Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. Johannes 3:18
Het Woord van God zegt mij dat ik moet geloven, maar wat moet ik dan geloven? Wat moet hetvoorwerp van mijn hoop, geloof en vertrouwen zijn? Het antwoord is eenvoudig. Het voorwerp van het geloof van een zondaar is Christus Jezus. Hoeveel mensen vergissen zich hierin en menen dat ze moeten geloven in God de Vader! Het geloof in God is echter de vrucht van hetgeloof in Jezus. Het geloof in de eeuwige liefde van de Vader is de vrucht van het vertrouwen ophet kostbare bloed van de Zoon. Veel mensen zeggen: ‘Ik zou geloven in Christus als ik wist dat ik uitverkoren was.’ Dit is komen tot de Vader en niemand kan tot de Vader komen dan door Christus. Het is het werk van de Vader om te verkiezen. U kunt niet rechtstreeks tot Hem gaan. Daarom kunt u niet weten dat u verkoren bent vóór u in Christus, de Verlosser, geloofd hebt.
Daarna kunt u in de weg van de verzoening naderen tot de Vader en mag u weten dat u verkoren bent. Sommigen maken ook de vergissing dat ze zien op het werk van de Heilige Geest. Ze onderzoeken hun hart om te zien of ze bepaalde gevoelens hebben. Als ze deze gevoelens hebben, is hun geloof sterk. Als ze die gevoelens missen, is hun geloof zwak. Ze zien dus op het werk van de Geest, terwijl dat niet het voorwerp is van het geloof van de zondaar. We moeten inde Vader én in de Geest geloven om volkomen verzoening te verkrijgen, maar het bloed van de Middelaar is de enige pleitgrond van onze persoonlijke rechtvaardigmaking en vergeving. Christenen moeten in de Geest geloven na hun bekering. Als een zondaar gered wil worden, moet Hij niet in de Geest geloven of op de Geest zien, maar hij moet op Christus Jezus zien en op Hem alléén. Ik weet dat uw zaligheid afhangt van de hele Drie-eenheid. Het rechtvaardigendegeloof van de zondaar ziet echter niet eerst en onmiddellijk op God de Vader of op God de Heilige Geest, maar op God de Zoon, Die vlees geworden is en zondaren verzoening aanbiedt.
Hebt u een geloofsoog? Ziel, zie dan op Christus als God. Als u gered wilt worden, geloof dan dat Hij God is over allen, voor eeuwig geprezen. Buig voor Hem. Neem Hem aan als ‘waarachtig God uit waarachtig God’, want als u dat niet doet, hebt u geen deel aan Hem. Als u tot geloof gekomen bent, geloof dan in Hem als mens. Geloof de wonderlijkegeschiedenis van Zijn menswording. Vertrouw op het getuigenis van de evangelisten die zeggen dat de Oneindige een kind werd, dat de Eeuwige verborgen was achter het sterfelijke, dat Hij Die de Koning van de hemel was een knecht van knechten en de Zoon der mensen werd. Geloofen bewonder de verborgenheid van Zijn menswording, want als u dit niet gelooft, kunt u niet zalig worden. Als u behouden wilt worden, laat uw geloof dan vooral op Christus zien in Zijn volmaakte gerechtigheid. Zie hoe Hij de wet volmaakt heeft gehouden, hoe Hij Zijn Vader volkomen heeft gehoorzaamd, hoe Hij Zijn oprechtheid onbesmet heeft bewaard. Bedenk dat Hij dat alles voor uheeft gedaan. U kon God niet volkomen gehoorzamen, maar Zijn gehoorzaamheid komt inplaats van uw gehoorzaamheid. Daardoor wordt u behouden!
