Aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken. Hebreeën 10:17
In Gods vergeving zit zoveel kracht en werkelijkheid, iets wat je nooit zult vinden in de vergeving van mensen. Want stel dat iemand jou alles vergeeft wat je hem hebt aangedaan – zelfs als je hem heel slecht behandeld hebt – dan nog is het bijna te veel gevraagd om te verwachten dat hij het ook vergeet. Maar luister wat de Heere Zelf zegt: “Ik zal hun zonden en hun wetteloze daden beslist niet meer denken.” Dat is het verschil. Als iemand jou kwaad heeft gedaan, zul je hem misschien vergeven, maar diep vanbinnen kan het vertrouwen toch beschadigd blijven. Maar kijk hoe God met Zijn kinderen omgaat: Hij laat het verleden helemaal rusten. Zo volledig zelfs, dat Hij juist aan vergeven zielen Zijn geheimen toevertrouwt. Zoals er staat: “Vertrouwelijk gaat de HEERE om met wie Hem vrezen.” Soms vertrouwt Hij je zelfs Zijn kostbaarste schatten toe – dat is hoe volmaakt Hij vergeeft. Wat een vreugdevolle zekerheid wordt ons gegeven door die eeuwenoude woorden van Jeremia: “In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zal gezocht worden naar de ongerechtigheid van Israël, maar die zal er niet zijn, en naar de zonden van Juda, maar ze zullen niet gevonden worden, want Ik zal vergeving schenken aan wie Ik laat overblijven.” Dat betekent: zonde, compleet weggevaagd, voor altijd! Dit is de enige vernietiging die er echt toe doet: de totale vernietiging van schuld door Gods vergeving. Laten we daarom die belofte bezingen, alsof het een loflied is dat nooit stopt: “De ongerechtigheid zal gezocht worden… maar er zal niets meer gevonden worden.”