Als u op de toppen van enkele bergen in de Alpen staat, dan kunt u ver en wijd zien. Onder u voeten ziet u de meren zich verspreiden en ver weg is er een gebied van zwarte bergen en heuvels bekleed met sneeuw, u weet dat ze mijlen verderop zijn, maar u ziet ze in een oogwenk. Ons gezichtsvermogen gaat zo snel, dat we de maan of de zon bereiken zonder dat er enige tijd in beslag wordt genomen door onze ogen die daar naartoe reizen. De afgelegen sterren die door astronomen zijn ontdekt, staan zo ver weg dat men nauwelijks hun afstand kan berekenen. Maar toch, wanneer ik naar hen kijk bereikt mijn oog het sterrenrijke firmament in een seconde van tijd, zo snel reist mijn zicht. En even snel is de daad van het geloof. Broeders en zusters, we weten niet waar de plaats die “hemel” wordt genoemd, is, maar als we zien door het geloof dan brengt het ons daar in een enkele seconde. We kunnen niet zeggen wanneer de Heere zal komen, het zal misschien geen eeuwen meer duren, maar het geloof stapt in een oogwenk over de grote afstand van de tijd en ziet Hem komen in de wolken van de hemel en hoort de bazuin van de opstanding.