Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige; gijlieden moogt toezien. En al het volk, antwoordende, zei. Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen. Mattheus 27:24-25
De ergste zonde die het menselijk ras begaan heeft is de kruisiging van Christus. In Zijn dood vinden we alle zonden als in een gemeen complot verbonden. Afgunst, hoogmoed, haat, hebzucht, leugen en godslastering gingen over in wreedheid, wraak en moord. De duivel stapelde al onze zonden op het Vrouwenzaad; ze omringden de Heere als bijen. Alle zonden van mensen van alle eeuwen waren verzameld rond het Kruis. Evenals alle rivieren in de zee uitkomen, verzamelden alle misdaden zich om de Zoon van God te doden. Alsof de hel een samenkomst hield, kwamen alle verschillende soorten van zonden als op afspraak samen, leger op leger haastte zich naar de strijd. Alle zonden maakten God tot hun prooi, zoals gieren zich op een lijk storten. Door al die verzamelde troepen van zonden werd de ergste zonde, die ooit onder de zon plaats vond, begaan. Verdorven handen kruisigden en doodden de Redder der wereld.
We hebben twee liederen gezongen waarin we onze eigen schuld aan de dood van Christus beleden. Sommigen begrepen misschien nauwelijks wat ze zongen, maar anderen beleden oprecht en hartelijk hun schuld aan de dood van onze Heere Jezus Christus. We weten dat Hij niet alleen stierf vóór onze zonden, maar ook dóór onze zonden. Velen zien dit niet en ik wil ook niet dat ze doen alsof ze het zien. Ze zien niet in dat ze iets uit te staan hebben met Jezus’ dood en daarom kennen ze geen neiging tot berouw als ze ervan horen. Ze imiteren integendeel het voorbeeld van Pilatus in onze tekst: hij nam water, waste zijn handen voor de mensenmenigte en zei: ”Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige”. Het doel van deze preek is het wakker maken van slapende gewetens. Zonder op diepzinnige vragen in te gaan of die man wel of geen deel had aan Christus’ dood, zal ik laten zien dat mensen op verschillende manieren een gelijke misdaad begaan, omdat ze dezelfde aanleg en aard hebben als diegenen die Christus doodden. Hoewel ze de kruisiging afkeuren, herhalen ze die met de daad of in hun geest.
Hoewel Jezus hier niet lichamelijk aanwezig is, zijn Zijn heiligheid, Waarheid en Goddelijke Geest rondom ons. En mensen behandelen het koninkrijk van Christus op dezelfde manier als de Romeinen en Joden de vleesgeworden God behandelden. Het is niet waar dat iedereen verbitterd tegen Hem is, want God sprak over ‘sommigen die groter zonden begaan hadden’. Weinigen zijn zo schuldig als de verrader Judas, de zoon van het verderf. En toch is in feite elke vorm van afwijzen van Christus een grote zonde. Het zal een grote zegen van het Evangelie zijn als berouw gevoeld wordt op de manier zoals de profeet verwoordde: Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enige zoon; en zij zullen over Hem bitter kermen, gelijk men bitter kermt over een eerstgeborene.
Ik begin nu aan het verhaal waarin Jezus voor Pilatus verschijnt, vanaf het moment waarop Hij teruggezonden wordt naar Herodus totdat Hij overgegeven wordt aan de Joden om gekruisigd te worden. Ik zal proberen verschillende manieren te laten zien, waarop mensen Christus doden, zodat ze daardoor deel hebben aan die grote overtreding, die plaatsvond te Jeruzalem.
Allereerst zijn er enkelen (dat zijn degenen die grotere zonden hebben) die vastberaden en openlijk tegenstander zijn van de Heere Jezus. Ik denk bij deze mensen aan de Joodse overpriesters en ouderlingen. Ze zochten voortdurend naar een mogelijkheid om Hem te doden, omdat ze Zijn onderwijs niet konden verdragen. Alleen Zijn verdwijning zou hen bevredigd hebben, omdat Hij een levend protest was tegen hun boze daden. Ze haatten Hem omdat hun goddeloos leven door Zijn licht aan de kaak gesteld werd. Dit waren de werkelijke moordenaars van Christus, die hun schande prezen en de straf uitdaagden door te roepen: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen. Er zijn nog steeds mensen die de prediking van de Heere Jezus niet kunnen verdragen. Zijn Naam lijkt hun slechtste driften te activeren; ze zijn razend als Hij nog maar genoemd wordt. Welke afgrijselijke zaken werden gezegd over de Christus Gods! Ze zochten via allerlei omwegen hun kans om Hem te beledigen.
