Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven? Hebreeën 1 vers 14
Engelen zijn de onzichtbare dienaars van Gods uitverkorenen. Zij dragen ons op handen, zodat wij onze voeten niet zullen stoten. Omdat zij als trouwe dienaars aan hun Heere verbonden zijn, hebben zij ook de grootste belangstelling in Zijn kinderen. Zij verheugen zich als de verloren zoon naar het Vaderhuis terugkeert, en zij verwelkomen de gelovigen als zij in het paleis van de Koning binnenkomen. Vroeger kenden Gods kinderen het voorrecht om hen te mogen zien, maar vandaag is de hemel voor ons nog steeds geopend, hoewel het voor ons onzichtbaar is. De engelen van God klimmen op en dalen neer op de Zoon des mensen. Zij bezoeken de mensen die erfgenamen van de zaligheid zijn. De serafs raken de lippen van de uitverkoren mensen nog steeds aan met brandende kolen van het altaar. Als onze ogen echt open zouden zijn, zouden wij de vurige wagens en paarden rond de knechten van de Heere zien; wij zijn gekomen tot duizenden engelen, die beschermers van het Koninklijke zaad zijn. Wat een hoge eer is het voor de uitverkorenen dat deze geweldige hemelgeesten hun dienaars worden! Wat genieten zij een verheven gezelschap. Wat hebben wij een geweldige verdediging. Aan Wie zijn wij hier de dank voor schuldig? Laat de Heere Jezus Christus ons voor eeuwig kostbaar zijn, want door Hem zijn wij in de hemelen gezet, ver boven alle machten en krachten! De Heere Jezus legert zich rondom allen die Hem vrezen. Hij is de echte Michaël, Die Zijn voet op de draak zet. U zij de glorie, Engel van de Heere! Wij wijden ons morgenoffer aan U!