Want hij zal zijn als een boom, die aan het water geplant is en zijn wortels uitschiet aan een rivier. Jer. 17:8
Het geloof wordt niet verkregen als de zachte dauw die van de hemel neerdaalt. Het komt meestal in de wind en in de storm. Kijk eens naar die oude eiken! Waarom staan ze daar zo diep geworteld in de aarde? Door de maartse winden en buien. Nee, het was niet de aprilregen en ook niet de lieflijke zonneschijn van de meimaand, maar het was de ruwe maartse wind die de boom heen en weer schudde. Zo was de boom wel gedwongen om diep en hecht in de grond te wortelen. Zo moet het ook met ons zijn. We kunnen niet verwachten dat we goede zeelieden worden als we op kalme binnenwateren varen. We moeten geoefend worden op de wijde zee, waar de woeste winden huilen en waar de donders ratelen. Storm en onweer maken de mensen tot geharde en moedige zeelieden. Ze zien de werken des Heeren en Zijn wonderen op de grote wateren. Zo is het ook met de christenen. Een groot geloof kent grote beproevingen.