Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten. Psalm 104:14
Hier is nog een les wat de leer betreft. Er staat: ‘Hij doet het gras uitspruiten.’ Gras groeit niet, als God het niet laat groeien. Hoe zou er dan in het hart van de mens genade kunnen komen zonder dat God die werkt? Als er in mij ook maar één sprietje genade groeit, moet ik dat terugvoeren op Gods heilige wil, en Hem er alle eer voor brengen. Als de verheven en onzichtbare Geest, Wiens gedachten hoog en groot zijn, Zich verwaardigt te zorgen voor zoiets nietigs als er groeit bij de schutting, zal Hij Zich zeker ook verwaardigen te waken over wat met Hem wezensverwant is, en wat Hij een ‘onvergankelijk zaad’ noemt, dat in eeuwigheid blijft. Het heeft Mungo Park in de woestijnen van Afrika sterk vertroost toen hij een klein stukje mos pakte en in dat verlaten stukje groen- gekleurde schoonheid de wijsheid en de macht van God zag. Als u dan ziet dat de velden rijp zijn en klaar voor de maaier, moet uw hart wel opspringen van vreugde wanneer u ziet dat God het gras heeft voortgebracht, de hele strenge winter en de kille maanden van het hele voorjaar ervoor heeft gezorgd, totdat Hij ten slotte de groeizame regen en de zonneschijn heeft gezonden, en de velden in hun beste conditie gebracht. En zo, mijn ziel, ook al zult ge vaak de vrieskou van het verdriet en een lange winter van de beproeving moeten doormaken – dan zal de Heere toch maken dat ge zult toenemen in de genade en in de kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus, Wien de lof zij voor eeuwig. Amen.