lofzangen opklinken. De straten van de steden zullen elke dag vol zijn met aanbidders. Hij zal al overwinnend voort rijden en Zijn heiligen zullen Hem volgen op witte paarden! Soms hebben we hoogtijdagen en vakanties, wanneer koningen en prinsen naar het buitenland gaan. Op de straten zullen de mensen zich verdringen en zelfs op de daken klimmen om hem langs te zien rijden. Hoe groots zal het zijn om Koning Jezus te zien, gekroond met dé kroon! Wat een verschil met de stoet die door de straten van Jeruzalem slingert, langs de Via Dolorosa naar de kruisheuvel, wat een enorm verschil! Toen werd Hij gevolgd door huilende vrouwen, nu zullen mannen Hem volgen die juichen van vreugde. Toen droeg Hij Zijn kruis, nu zal Hij vol staatsie rijden. Toen werd Hij bespot door Zijn vijanden die vol wellust toekeken hoe Hij leed. Dan zullen Zijn vijanden verward zijn en vol schaamte. Zijn kroon zal bloeien. Toen was het het uur van de donkerheid en de tijd van de vorst der duisternis. Nu zal het de dag van het licht zijn en de overwinning van Immanuël, en de lofzangen voor Hem zullen klinken in de hemel en op de aarde. Denkt u het zich eens is. Hoewel ik er slechts zo gebrekkig over spreek, mag het uw harten wel in vervoering brengen dat Christus de Zon is op die lang verwachte, gezegende dag! Christus zal de hoogste berg zijn tussen alle heuvels van vreugde, de breedste rivier van alle stromen van verrukking. Wat er ook maar mag zijn aan luister of triomf, Christus zal het hart en de ziel ervan zijn. Als we daar toch eens bij mogen zijn om Hem te zien in Zijn eigen licht, de Koning der koningen en Heere der heren!
Nu willen we onze gedachten eens laten gaan van het duizendjarig rijk naar de toestand van de verheerlijkten in de hemel. “De stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij op dezelve zouden schijnen.”
De inwoners van de betere wereld zijn onafhankelijk van gemakken van schepselen. Laten we daar eens over nadenken. We hebben geen enkele reden om aan te nemen dat ze dagelijks bidden: “Geef ons heden ons dagelijks brood.” Hun lichamen zullen voor eeuwig jong zijn. Ze zullen geen kleding nodig hebben. Hun witte klederen zullen nooit verslijten, ze zullen ook niet vuil worden. Met voedsel en kleding zijn we op aarde tevreden. In de hemel “arbeiden zij niet en spinnen niet; en ik zeg u nochtans dat zelfs Salomo in al zijn glorie niet was gekleed als een van deze.” Toch geven de velden de hemelbewoners geen vlas of ander materiaal om kleding van te maken. Ook brengen de hemelse akkers geen brood voort. Ze zijn tevreden omdat ze op God mogen steunen. Ze hebben geen mens nodig. Medicijnen om ziekten te genezen zijn niet meer nodig “want de inwoners zullen niet zeggen: “ Ik ben ziek.” Ze hebben geen slaap nodig om nieuwe krachten op te doen. Hoewel de slaap zoet en verkwikkend is -Gods eigen medicijn- zullen ze nooit rusten, maar onvermoeibaar Hem prijzen in Zijn tempel. Sociale banden zijn niet meer nodig in de hemel. Hier hebben we vriendschappen en liefde van het gezin nodig. Daar zullen ze niet trouwen of ten huwelijk gegeven worden. Alle troost die ze mogen putten uit de relatie met hun vrienden is extra, ze hebben ze niet werkelijk nodig, want God is hun