De HEERE nu is degene, Die voor uw aangezicht gaat; Die zal met u zijn, Hij zal u niet begeven, noch u verlaten: vrees niet en ontzet u niet. Deut. 31:8
Tijdens een groot werk of een zware strijd, is hier een tekst, die ons moet helpen ons harnas aan te gespen. Als de HEERE zelf ons voorgaat, moet het veilig zijn Hem te volgen. Wie kan onze voortgang verhinderen, als de HEERE zelf zich in de voorhoede bevindt? Komt, medestrijders, laten wij vaardig voorwaarts gaan! Waarom aarzelen wij door te gaan tot aan de overwinning? En ook gaat de HEERE ons niet slechts voor: Hij is mèt ons. Boven, beneden, rondom en in ons is de Almachtige, de Alomtegenwoordige. Ten allen tijde, zelfs tot in eeuwigheid, zal Hij met ons zijn, evenals Hij dat geweest is. Hoe moet dit onze arm versterken! Slaat er dapper op los, gij strijders van het kruis, want de HEERE der heerscharen is met ons! Daar Hij ons voorgaat en met ons is, zal Hij ons nooit zijn hulp onthouden. Hij kan zichzelf niet begeven. Hij zal ook ons niet begeven. Hij zal voortgaan ons te helpen in overeenstemming met onze nood, zelfs tot het einde toe. Zoals Hij ons niet kan begeven, zo zal Hij ons ook niet verlaten. Hij zal steeds zowel bij machte als bereidwillig zijn ons kracht en hulp te schenken, totdat de dagen van de strijd voorbij zijn. Laten wij niet vrezen noch ontmoedigd worden; want de HEERE der heerscharen zal met ons ten strijde gaan. Hij zal het heetste van de strijd verdragen, en ons de overwinning geven.