Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
De Heere schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen. Psalm 33 vers 13
Wat stelt dit beeld ons God in een genadig licht voor! We zien Hem terwijl Hij van Zijn troon neerbuigt, en uit de hemel neerdaalt om in de noden van het menselijke geslacht te voorzien, en hun ellende te beschouwen. Toen de goddeloosheid van Sodom en Gomorra een toppunt bereikt had, wilde God deze steden niet verwoesten voor Hij ze persoonlijk bezocht had. Zo’n God hebben wij lief! Wij storten onze harten in liefde voor onze Heere uit, omdat Hij Zijn oor vanuit de hoogste heerlijkheid tot ons neigt. Hij legt Zijn oor aan de lippen van een stervende zondaar, wiens bezwijkende hart naar verzoening smacht. Wat kunnen wij anders dan Hem liefhebben, als wij weten dat Hij zelfs de haren van ons hoofd telt? Deze waarheid wordt heel kostbaar voor ons als wij bedenken hoe nauwlettend Hij is, niet alleen voor wat de tijdelijke, maar ook voor wat de geestelijke belangen van Zijn schepselen betreft. Hoewel er een oneindige afstand bestaat tussen het eindige schepsel en de oneindige Schepper, zijn er toch banden, die hen aan elkaar verbinden. Denk niet dat God het niet ziet, als je een traan stort; want ‘zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen’. Jouw zuchten kunnen het hart van Jehova in beweging brengen. Jouw fluisteren zorgt ervoor dat Hij Zijn oor naar je over buigt, je gebed kan Zijn hand tegenhouden, jouw geloof kan Zijn arm bewegen. Denk niet dat God hoog op Zijn troon zit, zonder op jou te letten. Vergeet niet dat de Heere toch aan je denkt, hoe arm en ellendig je ook bent. De ogen van de Heere trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem.