Het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel. Hebreeën 12:24
Het bloed van Abel riep gerechtigheid. Het was recht, dat dit bloed werd gewroken. Abel had geen bijzondere grief tegen Kaïn; ongetwijfeld, wanneer Abel kon, zou hij zijn broeder vergeven hebben; maar het bloed sprak naar billijkheid en vroeg waar het recht op had, toen het riep: Wraak! wraak! wraak! Christus’ bloed spreekt wat het spreken moet en mag, wanneer het zegt: Genade!. Christus had evenveel recht om genade voor zondaars te roepen als Abels bloed recht had om wraak te eisen tegen Kaïn. Wanneer Christus een zondaar redt, dan doet Hij het niet steelsgewijze, tegen wet en recht, maar naar alle billijkheid. Christus heeft een recht om te redden wie Hij wil: om medelijden te hebben met wie Hij medelijden hebben wil; Hij kan dat doen; Hij kan rechtvaardig zijn en toch de goddeloze rechtvaardigen. Abels bloed riep met kracht Het riep niet tevergeefs. Het eiste wraak en wraak verkreeg het Ook Christus’ bloed, gezegend zij Zijn Naam, laat zijn eis nooit vergeefs horen. Het vraagt kwijtschelding, en kwijtschelding zal het deel van iedere gelovige zijn; het zegt aanneming, en ieder boetvaardige wordt dan aangenomen in de Geliefde.