Als iemand anders zo gelasterd zou zijn als Hij, zou de maatschappij deze weerzinwekkende tongen niet langer verdragen hebben. Beschuldigingen tegen God en Zijn Zoon lijken daarentegen gewenst voedsel te zijn voor moderne godslasteraars. Ik beef als ik denk aan de harde uitspraken die goddelozen Hem nog altijd toevoegen, terwijl Hij in de dag van Zijn vernedering al die tegenspraak van zondaren al verdroeg. De meeste beschuldigingen waren absurd, en zouden ook absoluut afgewezen worden als de schuld van mensen niet in het geding was. In de uitingen zien we het addervergif tussen de lippen, een mond vol met vloeken en bitterheid. Zo worden oorlogshelden, filosofen uit de oudheid en zelfs de uitgesproken plaaggeesten van onze tijd niet behandeld. Ze ontmoeten allemaal wel een beetje oprechtheid of eer, waarbij het de vraag is of die wel terecht is. Maar zodra het de Persoon en het leven van onze gezegende Heere betreft, wijken oprechtheid en eerlijkheid.
Elke poging om Hem te begrijpen wordt geweigerd, Hij en de Zijnen worden met spot, onbegrip en leugen behandeld. De grofste scheldwoorden worden verzameld, Zijn woorden worden op het slechtst geïnterpreteerd en Zijn daden worden verkeerd voorgesteld, zodat Hem motieven toegedacht worden die Hem volledig vreemd zijn. Zulke mensen, die schreeuwen om aandacht, zijn ook hier aanwezig. Er zijn altijd ongelovigen en bespotters van Jezus geweest, maar de taal wordt grover dan ooit. Eens werd ongeloof gezien als filosofisch en bewijs van denkvermogen gezien en onder de ongelovigen werden grote namen gevonden. Maar nu zijn de luidruchtigste advocaten van de ongelovigen domme grootsprekers, mensen die er genoegen in lijken te hebben om de gevoelens van gelovigen te kwetsen en alles wat heilig is onder hun voeten te vertrappen. Dit zijn duidelijk navolgers van de mensen die riepen: Kruis Hem! Kruis Hem! Ze kunnen het niet uitstaan dat Jezus herdacht, laat staan vereerd wordt. Ze doen zich voor als ‘vrijdenkers’ en verdraagzaam ten opzichte van elke religie, maar elke gelegenheid wordt waargenomen om hun enorme haat tegen het geloof in Jezus te spuien. Het blijkt dat de geest van de vervolging hen bezielt. Het zou onzinnig zijn als ze beweerden Christus niet te willen kruisigen, omdat hun taal het tegendeel bewijst.
Sommigen richten hun voornaamste aanval op de koninklijke autoriteit en regerende macht van de Heere Jezus. Ze protesteren tegen Hem omdat Hij de universele macht opeist. Ze zouden niet zo ageren tegen het Christendom als één van de vele godsdiensten, maar nu het superieur zegt te zijn, willen ze er niets meer mee te maken hebben. De Romeinse Senaat was bereid om het beeld van Jezus in het Pantheon tussen de andere góden te plaatsen, totdat het vernam dat Christus eist om alleen aanbeden te worden. Als gevolg van deze eis werd Hem een plaats geweigerd. Als het Evangelie zegt de enige waarheid te zijn en dus andere systemen als vals ziet, wordt onmiddellijk de tegenstand van de oppositie zichtbaar. Tegenwoordig hoor je veel zeggen: ”Ja, het christendom heeft goede dingen, net zoals het Boeddhisme dat heeft”. Het Boeddhisme heeft vooral tegenwoordig nogal wat aanhangers. Alles is welkom, als men maar bevrijd wordt van de levende God. Een Christus Die iemands alles of niets is, staat hen niet aan. Als Hij zegt dat Hij de afgoden zal verdoen en de vijanden zal verpletteren met een ijzeren scepter, wenden zij zich van Hem af, want als Hij over alles gesteld wordt, zijn zij Zijn vijanden.
Er zijn mensen met een milder temperament, die evenwel de tegenstanders vergezellen omdat ze opstaan tegen de Godheid van Christus. Deze mensen roepen als in echo: Wij hebben een wet en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft zichzelf Gods Zoon gemaakt. Ze worden verontwaardigd over de eigenschappen die christenen voor Hun God en Redder opeisen. Christus als beste van de mensen, als edelste onder de profeten, als na verwant aan de Godheid, misschien zelfs gezonden door God, tot zover willen ze wel gaan, maar zeker niet verder. ”Dat alle mensen de Zoon zouden eren, zoals ze de Vader eren”, kennen ze niet. Als Jezus gepredikt wordt als ‘de God uit God’ horen we ze roepen: Weg met Hem! Weg met Hem! Als we Jezus uitroepen als Koning op Gods heilige berg van Sion en zeggen: Uw troon, o God, is voor eeuwig en eeuwig, weigeren ze voor Hem te buigen.
Ze vernietigen voor zover ze hiertoe in staat zijn de Godheid van Christus en reduceren Hem tot een gewoon mens. Hoe kunnen deze mensen de Joden en Romeinen beschuldigen? Die konden slechts Zijn mensheid doden, terwijl zij Zijn Godheid proberen te vernietigen. Is hun schuld niet even groot? Ik beschuldig deze loochenaars van de Godheid als moordenaars, omdat ze Zijn edele natuur aanvallen door Zijn Godheid en Goddelijke kracht aan te vallen. Dat de Geest Gods hier zou zijn om hen te overtuigen van hun fout en hen te leiden tot de aanbidding van Jezus, die is verhoogd aan de rechterhand van de Vader.
