Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Zij was terstond genezen. Lukas 8:49
Een van de roerendste en leerzaamste wonderen van de Heiland ligt vanavond voor ons. De vrouw was zeer onkundig. Ze dacht dat er noodzakelijkerwijs kracht van Christus zou uitgaan, zonder dat Hij dat Zelf zou weten of zou willen. Bovendien was ze een vreemdeling van de edelmoedigheid van Jezus’ karakter, want anders had ze niet stiekem de genezing willen verkrijgen die Hij haar zo graag wilde schenken. De ellende moet altijd direct met de genade geconfronteerd worden. Als ze de liefde van Jezus’ hart gekend zou hebben, zou ze gezegd hebben: ‘Ik moet alleen maar daar gaan staan waar Hij mij zien kan – door Zijn alwetendheid kent Hij mijn situatie en uit liefde zal Hij mij ogenblikkelijk genezen.’ We bewonderen haar geloof, maar wij verbazen ons over haar onkunde. Toen ze eenmaal genezen was, was ze blij maar ook wat bevreesd: ze was blij dat zich een goddelijk wonder aan haar voltrokken had, maar ze was ook bang dat Jezus Zijn zegen weer zou terugnemen en op Zijn genadegave zou terugkomen. Ze begreep maar weinig van de volheid van Zijn liefde! We hebben dikwijls minder zicht op Hem dan we wel zouden wensen; we kennen de hoogte en diepte van Zijn liefde niet, maar we weten wel zeker dat Hij te goedertieren is om de gave, die Hij aan een bevende ziel geschonken heeft, weer terug te nemen. Wat ons echter het meest verwondert is dat ze ondanks de geringe kennis die ze had, onmiddellijk door haar geloof behouden werd omdat het een echt geloof was. Er was geen sprake van enig uitstel – het geloofswonder kwam onmiddellijk tot stand. Als we maar een geloof als een mosterdzaadje hebben, dan is onze behoudenis voor nu en eeuwig zeker. Als we in het boek van Gods kinderen staan ingeschreven, al zou dat ook als het zwakste kind van het gezin zijn, dan kan geen enkele wereldse of duivelse macht ons als erfgenamen des geloofs van de behoudenis uitsluiten. Al durven we dan ook niet, zoals Johannes, ons hoofd aan Zijn borst te leggen, maar Hem wel van achteren te benaderen en de zoom van Zijn kleed aan te raken, dan zullen we genezen worden. Houd moed, kleingelovige! uw geloof heeft u behouden, ga in vrede. ‘Gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben wij vrede met God.’