Maar zorg dat uw geloof zich vooral richt op de stervende en gestorven Christus! Zie Hem als het Lam van God Dat stom was voor Zijn scheerders. Zie Hem als de Man van smarten Die was verzocht in krankheden. Ga met Hem naar Gethsémané. Zie Hem druppels bloed zweten. Merk toch op dat uw geloof niet gaat over iets in uzelf. Het voorwerp van uw geloof is niet binnen inu, maar het ligt buiten u. Geloof dan in Hem Die aan dat kruishout met vastgenagelde handen envoeten Zijn leven heeft gegeven voor zondaren. Daar hangt het Voorwerp van uw geloof totrechtvaardigmaking. De oorzaak ligt niet in uzelf, noch in iets wat de Heilige Geest in u heeftgewerkt, noch in iets wat Hij beloofd heeft voor u te doen. U moet op Christus zien en op Christus Jezus alleen.
Richt het oog van uw geloof dan op Christus Die uit de dood is opgestaan. Zie op Hem: Hij heeft de vloek gedragen en nu ontvangt Hij de rechtvaardigmaking. Hij is gestorven om de schuld te betalen. Hij is opgestaan om het handschrift van onze zonden aan het kruis te nagelen. Zie hoe Hij ten hemel is gevaren en nu pleit voor de troon van Zijn Vader. Hij pleit daar voor Zijn volk. Hij bidt met gezag voor allen die door Hem tot God gaan. Hij is God en mens. Hij isgestorven en Hij leeft. Hij is opgestaan en Hij heerst in de hemel. Op Hem, en Hem alleen moet uw geloof zien tot vergeving van zonden.
U moet op niets anders vertrouwen. Hij moet de enige steunpilaar van uw vertrouwen zijn. Alles wat u daaraan toevoegt, is een goddeloze antichrist. Dat is opstand tegen de alleenheerschappij van de Heere Jezus. Wilt u door het geloof behouden worden? Zie dan in al deze dingen op Christus als Plaatsvervanger. De leer van de plaatsvervanging is zo essentieel voor het heilsplan, dat ik deze hier voor de duizendste keer moet uitleggen. God is rechtvaardig. Hij moet de zonde straffen. God is genadig. Hij wil vergeving schenken aan hen die in Jezus geloven. Hoe moet dit gebeuren? Hoe kan God rechtvaardig zijn en straf eisen, maar ook genadig zijn en de zondaar aannemen?
Hij doet dit zo: Hij neemt de zonden van Zijn volk en legt ze feitelijk van Zijn volk op Christus. Zij zijn dan onschuldig, alsof ze nooit gezondigd hadden. En God beschouwt Christus alsof alle zondaren in de wereld in één persoon waren samengekomen. De zonde van Zijn volk is van henweggenomen en echt en werkelijk op Christus gelegd, dus niet slechts symbolisch en figuurlijk,maar echt en werkelijk. God treedt met Zijn vurige zwaard de zondaar tegemoet om Hem te straffen. Hij ontmoet Christus. Christus was Zelf geen zondaar, maar de zonden van Zijn volkzijn Hem allemaal toegerekend. Het recht heeft Christus dus ontmoet alsof Hij de zondaar was – en Christus is gestraft voor de zonden van Zijn volk. De hoogste straf is gevorderd. Hij heeft die straf volkomen moeten dragen. Er is geen druppel in Zijn lijdensbeker overgebleven.
Wie Christus mag zien als zijn Plaatsvervanger en zijn vertrouwen op Hem stelt, wordt daardoor verlost van de vloek van de wet. Ziet u dat Christus de wet heeft gehoorzaamd? Laat dit dan uw geloofstaal zijn: ‘Hij heeft die wet gehoorzaamd voor Zijn volk.’ Ziet u dat Hij gestorven is? Tel dan de bloedrode druppels en zeg: ‘Zo heeft Hij mijn zonden weggenomen.’ Ziet u dat Hij uit de doden is opgestaan? Zeg dan: ‘Hij is opgestaan als het Hoofd en de Plaatsvervanger van al Zijn uitverkorenen.’ Ziet u Hem zitten aan de rechterhand van God? Hij is het onderpand. U mag heel zeker weten dat allen voor wie Hij gestorven is, zullen zitten aan de rechterhand van de Vader. Leer toch op Christus te zien zoals God Hemziet, namelijk alsof Hij de zondaar is. In Hem was geen zonde. Hij was ‘de Rechtvaardige’, maar Hij heeft geleden voor de onrechtvaardigen.