genoeg. Leraren zijn daar niet nodig. Ongetwijfeld zullen ze met elkaar spreken over goddelijke dingen, en elkaar vertellen over de wonderen die de Heere voor hen heeft gewerkt. Daar zullen ze echter geen aanwijzingen voor nodig hebben. God zal hun alles leren. In de hemel “zal deheerlijkheid van God alles verlichten, en het Lam is het Licht.” Alle schepselen zullen dus in de hemel volledig onafhankelijk zijn. Zon en maan zijn niet meer nodig, niets dat geschapen is. Hier leunen we op de arm van een vriend. Daar leunen ze op hun Geliefde, alleen op Hem. Hier hebben we de hulp van vrienden nodig. Daar zullen ze alles wat ze nodig hebben, vinden in Christus alleen. Hier kijken we naar het vlees dat vergaat en de kleding die wordt verteerd. Daar zullen ze alles vinden in God. Wij moeten een emmer gebruiken om water uit de put te halen. Daar drinken zij vanuit de bron, met hun lippen aan het levende water. De engelen brengen ons hier zegeningen. Dan zullen we geen boodschapper vanuit de hemel meer nodig hebben. Zij hebben dan geen Gabriëls meer nodig om liefdesbrieven van God te brengen, want ze zullen Hem zien van aangezicht tot aangezicht. O, wat een gezegende tijd zal dat zijn, wanneer we boven alles wat minder belangrijk is zullen zijn uitgestegen en zullen leunen op de ontblote arm van God! Wat een heerlijk uur, als niet Zijn schepselen, maar God, en niet Zijn werk, maar God Zelf, Christus Zelf onze dagelijkse vreugde zal zijn!
Onze zielen zullen dan de volmaakte zegen bereikt hebben. Hoewel het in de hemel duidelijk is dat de verheerlijkten tamelijk onafhankelijk zijn van hulp van schepselen, moet u niet vergeten dat ze volkomen afhankelijk zijn van Jezus Christus voor hun vreugde.Hij is hun enige geestelijke licht. Niets in de hemel geeft hun volmaakte voldoening behalve Hijzelf. De taal die hier wordt gebruikt, “Het Lam is het Licht”, kan op twee of drie manieren worden gelezen. Wanneer u wat geduld heeft, zullen we daar eens naar kijken.
In de hemel is Jezus het Licht in de betekenis van vreugde,want licht wordt in de Bijbel altijd gebruikt als symbool van vreugde. Donkerheid betekent verdriet, maar het opgaan van de zon geeft de terugkeer van heilige vreugde aan. Christus is de vreugde van de hemel. Verblijden ze zich met gouden harpen, palmtakken en in witte klederen? Misschien wel, maar ze verblijden zich daar alleen in als ze die dingen beschouwen als liefdegaven van Hem.Hun blijdschap bestaat alleen hieruit: “Jezus koos ons, Jezus had ons lief, Jezus kocht ons, Jezus waste ons, Jezus kleedde ons, Jezus onderhield ons, Jezus verheerlijkte ons; hier zijn we, volkomen door de Heere Jezus, door Hem alleen.” Elk van deze gedachten zal voor hen zijn als een druiventros van de wijngaard van Eskol. Me dunkt dat er een eeuwige bron van blijdschap is in die ene gedachte: “Jezus kocht me met Zijn bloed.” O, als we eens op die hemelse bergen zitten zullen om uit te kijken op de kruisheuvel om onze Zaligmaker te zien bloeden! Wat een gevoel van blijdschap zal er dan vanuit onze ziel opwellen wanneer we beseffen dat daar op het vloekhout Hij Zijn eigen leven veracht heeft om ons te kunnen verzoenen met God!
“Calvary’s summit shall I trace,
View the heights and depths of grace.
