De manier om zalig te worden wordt op een eenvoudige wijze meegedeeld: ‘Al wie in de Heere Jezus Christus gelooft zal zalig worden”. Aan u, die al de geboden van God overtreden, Zijn barmhartigheid versmaad, en Zijn wraak getart hebt, wordt toch Zijn barmhartigheid verkondigd, want „een leder die de Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden’ (Rom. 10:13). ‘Want dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben’ (Tim. 1:15). ‘Wie tot Hem komt zal Hij geenszins uitwerpen, want Hij kan volkomen zaligmaken, die door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te bidden’ (Hebr. 7:25). Welnu, al wat God van u vraagt — en dat gééft Hij u — is, dat u eenvoudig ziet op Zijn bloedende, stervende Zoon, en uw ziel toevertrouwt aan de handen van Hem, wiens Naam alleen kan redden van dood en hel. Is het niet iets wonderlijks, dat de verkondiging van dat Evangelie niet de eensgezinde instemming krijgt van de mensen? Men zou denken, dat zodra maar werd gepredikt: “Dat al wie gelooft, het eeuwige leven zal hebben”, iedereen, “terwijl elk zijn zonde en ongerechtigheid afwierp”, zich zou vastklemmen aan Jezus Christus, en alléén op Zijn kruis zou zien. Maar helaas, onze natuur is zo hopeloos slecht, ons karakter zo ontaard verdorven, dat deze boodschap wordt versmaad, de uitnodiging tot het feest van het Evangelie wordt afgewezen, en velen zijn er, die door boze werken vijanden zijn van God, o vijanden van de God, die Christus predikt, vijanden van Hem, die Zijn Zoon heeft gezonden om Zijn leven te geven tot een losprijs voor velen.