Volhardt in het gebed. Romeinen 12:12
De Romeinen stonden in de tijd dat Paulus aan hen schreef bloot aan vervolging. In dit vers noemt hij twee medicijnen tegen ongeduld onder die bezoekingen. De dokters van vroeger vertellen ons over twee antistoffen tegen vergif: hitte en kou, en ze gaan uitgebreid in op de uitmuntende eigenschappen van beide. Op dezelfde manier geeft de apostel Paulus ons eerst de warme antistof: ‘Verblijdt u in de hoop.’ En daarna geeft hij ons de koude antistof: ‘Zijt geduldig in de verdrukking.’ De stoffen afzonderlijk, of beide tegelijk, zullen een heerlijke werking hebben bij het ondersteunen van de ziel in het uur van de aanvechting. We moeten echter opmerken dat de ziel de beide medicijnen niet kan innemen als ze niet gemengd zijn met een slokje gebed. Blijdschap en geduld zijn heilzame aftreksels, maar we moeten ze in een glas vol smeekbeden druppelen, en dan hebben ze een wondere uitwerking. Hoe kunnen we ons verblijden in de hoop, als we niets weten van het gebed tot de God van de hoop? Wanneer uw hoop dreigt te bezwijken en uw vreugde taant, is de kortste weg dat u op uw knieën gaat. Door onder het bidden terug te denken aan de belofte, wordt u in de hoop ondersteund, en komt de blijdschap er zeker uit op, want de blijdschap is het oudste kind van de hoop. Wat het geduld betreft: hoe kunnen we geduldig zijn als we niet kunnen bidden? Hebben de heiligen van ouds in hun slechtste tijden van smart en moedeloosheid niet altijd daarin steun gevonden dat ze in gebed gingen? Let erop dat u hetzelfde doet. Op biddeloosheid volgt zeker ongeduld, maar het blijven bij Gods wil komt voort uit de gemeenschap met God in het gebed.