Count the purple drops, and say,
“Thus my sins were washed away”
Vol glorie denken ze aan de persoon en persoonlijkheid van Jezus, en dat zijn bronnen van vreugde voor hen. Ze mijmeren: Jezus is eeuwig God; Zijn vijanden beschimpen Hem, maar toch is Hij God. Jezus werd geboren uit een maagd. Jezus leefde een heilig leven en Jezus stierf. Maar kijk eens wat een overwinning Zijn vernedering en schande teweegbrengen! Hij is opgestaan en ten hemel gevaren en voert de gevangenen gevankelijk weg. Hij deelt geschenken uit onder de mensen. Hij regeert over hemel en aarde en hel, Koning der koningen, Heere der heren. “De heerschappij zal op Zijn schouder zijn; en Zijn Naam zal zijn Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst.” Toen ik eens naar de Messiah van Handel had geluisterd, waarin die geweldige musicus elk instrument gebruikt om de Naam van Jezus te prijzen, toen kon ik wel sterven van buitensporige vreugde dat zulke muziek ooit door een sterfelijk mens gecomponeerd was om onze Messias te eren. Welke muziek zullen de hemelkoren laten horen? Hoe zouden onze harten barsten van vreugde en onze zielen opspringen uit onze lichamen als ze konden weten welke hemelse vreugde hierboven te vinden is! Maar geliefden, onze talenten zullen versterkt worden, onze gaven zullen vergroot worden, ons hele wezen zal toenemen, en dan zullen we in staat zijn de volle kracht van de engelenmuziek te verdragen en mee te doen zonder flauw te vallen van blijdschap als ze zingen over de glorie van de Mensenzoon, de Zoon van God. Christus is het Licht van de hemel, omdat Hij het wezen van de blijdschap is.
Licht kan ook vanuit een ander oogpunt bekeken worden. Licht is de oorzaak van schoonheid. Dat is voor u allen duidelijk. Neem het licht weg, en er is nergens meer schoonheid. De knapste vrouw betovert het oog niet meer dan een hoop as wanneer de zon weg is. Uw tuin is vrolijk, vol veelkleurige bloemen, maar als de zon ondergaat, kunt u ze niet meer van het gras onderscheiden. U kijkt naar de bomen, die een prachtig gebladerte hebben in de zomer. Als de zon ondergaat is dat helemaal zwart. Zonder licht straalt er geen schittering van de saffier en sprankelt de parel niet. Er is geen enkele schoonheid over wanneer het licht weg is. Licht is de moeder van schoonheid. In die zon zijn de almachtige God en het Lam het Licht van de hemel. Dat wil zeggen, alle schoonheid van de heiligen daarboven komt van de eeuwige God. Hun uitmuntendheid, hun vreugde, hun triomf, hun glorie en hun geweldige zegen komen allemaal uit Hem voort. Zoals planeten weerkaatsen ze het licht van de Zon van de gerechtigheid. Ze leven als stralen uitgezonden vanuit de centrale lichtkring. Als stromen die voortspringen uit de eeuwige fontein. Als Hij Zich zou terugtrekken, zouden zij moeten sterven. Wanneer Zijn glorie zou versluieren, zou hun glorie moeten wegvallen. Denk daar eens aan, christen, en ik weet zeker dat u eraan zult worden herinnerd hoe waar dat is onder de zon en daarboven, dat wanneer het licht de moeder is van de schoonheid, Christus het Licht is. Er is niets goeds, of moois aan één van ons behalve wanneer we dat krijgen van Christus, en van Hem alleen. “Het Lam is het Licht.”
Nog een betekenis van licht in de Bijbel is kennis. Onwetendheid is duisternis. Nu dan, in de hemel zullen ze geen kaars nodig hebben, noch het licht van de zon, omdat ze voldoende licht krijgen van Christus. Christus is immers de bron van al hun kennis. Ik geloof dat het dr. Dick is die spreekt over de genieting van de hemel die er waarschijnlijk uit zal bestaan dat we van ster naar ster zullen gaan om de werken van God te zien in de verschillende delen van Zijn heelal en om de anatomie van levende schepsels te bewonderen, geografie te bestuderen, te reizen over de meridianen en van wereld naar wereld. In zo’n hemel geloof ik absoluut niet. Dat vind ik helemaal geen waardevolle bezigheid voor onsterfelijke geesten. Als er niets anders was om me dat te doen denken, dan zou deze tekst al genoeg zijn: “En de stad behoeft de zon niet en de maan, dat zij in dezelve zou schijnen.” Er is geen reden voor Gods werken om hun inwoners les te geven, “want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht.” De heerlijkheid, niet van Gods werken, maar van Gods Zoon, die is hun heerlijk Licht.
