Wees sterk en zeer moedig. Jozua 1:7
De tedere liefde van God voor jou is zo groot dat Hij zich echt bekommert om hoe jij je vanbinnen voelt. Hij wil dat je moedig bent. Het is duidelijk dat je Meester niet wil dat je bang bent. Hij ziet je niet graag verdrietig. Bij koning Ahasveros gold ooit de wet dat niemand in rouwkleding bij hem mocht verschijnen. Maar bij de Koning der koningen is dat heel anders. Bij Hem mag jij altijd komen zoals je bent – ook als je verdriet of pijn met je mee draagt. Toch nodigt Hij je uit om de geest van zwaarmoedigheid af te leggen en in plaats daarvan het kleed van lofprijzing aan te trekken, want bij Hem is er altijd reden om je te verheugen. Jij mag als volgeling van Christus een moedige geest hebben, want daarmee eer je de Heere. Als je je echter laat meeslepen door angst en moedeloosheid, oneert dat Hem – en dat wil je niet. Bovendien werkt moedeloosheid als een epidemie: één ontmoedigde gelovige kan er velen neerslachtig maken. Laat je hart verblijd zijn in God, je Redder; de vreugde van de Heere zal je kracht zijn, en geen macht uit de hel zal tegen je standhouden. Iemand die laf is laat de banier zakken. Bovendien wordt inspanning licht voor wie een blij hart heeft, en waar blijdschap is, komt ook succes. Wie arbeidt en zich verheugt in zijn God, en met heel zijn hart gelooft, zal zeker slagen. Wie in hoop zaait, zal in vreugde oogsten; wees daarom: “sterk en zeer moedig.”