Kind van God, leeft u op een grote afstand van uw Vader? De zilveren bel slaat deze morgen en nodigt u uit om naar Hem terug te keren. Een engelstem roept: “Kom terug! Kom terug! Kom terug!” Wilt u niet aan die roep beantwoorden door te zeggen: “Ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan? (zie Lukas 15:18)” U hebt voorspoed gehad, een bloeiende tijd in het bedrijfsleven, bent u de God die u dit gaf ondankbaar vergeten? Oh! Laat, nu de welvaart voor een tijdje verdwenen is, de lankmoedige stem van barmhartigheid uit de duisternis worden gehoord, want zij roept tot u: “Keer terug tot Mij, afvallig kind, keer terug.” Het zal goed voor u zijn, om uzelf nu gemeenzaam te maken met God. Al hebt u de gunst van de gemeenschap met Hem voor een tijdje verloren, die gunst heeft zijn zoetheid niet verloren; het zal u ontelbare zegeningen brengen om vandaag nog tot uw God terug te keren.