Waar Jezus is hebben ze geen licht van de zon of de maan nodig. Hoe mooi de zon en de maan ons ook kunnen vertellen van God, we zullen ze toch niet meer dagelijks nodig hebben om de aarde te verlichten en hun woord te verspreiden tot aan de einden van de wereld, want de heerlijkheid van Christus zal ons alles leren wat we maar willen. Het zien van de onverhulde glorie van God zal veel beter zijn dan het staren op de natuur, al hadden we het vermogen als van een engel om te kunnen ontdekken. Wanneer we in de hemel zullen komen, zullen we binnen vijf minuten meer van Christus kennen, denk ik, dan we in al onze jaren op aarde te weten zijn gekomen.
Dr. Owen was een meester in de theologie. Maar het kleinste zondags-schoolkind dat naar de hemel gaat, weet binnen vijf minuten in de hemel meer dan dr. Owen. Johannes Calvijn heeft heel diepgaand gestudeerd en Augustinus wel tot aan de poort van het grote geheim. Maar Augustinus en Calvijn zouden daar maar kinderen uit de eerste klas zijn. Ik bedoel: als ze niets meer zouden weten dan op aarde. O, wat zal God Zich daar openbaren! Onduidelijke zaken uit de voorzienigheid die u nog nooit begrepen hebt, zullen daar zichtbaar worden zonder het licht van een kaars of van de zon. Veel leerstellingen zijn voor u een raadsel geweest. U kon de sleutel maar niet vinden van het labyrint van de raadselen. Daar zal alles helder en klaar zijn, zodat de dwalende mens het begrijpen kan. U heeft veel meegemaakt en bent heen en weer geslingerd en u hebt uw onwil gezien, uw verdorvenheid en zwakheid. Daar zult u tot op de bodem van de menselijke natuur kijken. U zult begrijpen hoe kwaadaardig de verdorvenheid van de mens is en hoe hoog Gods soevereiniteit, de wonderen van verkiezende liefde en de geweldige grootheid van Zijn goddelijke macht, waardoor Hij ons deel laat hebben in de goddelijke natuur.
“The pleasing lustre of His eyes
Outshines the wonders of the skies.”
Deze kennis zal niet komen van een ondergeschikte tussenpersoon, maar van de Heere God. Hij zal uw glorie zijn en Jezus Christus Zelf zal u de waarheid leren.
Bij dit punt moet ik niet te lang stilstaan. Ik wil alleen nog zeggen dat licht ook betekent openbaring.“Eenieder die kwaad doet haat het licht, en komt niet tot het licht, opdat zijn daden niet openbaar worden. Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn daden openbaar worden dat ze door God gewerkt zijn.” Licht openbaart. In deze wereld wordt het nog niet altijd zichtbaar hoe we moeten zijn. Gods volk is een verborgen volk. Hun leven is verborgen bij Christus in God. Ze bezitten Gods geheim, en dat geheim kunnen andere mensen niet ontdekken. Christus in de hemel is de grote Openbaarder van Gods gedachten. Wanneer Zijn volk daar zal komen, zal Hij ze aanraken met de staf van Zijn eigen liefde en hen veranderen naar het beeld van Zijn geopenbaarde heerlijkheid. Ze waren arm en ellendig, maar wat een verandering! Hun vodden vallen af, ze worden als prinsen erkend. Ze waren vuil van zonde en ongerechtigheid, maar één aanraking van Zijn vinger en ze worden zo helder als de zon en zo zuiver als kristal. Ze worden net als Hij verheerlijkt op de berg Tabor. Witter dan de witste wol. Ze waren onwetend en zwak op aarde, maar wanneer Hij hen zal onderwijzen, zullen ze kennen zoals zij gekend worden. Ze waren begraven in oneer, maar ze worden verhoogd in heerlijkheid. In zwakheid waren ze in het graf gezaaid, maar ze zijn in kracht opgestaan. De meedogenloze dood had hen weggedragen, maar ze staan op in onsterfelijkheid en leven. O, wat een openbaring! Het licht wordt gezaaid voor de rechtvaardigen. Christus is de heilige regen, die de oogst laat opkomen uit de aarde. De rechtvaardigen zijn altijd parels, maar ze waren als het ware verborgen in een oester. Christus haalt ze tevoorschijn. Ze waren altijd diamanten, ver weg in de onuitputtelijke goudmijnen van de zonde. Christus heeft ze uit die diepe mijnen omhooggehaald. Ze waren altijd sterren, verscholen achter de wolken. Christus heeft als een snelle wind de wolken weggeblazen en nu schijnen ze als sterren voor eeuwig en altijd aan het hemelrond. In die zin is Christus het Licht van de hemel omdat door Hem de ware aard van alle heiligen openbaar geworden is.