Ik moet beschuldigen in de naam van God en de waarheid. Als de openlijke tegenstanders van Christus geleefd hadden in de dagen dat Hij leefde zouden ze gewenst hebben Hem te kunnen doden. Maar eigenlijk is Hij nu ook dood in Zijn ware karakter. En anders doen ze wel hun best om Hem in hun geweten en dat van anderen weg te vagen. Als ze zeggen dat ze Jezus niet gekruisigd zouden hebben, zeg ik dat ze Hem een dood waardig achten waarvan Hij nog meer gebeden zou hebben of die Hem bespaard bleef, namelijk die van de vernietiging van al Zijn invloed op het gemoed van mensen. Door Zijn genoegdoening waardoor Hij mensen met God verzoent af te keuren, en mensen tegen Hem op te zetten, zodat ze Zijn zaligheid weigeren, beroven ze Hem van de vreugde die Hem voorgesteld was en waarvoor Hij de schande van het kruis verdroeg. Is dit niets? Dood me als u wilt, want ik zal leven door de woorden die ik gesproken heb. Ik zou het veel erger vinden als u alles wat ik gezegd heb en al het goede wat ik geprobeerd heb te doen, kon laten verdwijnen uit de harten van de mensen.
En als dat al zo is bij een gewoon mens, hoeveel te meer zal dat dan niet zijn bij Jezus. Hem aan het kruis te laten sterven betekent weinig vergeleken met de verklaring: We willen Zijn invloed niet ondergaan, of: We willen niet in Hem als Verlosser of God geloven. Wat een vreselijk levensdoel is het voor een mens om het Evangelie te vernietigen. Vreselijk zal de straf voor deze zonde zijn. Tegenstanders van Jezus, u zult niet minder schuldig zijn dan de Joden tijdens het leven van Jezus op aarde, maar méér! U doodt Hem niet op de ene, maar op een andere manier en toch is de geest van de misdaad dezelfde.
Ik zie een denkbeeldig kruis waaraan mijn Heere door uw woorden genageld wordt. Ik zie een Golgotha waarop mijn Heere Jezus opnieuw gekruisigd en openlijk te schande gemaakt wordt door ongelovige spot en sceptische verdachtmakingen. Ik zie Hem bespot en veracht door degenen die Zijn Godheid ontkennen en weigeren te geloven in Zijn offer. Genoeg hierover. Ik hoop dat de Geest en uw geweten spreken, zodat u het niet aandurft om uw handen in onschuld te wassen als u een openlijk tegenstander van Christus bent. Wend u tot Hem en word Zijn discipel. Zijn schoonheid is zo groot dat elk eerlijk hart erdoor verwarmd wordt. Zijn onderwijs is zo mild en verstandig, zo vol van zoetheid en licht dat het heel wonderlijk is als mensen het nog niet met vreugde ontvangen hebben. Zijn kruis is uniek: een bloedend Lijder die de schuld draagt, die niet de Zijne is, opdat Zijn vijanden zouden leven. De gedachte is zo vreemd, dat die nooit in het egoïstische brein van een gevallen mens zou opgekomen zijn. Het draagt zijn eigen getuigenis in zich. Wee hen, die ertegen zullen vechten. Het zal hen duur te komen staan.
Die zich aan deze steen stoot zal verbroken worden en degene op wie de steen valt zal vermorzeld worden. Kijk wat er gebeurde met de Joden: in de tijd van Titus werden zoveel mensen gekruisigd, dat er hout tekort was. Jeruzalems verwoesting is een gevolg van Jezus’ kruisiging. Wees voorzichtig om tegen Hem te strijden, want de almachtige Vader zal met u twisten. Al Zijn scheppingskrachten en de Voorzienigheid staan op Zijn commando klaar om te strijden voor de waarheid en gerechtigheid. De Nazarener heeft overwonnen en zal overwinnen tot het einde toe als Hij alle vijanden onder de voet gelopen zal hebben. Daarom moeten degenen die Hem haten zich op tijd bezinnen en de hopeloze strijd beëindigen omdat ze feitelijk tegen hun eigen zielen vechten.