Hij was de Rechtvaardige, maar Hij heeft gestaan in de plaats van de onrechtvaardigen. Alles wat de onrechtvaardigen hadden moeten verdragen, heeft Christus eenmaal voor allen verdragen. Hij heeft hun zonden voor eeuwig uitgewist door Zichzelf te offeren. Hij is het grote Voorwerp van het geloof. Ik smeek u, vergis u hier toch nooit in. Zo’n vergissing is gevaarlijk en kan zelfs uw dood betekenen. Zie door het geloof op Christus in Zijnleven, Zijn sterven, Zijn lijden en Zijn opstanding. Zie Hem als de Plaatsvervanger van allen die Zijn Vader Hem heeft gegeven – het plaatsvervangende offer voor de zonden van allen die hun ziel aan Hem zullen toevertrouwen. Zo is Christus dus het Voorwerp van het rechtvaardigend geloof.
Sommigen die dit lezen zullen ongetwijfeld zeggen: ‘O, ik zou geloven en gered worden, als …’ Als wat? Als Christus gestorven was?’O nee, ik twijfel er niet aan dat Christus gestorven is.’ Ik dacht het. Waar twijfelt u dán aan? ‘Wel, ik zou geloven, als ik dit voelde of dat gedaan had.’ Precies, maar ik zeg u dat u niet in Jezus zou kunnen geloven als u dit voelde of dat gedaan had, want dan zou u in uzelf geloven en niet in Christus. Want dat spreekt u daarmee uit. U zegt dat u zou kunnen vertrouwen als u dit of dat voelde. Waarop dan? Wel, u zou vertrouwen op uwgevoelens en vertrouwen op uw daden. En dat is precies het tegenovergestelde van vertrouwen op Christus.
Geloof is niet de conclusie dat ik zalig zal worden om iets goeds wat in mij wordt gevonden. Nee, het is de vaste overtuiging dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, mij reinigt van allezonden; wat er ook tegen opkomt en hoewel ik schuldig ben voor God en Zijn toorn verdien. Mijn geweten veroordeelt mij, maar het geloof overstemt de beschuldigingen van mijn geweten.Ik geloof dat Christus allen die door Hem tot God komen, volkomen kan zalig maken. (Hebr.7:25) Het is heel makkelijk om tot Christus te komen als een heilige. Het is heel makkelijk om tevertrouwen dat de dokter je beter zal maken als je gelooft dat het beter met je gaat. Maar blijft uvertrouwen op uw arts als u als het ware uw doodsvonnis in uw zak hebt? Verliest u de moed niet als uw huid ook aangetast wordt en de zweer gaat etteren? Vertrouwt u zelfs dan nog dat de medicijnen werken? Dat is geloof.
Is de zonde u te sterk? Voelt u dat de wet u veroordeelt? Vertrouwt u dan, zelfs dán op Christus? Er is geen grotere moed in de hele wereld. Het geloof waardoor de muren van Jericho zijn ingestort, waardoor doden zijn opgewekt en de muilen van leeuwen zijn gestopt, is niet groterdan het geloof van een arme zondaar die ondanks al zijn zonden durft te vertrouwen op het bloeden de gerechtigheid van Jezus Christus. Het voorwerp van het geloof is dus Christus, de Plaatsvervanger van zondaren. God in Christus, en niet God buiten Christus. Het werk van Jezus Christus alleen, en niet enig werk van de Geest, is het fundament van uw hoop.