Verblijd u niet over mij, o, mijn vijandin! wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan; wanneer ik in duisternis zal gezeten zijn, zal de HEERE mij een licht zijn. Micha 7:8.
Dit kan het gevoelen uitdrukken van een vertrapte en onderdrukte man of vrouw. Onze vijand kan ons licht voor een tijd uitdoven. Dan is er gegronde hoop voor ons in de HEERE; en als wij vertrouwen op Hem, en vasthouden aan onze oprechtheid, zal de tijd van onze neerslachtigheid en duisternis spoedig voorbij zijn. De aanvallen van de vijand duren slechts een ogenblik. De HEERE zal weldra hun lachen veranderen in klagen, en ons zuchten in zingen. Wat betekent het, als de grote zielevijand over ons zou triumferen, zoals hij over betere mensen dan wij heeft getriomfeerd laten wij tóch moed grijpen, want wij zullen hem eerlang overwinnen. Wij zullen opstaan van onze val, want onze God is niet gevallen, en Hij zal ons oprichten. Wij zullen niet in de duisternis blijven, ofschoon wij er voor het ogenblik in zitten; want onze HEERE is een fontein van licht, en Hij zal ons spoedig een blijde dag bezorgen. Laten wij niet wanhopen, of zelfs twijfelen. Eén wenteling van het rad en het benedenste zal boven zijn. Wee hun, die nu lachen, want zij zullen treuren en wenen, wanneer hun grootspraak wordt veranderd in verachting. Maar zalig zijn alle heilige treurenden, want zij zullen op goddelijke wijze worden vertroost.