Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Ik vond Hem, die mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast en liet Hem gaan. Hooglied 3:4
Wil Christus ons ontvangen, als wij tot Hem komen, ondanks al onze vroegere zonden? Verwijt Hij ons helemaal niets, omdat wij eerst ergens anders onze toevlucht hebben genomen? Wel, dan is er niemand op aarde zoals Hem. Is Hij dan niet het beste en mooiste van alles? O, laten we Hem dan prijzen! Dochters van Jeruzalem, prijs Hem met de luit en de harp! Weg met de afgoden, verhoog de Heere Jezus! Gooi de vaandels van al het aardse pracht en praal neer, maar hef het kruis van Christus, dat de wereld veracht en bespot, omhoog! Onze Koning Salomo is een ivoren troon waardig! Dat Hij voor eeuwig groot gemaakt zal worden, en dat mijn ziel aan Zijn voetenbank zal zitten. Ik zal Zijn voeten kussen en besprenkelen met mijn tranen. O hoe dierbaar is Jezus! Hoe is het mogelijk, dat ik Hem zo vergeten heb? Waar zou ik anders mijn vreugde en troost zoeken, wanneer Hij zo rijk, zo algenoegzaam is? Lezer, sluit een verbond met uw hart, dat u nooit meer van Hem zal weggaan, en vraag de Heere om dat te bevestigen. Vraag aan Hem of Hij zichzelf aan u wil verbinden als een ring aan Zijn vinger, als een sieraad aan Zijn arm, zoals de bruid zich versiert en de bruidegom zijn juwelen aandoet. Ik wil wonen in het hart van Christus; in die rotsspelonk wil mijn ziel eeuwig blijven. Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God! Zo wil ik ook mijn huis bouwen en mijzelf bij U nestelen. Geef toch dat de ziel van Uw tortelduif U nooit meer zal verlaten, maar zal wonen in Uw nabijheid. O Jezus, mijn ware en enige rust.
Als ik de Heere ontmoet, Voel ik mijn hart ontgloeien; ‘k Wil met een liefdesnoer Hem aan mijn zijde boeien.