Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Wij ook zelf zuchten in ons zelf, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van onze lichaam. Romeinen 8:23
Dit zuchten is algemeen onder de heiligen; in meerdere of mindere mate hebben wij er allemaal deel aan. Het is niet de zucht van de murmurering, noch van de klacht, het is veelmeer de toon van de verlangens dan van de ellende. Nu wij het onderpand hebben ontvangen, verlangen wij in het bezit te worden gesteld van onze gehele erfenis; wij zuchten, verlangende dat onze gehele mensheid in haar drie eenheid van geest, ziel en lichaam helemaal verlost mag worden van het laatste overblijfsel van de zondeval; wij verlangen ernaar, het verderf, de zwakheid en oneer af te leggen, om ons zelf te hullen in onverderfelijkheid, onsterfelijkheid, heerlijkheid, in het geestelijk lichaam, dat de Heere Jezus aan Zijn volk zal schenken. Wij verlangen naar de openbaring van onze aanneming tot kinderen Gods. “Wij zuchten”, maar het is “in ons zelf.” Het is niet de zucht van de huicelaar, waardoor hij de mensen wil laten geloven, dat hij een heilige is, omdat hij zich ongelukkig gevoelt. Onze zuchten zijn heilige zaken, te heilig om er te koop mee te lopen. Wij bewaren onze verzuchtingen voor onze Heere alleen. Vervolgens leert de Apostel ons dat wij “verwachtende” zijn, waardoor wij leren dat wij niet ongeduldig moeten zijn, zoals Jona of Elia toen zij zeiden: “laat mij sterven”; ook moeten wij niet kniezen en zuchten naar het einde van het leven, omdat wij ons werk moe zijn; niet verlangen van ons tegenwoordig lijden ontslagen te zijn, voordat de wil van God is geschied. Wij moeten zuchten om de verheerlijking, maar wij moeten haar met lijdzaamheid verwachten, wetende dat het goed is, zoals de Heere het bestelt. Wachten veronderstelt gereed zijn. Wij moeten aan de deur staan, wachtende totdat de Beminde ons die opent, en ons tot zich neemt. Dit zuchten is een toets. U kunt een mens leren kennen uit hetgeen waarnaar hij zucht. Sommigen zuchten naar rijkdom, zij aanbidden de mammon; sommigen zuchten over de moeilijkheden des levens, zij zijn slechts ongeduldig; maar de mens, die zucht naar God, die geen rust heeft voordat hij Christus gelijkvormig is, die is gezegend. Moge God ons helpen zuchten naar de komst van de Heere, en naar de opstanding, die Hij ons zal aanbrengen.