In de tweede plaats hoop ik dat er niet veel mensen in ons midden zijn op wie het eerste deel van mijn preek van toepassing was. Pilatus, die een bezwaard geweten had, wilde Jezus graag in leven houden, maar wist niet hoe hij dat voor elkaar moest krijgen. De Joden dreigden met ontrouw aan Caesar. (Die Caesar was de sombere, tirannieke Tiberius, die meedogenloos was in zijn woede.) Daarom zond hij zijn gevangene naar Herodus, maar omdat dit niet lukte probeerde hij nog een andere manier. Hij vertelde het volk dat het de gewoonte was om op het feest een gevangene vrij te laten en dat de keus aan hen was. Hij hoopte dat ze Jezus van Nazareth zouden kiezen. Tevergeefs! Want er was een andere gevangene met gedeeltelijk dezelfde naam, Jezus Barabbas, een moordenaar, schuldig aan muiterij en diefstal. Pilatus bracht beiden naar buiten en liet de keus aan de Joden over. Als het echt zo gebeurd is als de beschrijver van Jezus’ leven het ons zegt, zette Pilatus ze allebei, naast elkaar, voor de mensenmenigte. Wat is dat een wonderlijk tafereel geweest. Let op het ene individu: een donkerogend, somber moordenaar, fel kijkend, de haat en woede op zijn gezicht, het bloed druipt van zijn vingers, kortom een rover wiens handelen getekend wordt door geweld.
En aan de zijde van ‘de wolf’ staat ‘het Lam van God’. Goedheid, teerheid, weldadigheid en heldhaftigheid tekenen Zijn gezicht. Pilatus houdt het volk de verpersoonlijking van haat en liefde voor en laat het volk de keus. Zonder aarzeling wordt gekozen: Barabbas! Terwijl Barabbas een moordenaar was. De moordenaar gaat vrijuit en de onschuldige moet sterven. En daarmee moet ik een tweede soort mensen beschuldigen inzake hun keus. Velen onder ons hebben door Goddelijke genade Jezus als hun Verlosser, God en Koning gekozen. Hij is het fundament van onze eeuwige hoop en de bron van onze blijdschap op dit moment. We hebben Christus als gids en leider van ons leven gekozen en we schamen onszelf niet voor onze keus. We hebben haar weloverwogen en serieus gemaakt en we maken haar elke dag opnieuw.
Ik ben bang dat sommigen niet voor Christus hebben gekozen, maar welke keus maakte u dan? Laat me twee keuzen noemen die op één lijn met Barabbas gesteld kunnen worden. Té veel mensen hebben gekozen voor de lust als hun vermaak. Ik ga dit afzichtelijk monster niet beschrijven, ik heb er geen woorden voor. Het is een smerig en dierlijk ding: het schaamrood staat op de kaken bij het beschrijven ervan. Want voor het plezier van de wellust wordt Christus opzijgezet. Voor een vreemde vrouw hebben veel mannen hun ziel weggegooid en gekozen voor schande in plaats van eer. Ik verontschuldig de Joden gedeeltelijk voor het kiezen van Barabbas als ik mensen de lusten van het vlees in plaats van Christus zie volgen. Ik bedoel mensen die in het geheim toegeven aan hun lage hartstochten en daardoor teruggehouden worden om christenen te zijn. Ze weten dat ze geen volgelingen van Christus kunnen zijn en toch volharden ze in seksuele wellust en voor deze slechte, op zichzelf gerichte bevrediging, nemen ze afstand van Jezus.
Zeer regelmatig ontmoet ik mensen die gekozen hebben voor een andere Barabbas in plaats van Jezus. Ik ontleen de naam aan de Grieken en noem hem Bacchus. Drank is de duivel die miljoenen met zich meesleept naar de afgrond. Het is een gebrek dat mensen omlaag haalt en het beeld van God in hen ontluistert. We beledigen een dier als we zeggen dat een mens zich tot dat niveau verlaagt, want een dier begeeft zich niet op dat niveau. Helaas heb ik mannen en vrouwen gekend, die hoorders van het Evangelie waren en de kracht ervan zelfs in zekere mate ervaren hadden, die voor deze zonde hun ziel verkochten en de Zaligmaker opgaven. Geen dronkaard heeft het eeuwige leven blijvend in hem en er zijn belijdende christenen die geen andere naam dan dronkaard verdienen. Ik zeg dat ze de drankduivel verkiezen boven de heilige Heere Jezus. U veroordeelt de Joden voor het kiezen van Barabbas; waar zult u een advocaat vinden voor uw ziel als u kiest voor dronkenschap? Het was zondig om een moordenaar te kiezen, maar wat zal het voor u zijn als u kiest voor deze verdorven zonde, die zijn duizenden verslagen heeft? Deze nationale zonde maakt ons land tot een spot en spreekwoord onder de andere landen van de wereld. Wat moet ik ervan zeggen, vooral als ik de Heere ernaast zet? Schaamte, niets dan schaamte als dit gekozen wordt boven Jezus die ons liefhad en zichzelf voor ons overgaf.
