Zaai uw zaad in de morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af. Prediker 11:6a
Ieder die in zijn hart kennis heeft van Gods genade, kan het zaad van het Woord zaaien. Hij kan anderen onderwijzen. We hebben niet allemaal dezelfde gaven ontvangen. De een krijgt tien talenten, de ander één. We hebben ook niet allemaal dezelfde mogelijkheden om het zaad van het Woord te zaaien. De een leeft stil en teruggetrokken, de ander heeft soms grote en verstrekkende invloed. Toch is er in Gods huisgezin geen enkele kinderhand die geen zaadkorreltjes kan laten vallen in de akker. Niemand hoeft ledig op de markt te staan. Er is werk voor iedereen, passend bij de talenten die we hebben. Elk mens die door genade verlost is heeft de heilige taak om te zaaien. En laat ze het doen! Dan zal ze het goedkeurende woord van de Meester ontvangen: ‘Zij hebben gedaan wat zij konden.’ Het zaaien van het Woord ligt binnen de gave van iedere gelovige. Of het nu een moeder in haar gezin betreft, een meisje of jongen op school, een timmerman in de werkplaats of een verpleegkundige onder de zieken. En al hebt u maar weinig gelegenheid om iets voor Jezus en Zijn zaak te doen, bedenk dat Gods Woord is als een mosterdzaad. Het kan door een eenvoudige hand gezaaid worden op een plaats … waar het honderdvoudige vrucht voortbrengt.