Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God. Psalm 42:2
De nieuwe mens staat nu in een nieuwe verhouding tot God. Waar hij vroeger erfgenaam was van toorn, is hij nu een kind van God. Waar hij eens een slaaf was, is hij nu vrij. Hij geniet vol vreugde van Christus Jezus. Waar hij vroeger een burger van de aarde was, is hij nu burger van de hemel. Wat hij ooit onder de wolken zag, ligt nu voorbij de sterren. Zijn relaties zijn totaal veranderd: Christus is zijn Broeder, God zijn Vader, de engelen zijn vrienden en het volk van God, dat vroeger werd veracht, is nu zijn dierbare familie. Daarom heeft de mens ook nieuwe verlangens. Hij wil God verheerlijken – iets wat hem vroeger niet kon schelen. Hij verlangt ernaar God te zien; ooit zou hij er alles voor over hebben gehad om juist aan de Heere te kunnen ontsnappen, maar nu hunkert hij naar de levende God. Als zijn ziel vleugels had en hij de ketenen van sterfelijkheid kon verbreken, zou hij meteen opstijgen om te wonen waar Jezus is. Beste vrienden, zijn jullie nieuwe mensen? Als dat zo is, begrijpen jullie wat dit betekent. Zo niet, dan is het zo dat ik het jullie niet kan uitleggen. Wedergeboorte is een groot mysterie; gezegend is degene die het begrijpt! Wie het niet kent, kan het niet slechts met woorden leren, maar alleen door de Geest van God, die hem tot een nieuw schepsel in Christus Jezus maakt.