Goed, goed, zegt iemand, ik verval niet in deze zonde. Nee, mijn vriend, maar wat kiest u in plaats van Hem, want als Hij niet op de troon van uw hart zit, kiest u toch voor iets anders. Wilt u geen christen worden omdat u uzelf verdriet wilt sparen en blij en aangenaam van het leven wilt genieten? U kiest niet voor een speciale, openbare zonde, maar geeft de voorkeur aan matigheid in de zonde en het letten op u zelf, zodat u alle zorg, gedachten en vrees voor de dood, hel en hemel van u afhoudt. U denkt dat u zo een zorgelozer en gelukkiger leven leidt dan na een overgave aan Jezus. U begaat een fout, maar één ding is duidelijk: uw eigen ik is uw god en die godheid is even dwaas als iedere andere afgod. De aanbidder van een god van goud, zilver, steen of zelfs modder is niet zo ver gedaald als degene die zichzelf aanbidt. Als ik mijn eigen god ben of als ik van mijn buik een god maak, kan ik haast niet dieper zinken. Als ik grotendeels leef om gemakkelijk en gerieflijk te leven en God, Christus en hemelse zaken links laat liggen, maak ik een vreselijke keus. Denk eraan en schaam uzelf ervoor. Ik zeg het nog een keer, veel mensen doen door hun keus voor een bepaalde zaak in het leven precies hetzelfde als wat de mensen deden die Barabbas in plaats van Jezus kozen. Ik zeg er nu niets meer over. Ik bid de Heilige Geest om deze Waarheid tot u te laten doordringen.
In de derde plaats toen Pilatus zag dat hij zijn gevangene niet vrij kon laten, gaf hij hem over in de handen van de soldaten, die zich meteen vrolijk maakten over Hem en Hem behandelden als een voorwerp van verachting. De woorden zijn wreed en roepen tranen tevoorschijn: Toen nam Pilatus dan Jezus en geselde Hem. En de krijgsknechten, een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd en wierpen Hem een purperen kleed om.’’Hieraan ben ik onschuldig!”, roept één van mijn hoorders. Bent u er zeker van dat u vrij bent van de zonde van versmading van Jezus, van de zonde van Jezus pijn te veroorzaken? Luister eens even. Als u zo bezig bent met de wereld dat u Hem vergeet, als u zo bezet bent met uw begeerte om rijk te worden, en spot met de ‘echte rijkdom’, moet u beseffen dat u een doornenkroon voor Hem gevlochten hebt. Uw dwaasheid in het verachten van uw eigen ziel verwondt Hem diep. Hij heeft medelijden met u en kan het niet aanzien dat de doornen van deze wereld de oogst zal zijn die u zaait en zult maaien. Als Hij niet zo liefdevol en teer van hart zou zijn, zou het er weinig toe doen, maar deze onvriendelijkheid voor uzelf, is onvriendelijkheid naar Hem toe. En als u zich zo bekommert om de wereld en Hem en uw ziel vergeet, plaatst u een doornenkroon op Zijn hoofd. Is dat niet erg?
Ik vraag u, die ‘s zondags naar de kerk gaat, zodat u doet alsof u Hem liefhebt, of u weet wat u Hem aandoet als alles een leugen blijkt te zijn? U hebt Hem bespot door een namaak-aanbidding, zodat u Hem het purperen kleed aantrekt. Want dat purperen kleed wijst op een schijnkoning. En uw zondagsgeloof, dat u in de week vergeet, is de rietstok die u Hem in handen geeft. U hebt Hem zelfs bespot en beledigd in uw gebeden en gezangen, omdat uw geloof schijn, zonder hart, is. U aanbidt Hem zonder aanbidding, en uw geloof is geen geloof, net zoals uw gebed geen gebed is. Is het niet zo? Ik vraag u eerlijk te zijn. Gaf u deze week aan niemand de voorkeur boven Jezus? Aan geen boek de voorkeur boven de Bijbel? Aan geen opgave de voorkeur boven het gebed? Aan geen geen genot de voorkeur boven de gemeenschap met God? Politieke onderwerpen hadden uw aandacht, maar niet de eer van God of de belangen van Zijn koninkrijk? Is dat geen verachting van Jezus? Is dat geen bespotting van Hem? Zijn er onder u die God moe zijn? Of Zijn dag? Of de preken over Hem? Moe van het verzoenend bloed of het horen aanprijzen van de Verlosser? Is dat geen versmaden van Hem?
Te veel zijn er die zelfs over de heiligste dingen grappen maken. Als ze Jezus niet persoonlijk bespot hebben, hebben ze Zijn kinderen belachelijk gemaakt en zich vrolijk gemaakt over Zijn Evangelie. Door sommigen wordt het Evangelie als vogelverschrikker getoond, en vroomheid als een scheldwoord gezien. Gewetensbezwaren worden uitgelachen als ouderwets en absurd. Toewijding aan Christus ziet men als het voorstadium van seniliteit. We weten dat het zo is, zelfs onder hoorders en uiterlijke belijders van het Evangelie. Ze kennen geen waarde toe aan de levende godsvrucht. Bij tijden spreekt hun geweten luid en dan moeten ze wel erkennen dat ze wat ze anders zo verwensten, eigenlijk verlangen te bezitten. Ze verachten het bloed van Jezus, maar zouden toch graag deel hebben aan de vergevende kracht ervan.