Kom mijn ziel, stijg eens op alsof u vleugels had, het is niet ver om te vliegen. Klim omhoog en loop door de gouden straten. U zult al lopend niets anders zien dan de verheerlijkte Christus. Kom naar de troon, en daar zult u Christus zien zitten. Ga zitten en luister naar het lied, dat gaat over Christus. Ga naar het banket, waar Christus het vlees is. Doe mee met de dansers, Christus is hun vreugde. Wees één in de grote bijeenkomsten en het is Christus de Heere Die ze aanbidden:
Nu zullen we overgaan naar het laatste punt. Hopelijk kunnen we hierover uit ervaring spreken. Over de andere twee punten konden we alleen spreken door het geloof in de belofte van God. De geestelijke staat van de mens kan door deze woorden uiteengezet worden.
In de eerste plaats is het tot de aarde zo dat de blijdschap van de verheerlijkten niet afhangt van het geschapene.Broeders, in zekere zin kunnen we vandaag zeggen dat “de stad de zon niet nodig heeft, noch de maan, om die te verlichten.” We loven en prijzen de heerlijke helderheid waarmee de zon ons bestraalt. En wie bewondert er niet het heldere maanlicht, waardoor de golven wel van zilver lijken en de stille natuur de verentooi van een duif lijkt te dragen. Maar we hebben de zon en de maan niet nodig. We kunnen het zonder hen stellen. De Zon van de Gerechtigheid is opgegaan met genezing onder Zijn vleugels. Er zijn hier vanmorgen broeders en zusters die heel gelukkig zijn, hoewel ze de zon al lange tijd niet gezien hebben. Door blindheid opgesloten in de eeuwige nacht, hebben ze geen licht van de zon of de maan nodig, want de Heere God is hun heerlijkheid – Christus is hun Licht. Als onze ogen uitgeschakeld zouden worden, zouden we kunnen zeggen: ’’Vaarwel lieflijk licht, vaarwel heldere zon en maan, we prijzen jullie wel, maar we kunnen het ook zonder jullie stellen. Jezus Christus is voortdurend een licht voor ons.”
Zoals we zonder deze twee zo uitnemend geschapen dingen kunnen, zo kunnen we ook gelukkig zijn zonder andere aardse zegeningen. We houden van onze vrouwen, onze kinderen, onze ouders en onze vrienden, maar we hebben ze niet nodig. Hopelijk spaart de Heere ze nog lange tijd voor ons! Maar als ze weggenomen zouden worden, zijn we niet volslagen wanhopig. U weet toch, geliefden, dat vele christenen van alles beroofd zijn. En ze dachten toen hun geliefden, de één na de ander, weggenomen werden, dat ze zouden sterven van verdriet. Maar ze stierven niet. Hun geloof overwon elke golf en ze verblijden zich nog steeds in hun God. Ik weet dat bij de gedachte aan deze dierbaren de tranen van verdriet weer hoog zitten. Toch hoop ik dat u niet zult ontkennen wat ik nu zeg: Dat Zijn aanwezigheid alle verliezen weer goedmaakt. De glimlach op Zijn gelaat zal het paradijs zo heerlijk maken dat geen droefheid of zuchten er zal worden gehoord.
