Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Van waar zij U verblijden. Psalm 45:8
En wie zijn het die zo bevoorrecht zijn dat ze de Heiland mogen verblijden? Zijn kerk – Zijn volk. Is dat dan mogelijk? Hij verblijdt ons, maar hoe zouden wij Hem kunnen verblijden? Door onze liefde. Maar ach, wij denken dat die zo koud en zo zwak is en dat moeten we ook inderdaad met droefheid belijden, maar niettemin wordt Christus erdoor verblijd. Hoor Zijn eigen lofspraak over die liefde in het gouden Hooglied. ‘Hoe schoon is uw uitnemende liefde, Mijn zuster, o bruid! hoeveel beter is uw uitnemende liefde dan wijn.’ Zie liefhebbend hart, hoe Hij Zich in u verblijdt. Als u met uw hoofd op Zijn borst leunt dan ontvangt u niet alleen vreugde, maar u geeft die ook; als u Hem met liefde in Zijn verheerlijkt gelaat ziet, dan wordt u niet alleen zelf getroost, maar maakt u Hem ook blij. Ook onze lofprijzing verschaft Hem vreugde – niet alleen het lied dat van onze lippen komt, maar ook de melodie van diepe dankbaarheid die uit ons hart opstijgt. Ook onze gaven zijn Hem zeer aangenaam; Hij is blij als Hij ziet dat we onze tijd, onze talenten en ons vermogen op het altaar leggen, niet om de waarde van wat wij Hem geven, maar om de motivatie waarom wij dit alles aan Hem geven. Voor Hem zijn de nederige offers van Zijn heiligen meer waard dan duizenden van goud of zilver. Heiligheid is voor Hem als wierook en mirre. Vergeef uw vijand en u maakt Christus blij; deel van uw goederen aan de armen en Hij zal Zich verheugen; wees een middel om anderen te redden, dan zal Hij de arbeid van uw ziel zien; verkondig het evangelie, dan zult u Hem een aangename geur zijn; ga uit onder de onwetenden, houd het kruis omhoog en u zult Hem eren. Het ligt in uw macht om zelfs nu de albasten kruik te breken en de kostbare vreugdezalf op Zijn hoofd uit te gieten, zoals die vrouw van eertijds, over wie ook nu nog gesproken wordt overal waar het Evangelie gepredikt wordt. Zult u dan achterblijven? Zult u dan uw geliefde Heere niet bewieroken met de mirre, aloë en cassie van de lof van uw hart? Ja, gij elpenbenen paleizen, gij zult de lofliederen van de heiligen horen!