Ik ben bang dat niemand zijn handen in onschuld kan wassen wat deze zonde betreft. Er was een tijd dat mensen, die Jezus nu liefhebben en elke wond zouden willen kussen, Hem zo gering achtten dat alles hen waardevoller leek dan Hij. Het verhaal van Zijn lijden ervoeren we als vermoeiend en afgezaagd. Als gevraagd werd onszelf aan Hem over te geven, zagen we dit als een dweperige uitdrukking of een opgewonden droom. Gezegende Zaligmaker, u hebt ons vergeven. Vergeef ook anderen, die hetzelfde doen.
Ten vierde wil ik het nu nog even hebben over een zonde, waaraan velen schuldig zijn: de zonde van de gevoelloosheid voor het lijden van onze Heere. Pilatus dacht dat hij wel een manier vond om Hem vrij te laten en hij probeerde die. Hij geselde Hem. Ik vertel niet hoe afgrijselijk een Romeinse geseling was. Er is niets vergelijkbaars, met uitzondering van de Russische knoet misschien. Het was de vreselijkste straf. Velen stierven erdoor, en bijna elk slachtoffer verloor het bewustzijn na een paar slagen. Een gekneusd, bloedend lichaam was het gevolg. Pilatus liet Jezus zo aan het volk zien en zei: ”Zie de Mens”. Hij bedoelde met deze woorden: is dit niet genoeg? Kijk eens hoe gewond Hij is? Is dit voldoende? Maar het volk riep, zonder medelijden: ”Weg met Hem!” Als de ellende u niet treft, is dit een treurig bewijs van de hardheid van uw hart. Lezen veel mensen de geschiedenis van Zijn lijden niet zonder één blijk van emotie?
Veracht, gesmaad, gekroond met doornen en gegeseld staat onze God daar als de Man van Smarten, de Koning van het Lijden. Ellende zonder weerga! Volstrekt geen gelijke vindbaar. Heeft u geen tranen voor Hem, die door soldaten bespot en door Joden uitgelachen werd? Nee? Is het echt zo dat u antwoordt met nee? Wat een vreselijke schande! En het ergste is dat het geen indruk maakt op mensen als zij zich herinneren dat dit lijden vrijwillig en uit liefde gedragen werd, niet omdat het nodig was of uit een ander egoïstisch motief. Hij droeg deze straf voor Zijn vijanden. Hij beval Zijn discipelen als eerste in Jeruzalem te preken opdat de mensen die Hem in Zijn gezicht gespuugd hadden zouden weten dat ze deelden in Zijn ontferming. En opdat degene die de lans in Zijn hart stak zou weten dat hij één van degenen was voor wie Jezus stierf. Hij stierf terwijl Hij bad voor Zijn moordenaars. Dat het toch zo moest zijn. Het is mooi als een man voor Zijn vriend sterft, maar dat iemand sterft voor zijn moordenaars is het bijzonderste wat zelfs engelen ooit gezien hebben.
Dat de Heere om onzentwil leed, zou gelovigen eigenlijk het meest moeten raken. In Zijn dood gloort hoop, zonder Zijn dood zouden we eeuwig verloren zijn. Als we geen deel hebben aan het nut van deze doodsangst blijft er niets over dan de vreselijke verwachting van het oordeel en Zijn brandende toorn. We treuren niet als we Jezus zien sterven. O gevoel, je bent in redeloze dieren gevlucht! Mensen hebben hun verstand verloren. Onze harten lijken wel op de rots in Horeb. Geslagen door de staf van het kruis zullen er pas tranen van berouw vloeien. Dat we met iedereen medelijden hebben, behalve met de Zaligmaker, is een bijzonder bewijs van onze schuld. Hierdoor kunnen we huilen over een schoothond, maar horen we over Christus’ lijden met uiterlijke onbewogenheid. Er zijn veel zulke mensen en ik bid Gods Geest om hun geweten aan te raken, zodat ze het probleem van de harteloosheid ten opzichte van Jezus zullen zien. Misschien zou ik met het doorgaan over dit onderwerp uw geweten aanspreken, maar ik moet verder.
Ten vijfde: er is nog een misdaad waaraan veel mensen schuldig zijn en die ook in Pilatus gevonden werd: lafhartigheid. Niet minder dan drie keer zei Pilatus tegen de Heere Jezus: ”Ik vind geen schuld in Hem” en tóch liet hij Hem niet gaan. Hij erkende dat hij macht had Hem te kruisigen en los te laten, maar hij durfde zijn macht om Hem vrij te laten niet te gebruiken. Lafhartigheid belette hem zijn volmaakt onschuldige gevangene te laten gaan. Hij erkende, maar handelde niet naar zijn ondervinding. Ken ik iemand bij wie de kennis van goede zaken het doen van het goede overtreft? Dit zal een van de nooit-stervende ‘wormen’ zijn in de hel: het knagen van een verlicht, maar veronachtzaamd geweten. Op de deur van de gevangenis zal leesbaar zijn: Ik kende mijn plicht, maar volbracht hem niet. De kennis maakt mensen verantwoordelijk voor hun daden. Als de kennis toeneemt, groeit de verantwoordelijkheid mee. Bovendien wist Pilatus niet alleen wat recht was, maar wilde hij het ook uitvoeren. Je zou haast medelijden krijgen met de twijfelende lafaard. Kijk hoe hij worstelt om Jezus vrij te laten op een slimme manier, die niet ten koste van hemzelf gaat. Hij wenst, besluit en trekt zich dan weer terug. Hij wordt als een schip heen en weer geslingerd door de wind uit verschillende richtingen; het ene moment bevindt hij zich bijna in de haven, het volgende bevindt hij zich op volle zee.