“Thee at all times will I bless;
Having Thee, I all possess;
How can I bereaved be,
Since I cannot part with Thee?”
Het is een heerlijke zaak om te verkeren in de omstandigheden waarin je geen gebrek aan brood kent. Om een huis te hebben, een comfortabel huis, en overvloed voor ons gezin, dat is heel aangenaam. Maar o, beste vrienden, wanneer het op werkelijke nood aankomt, dan heeft een christen daar geen behoefte aan. Dan heeft hij hier zelfs geen zon of maan nodig. Kijk maar naar de armen die uitverkoren zijn. Ze zwoegen van de morgen tot de avond en komen nooit een stapje verder. Ze leven bij de dag, maar ze zijn gelukkig. Sommige mensen zijn veel gelukkiger dan de rijke met al zijn overdadige voedsel en het fijne linnen waarmee hij zich omgordt. Er zijn zelfs mensen die haast tot de bedelstand geraakt waren en die zich veel meer in hun armoede verblijd hebben dan anderen in hun weelde. We hebben heiligen van God meegemaakt in het armenhuis of verblijvend in een donkere slecht gemeubileerde kamer, en we hebben hen zo vol vreugde horen spreken over God en hun geestelijke staat alsof ze in landhuizen of paleizen woonden. Ja, veel arme kinderen van God hebben leren zingen:
“I would not change my blessed estate
For all the world calls good or great;
And while my faith can keep her hold,
I envy not the sinner’s gold.”
Want “de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar kaars.” We kunnen onze gezondheidniet genoeg waarderen. Wanneer we op het ziekbed liggen, dan beginnen we te beseffen hoe kostbaar een gezond lichaam is. Toch kan een christen erbuiten, hoe hij zijn gezondheid ook waardeert. Ik heb gehoord over christenen die blind waren en bedlegerig en die vele jaren niet op konden staan, die door verlamming nauwelijks hun hand konden optillen, die al jaren niet op hun voeten konden staan door een slag van Gods hand, en die zich toch verheugden in de Heere. Ze lagen daar maar, slecht verzorgd, eenvoudig levend om aan te tonen hoezeer een sterfelijk mens kan worden tot een hoopje ellende en vol verdriet. Toch heb ik, terwijl ik naast zo’n bed stond, soms meer hartstochtelijke uitdrukkingen gehoord over tegenwoordige blijdschap en uitzicht voor de toekomst dan van de sterkste heilige van God in zijn allergezondste tijd. Het stervende meisje dat door tuberculose uitgemergeld was, leek niettemin op heilige majesteit vol macht. Daardoor zag ik dat ze geen zon of maan nodig had om haar te verlichten, want door de tegenwoordigheid van Christus kon ze al haar uiterste zwakheden bestrijden, en de grimmige aanwezigheid van de dood overwinnen. Dan, lieve vrienden, leunt de christen op de arm van God. Hij heeft zich door de menigte van schepselen heen gedrongen en hun gevraagd allemaal wat opzij te gaan, zodat hij wat dichter bij zijn algenoegzame Heere kan komen. Als hij zijn Heere bereikt heeft en de schepselen hem de rug toekeren en weggaan, dan zegt hij: “Ga maar weg allemaal, ik heb Hem, ik omhels Hem, Hij heeft mij met Zijn lippen gekust. Spuugt u maar op me als u wilt. Nu Hij zacht tot mij gesproken heeft, mag u me vervloeken. Nu Hij me verteld heeft dat ik de Zijne ben en Hij van mij is, mogen zelfs mijn vader en moeder me verlaten, want de Heere heeft me aangenomen.” Ja, de geestelijke mens heeft al voor hij naar de hemel gaat de zon en de maan niet meer nodig, want de heerlijkheid van God verlicht hem.
