Indien gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden. 1 Kronieken 28:9
De belofte komt hierop neer: iedere ziel die God zoekt in het gebed, die de zaligheid zoekt in Jezus, door het geloof in Jezus – die ziel zal verhoord worden, die zal de verlangde zegen ontvangen, die zal haar God vinden. U zult niet tevergeefs bidden. Uw tranen, uw roepen, uw verlangens, ze zullen verhoord worden. Christus zal aan u geopenbaard worden, en door het geloof in Hem zult u zeker zalig worden. Geen enkele ziel in de hel zal ooit durven zeggen dat hij de Heere heeft gezocht door Jezus Christus, en Hem niet heeft kunnen vinden. Er is ook geen mens ter wereld die dat zou durven zeggen zonder dat zijn geweten hem zou beschuldigen. Wie Hem zoekt, zal Hem misschien niet onmiddellijk vinden, maar uiteindelijk zal hij Hem toch vinden. Uitstel is bij God geen afwijzing. Ik zal het nog eens herhalen. In de afgrond van de hel zal nooit enig mens durven zeggen: “Ik heb in alle ernst de genade van God gezocht door Jezus Christus, en heb die niet gevonden.” Zij die nooit genade hebben gevonden in Christus, hebben deze nooit gezocht, of nooit met ernst en op de rechte wijze gezocht. Maar de zoeker wordt een vinder. Wanneer hij zoekt op Gods wijze, van harte en met ernst, dan zal God hem niet afwijzen.