Hoeveel dode wensen zijn hier niet in de kerk aanwezig, die als onrijpe vruchten door de wind uit de boom worden geblazen? Mensen wensen zich te bekeren, willen geloven, wensen te beslissen, wensen heilig te leven, wensen rechtvaardig te zijn voor God, maar al die wensen leiden niet tot een daadwerkelijk besluit. En zo gaan ze verloren op de drempel van genade. Hun vroomheid eindigt in lege wensen, die getuigen van hun verantwoordelijkheid en hun veroordeling zeker maken. Maar als we eerlijk zijn deed Pilatus meer dan alleen maar wensen: hij voerde een pleidooi voor Christus. Verder kwam hij niet, hoewel dat zijn plicht zou zijn geweest. Het is mogelijk dat iemand zegt: ”Ik vind geen fout in Hem”, maar met zijn daden Jezus veroordeelt door Hem over te geven om gedood te worden. Woorden zijn maar een armzalige eer voor de Verlosser. Een mens wordt met veel meer dan woorden gered, daarom moet God ook niet alleen met lippentaal beloond worden. Pilatus’ taal was gedurfd genoeg, maar voor het rumoer van de menigte zwakte hij af. Hij kon wel vastbesloten zijn blijkens zijn latere antwoord: ”Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven!” Waarom had hij die ‘ruggegraat’ niet toen Jezus nog leefde? Hij was geen door en door zwak wezen, dat zijn besluit geen kracht bij kon zetten. Hij had zich in deze situatie ook anders kunnen opstellen. Een grote misdaad zou hem bespaard zijn gebleven. Zijn er Pilatussen hier – mensen die al lang christen hadden kunnen zijn als ze meer moed bezeten hadden? Een of andere dwaze makker zou hen kunnen uitlachen als ze vroom zouden worden, en dat zouden ze niet kunnen verdragen. Arme lafaards!
Ik hoorde onlangs van een jongen die niet durfde bidden in een kamer waar twee of drie anderen sliepen. Bang kroop hij in bed en dolf hij het onderspit vanwege mensenvrees. Ik ben bang dat sommigen liever verloren gaan dan uitgelachen te worden. Een ander heeft een goddeloze vriend en hij weet dat hij de vriendschap op moet geven als hij Jezus gaat volgen. Hij wil het laatste, maar de moed ontbreekt hem. U, die uit mensenvrees terugschrikt voor wat Christus van u vraagt, weet u het lot van de vreesachtigen? Bange mensen, Jezus is overdekt met wonden en schande voor u, schaamt u zichzelf voor Hem? De dood komt spoedig en verbergt u uw gezicht voor Hem? Dat is pas echte wreedheid, zowel voor Christus als voor uzelf! Kunt u Zijn vijanden niet verlaten? ’’Gaat uit het midden van hen en scheidt u af: raakt niet aan hetgeen onrein is”.
Wilt u Zijn zaak niet aannemen? ”Zo iemand mij dient, die volge Mij”. Door deze lafhartigheid probeert u voor zover het in uw macht is, Christus te doden. ”Hoe?”, vraagt u. Stel je voor dat iedereen zoals u deed, dan zou er geen christendom meer zijn op de wereld. Als iedereen laf was, zou er wel een kerk zijn? Bent u niet bezig Christus te doden en te begraven, zoveel in uw vermogen is? Verwoest u Zijn invloed niet en verzwakt u zijn kerk niet door Hem niet aan te nemen? Is dat niet zo? Kijk eens. De invloed die u heeft in de wereld weigert u voor Hem te gebruiken. Duizenden zijn aktief in het Hem vernietigen en tegenstaan, en u steekt niet één hand ten gunste van Hem uit. Waarom komt u niet tevoorschijn, terwijl u zegt: ”Ik sta aan Zijn kant!” Door uw vermeende neutraliteit handelt u als een vijand. U móet een kant kiezen nadat u het Evangelie gehoord hebt. Jezus zei: ”Wie niet met Mij is, die is tegen Mij, en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit”. U bent tegen Hem en u verstrooit.