We eindigen met de opmerking dat zo’n mens Christus heel hard nodig heeft. Hij kan niet zonder Christus. O geliefden! Als de zon uit de hemel werd weggeslagen, wat zou de wereld dan arm, donker en ellendig zijn! Wij zouden al tastend naar het graf gaan verlangen. En dat is nu nog niets vergeleken met onze ellende als Christus weggenomen zou worden. O christen! Waar zou u zijn zonder een Zaligmaker? We zouden de ellendigsten onder de mensen zijn, wij die Hem eens gekend hebben. Ja, u die Christus niet kent, u kunt nog wel doorgaan zonder Hem, als een arme slaaf die nooit vrijheid heeft gekend en tevreden is in gevangenschap. De vogel in zijn kooi, die nooit eens uitgevlogen is over de velden, die geboren is in een kooi, die heeft het makkelijk. Maar als wij onze vleugels een keer uitgespreid hebben en weten wat vrijheid betekent, dan kunnen we niet meer buiten onze Heere. Zoals een duif rouwt tot hij doodgaat als zijn vrouwtje is doodgegaan, zo zouden wij zijn als Christus er niet meer was. We kunnen zonder licht, zonder vriendschap, zonder leven, maar we kunnen niet leven zonder onze Zaligmaker. Zonder Christus! Wat zouden we moeten beginnen in een wereld zonder Hem, te midden van de verleidingen en zorgen? Hoe zou u de dagelijkse strijd aankunnen zonder Hem? Hoe zou u het aankunnen als Hij niet Zijn hand op u legde en zei: “Vrees niet. Ik ben met u”? Als u ’s avonds moe en afgemat thuiskomt, wat zou u moeten beginnen zonder gebed, zonder toegangspoort tussen Christus en u? Waar zouden we zijn zonder Christus in onze beproevingen, onze ziekten? Wat zouden we doen als we gingen sterven, zonder iemand die ons sterfbed zo zacht laat lijken als donskussens?
O, als de lach van de ongelovige echt is, dan klinkt dat wel bitter in onze oren, want voor ons was het de bittere waarheid. Geen Christus! Dan is sterven inderdaad vreselijk. Als je zulke hoge verwachtingen hebt en dan alle hoop de bodem ingeslagen wordt. Zo luid gepocht hebt, en dan onze monden voor eeuwig moeten sluiten. Maar geliefden, zoiets hoeven we niet te veronderstellen. Want we weten dat onze Verlosser leeft en we weten dat Hij nooit zal laten varen het werk van Zijn handen. Hij is getrouwd met ons, en Hij zal nooit een scheiding aanvragen tegen één van Zijn geliefde kinderen. Hij zal ons vasthouden, bewaren en zegenen tot we sterven. En wij van onze kant zullen getuigen van ons geestelijk leven, waarvan het Lam het Licht is. Elke dag en elke nacht, in vreugde en verdriet, is het Lam tot nu toe ons Licht geweest, en Hij zal dat zijn tot we sterven.
Hoe donker ziet het er dan uit voor degenen die het Lam niet kennen! Wat een ellende en onwetendheid voor u die de Zaligmaker niet kent! Wilt u Christus leren kennen, wilt u het geluk kennen van aan Zijn boezem te rusten? Vertrouw Hem dan, want wie op Hem vertrouwt, is gered. Christus vertrouwen betekent reddend geloof dat de ziel uit de veroordeling haalt. “Hij die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld.” Vertrouw u, zo schuldig als u bent, toe aan Zijn verzoening, en die zal u wassen. Vertrouw op Zijn macht, en die zal over u heersen. Vertrouw op Zijn wijsheid, die zal u beschermen. Vertrouw u toe aan Zijn hart, en het zal u liefhebben, voor eeuwig en altijd.
Amen.