Veronderstel dat anderen uw voorbeeld volgen? Volgens u is er niets verkeerds aan uw voorbeeld, behalve dan dat u geen christen bent. Dat is het juist en eigenlijk is het goede in uw voorbeeld juist zo geschikt om een invloed ten kwade te veroorzaken. Een dronkaard zal niet veel mensen tot onmatigheid verleiden, integendeel, hij zal een waarschuwing voor veel mensen zijn. Ik heb veel jonge mensen gekend, die geheelonthouder werden, omdat hun vader hun jeugd zo ongelukkig en armoedig gemaakt had door de drank. Een slecht voorbeeld kan zijn slechte invloed verliezen door te overvloedig aanwezig te zijn. Maar bij u is het anders: uw voorbeeld is enerzijds bewonderenswaardig, maar staat in dienst van de duivel. Hoe voortreffelijker mens u bent, hoe meer onheil u aanricht door aan de kant van het kwaad te staan. Als u zedelijk, voortreffelijk en vriendelijk bent, bent u de geschikte man om aan de kant van Christus te staan, maar als u uw invloed tegen Hem gebruikt is dat echt te betreuren. Als het positieve in uw karakter maakt dat mensen de rechten van de Zoon van God negeren, is dat niets anders dan Hem op geestelijke wijze doden.
Tenslotte – moge de Geest dit scherpe medicijn aan uw hart zegenen, zodat u berouw zult krijgen – is er de zonde huichelachtig uzelf rechtvaardigen. Bij Pilatus vinden we die als hij water neemt, zijn handen wast en zegt: ”Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige; gijlieden moogt toezien”. Wat een tegenstrijdigheid! Hij is onschuldig, maar Pilatus geeft toch toestemming hem als schuldige te zien. Ze konden de Heere niet doden zonder zijn toestemming. Hij geeft de noodzakelijke toestemming, maar zegt: ”Ik ben onschuldig”. Zie ik daar niet iemand die tot dezelfde soort behoort? Hij zegt dat hij Christus niet veracht en geen woord in Zijn nadeel spreekt. Dus onschuldig is aan enige kwaadwillendheid ten opzichte van Hem. Maar als anderen zich tegen God keren, mag dat natuurlijk van die persoon, want we leven tenslotte in een vrij land: ’’Iedereen doet maar wat hij wil, want daar heb ik verder niets mee te maken”. Zo’n houding neemt u toch ook niet aan, als u ziet dat iemand vermoord wordt?
Blijft u dan ook kijken zonder u erin te mengen? U zegt dat u niet verantwoordelijk bent voor de meningen van andere mensen. Hebt u een mening over Jezus? ”Nee”, zegt u, ”ik denk haast nooit over Hem”. Is dat geen verachting? Weigert u een mening te hebben over iemand, die zegt uw God te zijn? Over degene die uw Redder is, zodat u niet voor eeuwig verloren hoeft te gaan ? U komt er op deze manier niet vanaf. Nu de opstand is uitgebroken moet u aanhanger of verrader zijn. De standaard is opgericht en iedereen moet partij kiezen. Uw verwaarlozing van Jezus spreekt uw zogenaamde neutraliteit tegen. U doet alsof u Hem laat liggen, maar dat wordt u juist fataal. Stel: er is een man in een brandend huis en u kunt hem redden. U weigert uw hulp omdat u vindt dat de zaak niet u, maar de brandweer aangaat. Intussen sterft die man. U heeft in geen geval een excuus, want het was uw plicht om die man te redden. Zo komt de Heere Jezus Christus naar de mensen en wordt Hij vervolgd. U zegt doodgemoedereerd: ”Het is jammer, maar ik kan er niets aan doen”. Vast niet, maar door uw pasiviteit schaart u zich bij Zijn vijanden.
Zegt u dat u zo rechtvaardig bent, dat u geen Zaligmaker nodig heeft? Dat is echt in Zijn gezicht slaan. Hij komt op aarde als Verlosser en u zegt dat Hij overbodig is. Dat u zo goed bent dat u zonder Zijn bloed ook al rechtvaardig bent. Dat is spuwen in Zijn gezicht en zeggen dat Hij Zich totaal vergiste toen Hij voor u stierf. Waarom zou Hij Zijn bloed storten als u onschuldig bent? Eigenlijk beschuldigt u God van dwaasheid omdat Hij zoveel verzoening verworven heeft, terwijl goede mensen er toch niets van nodig hebben. Ik geloof dat er geen zwaardere belediging is. Dit is inderdaad Hem kruisigen. De zelfvoldane mens zegt dat hij rein is en berooft Christus’ offerande van haar heerlijkheid. Zijn leven van Zijn doel, Zijn Persoon van Zijn waardigheid en Zijn werk van Zijn wijsheid. God heeft Zijn hart gezet op het doel, waarvoor Christus is gestorven. En toch wordt dit door degene die Christus niet nodig denkt te hebben, als dwaasheid gezien.
Kom, mijn hoorders, we willen niemand beschuldigen, maar laat ons allemaal aan de voeten van de opgestane Jezus knielen en Hem de eer geven als Zaligmaker van al onze zonden.
Amen.