Jezus, stilstaande, zeide, dat men hem roepen zou; en zij riepen de blinde, zeggende tot hem: Hebt goede moed: sta op; Hij roept u. Markus 10:49
Hier bij Jezus was een gelegenheid om opening van zijn ogen te verkrijgen. De mensen mochten hem verkeerd beoordelen, maar wat hinderde dat, zo Jezus hem ziende maakte? Het gezicht was de enige zaak die hij begeerde en daarvoor wilde hij wel bestraffing en verwijt verdragen. Voor hem was ontmoediging aanmoediging: toen men hem het zwijgen oplegde, riep hij zo veel te meer. Tegenstand versterkte nog zijn kloek en welberaden besluit.
Hoe staat het nu met u? Stoort u zich niet aan de mening van goddeloze mensen, en durft u wel een zonderling heten, indien u maar zalig zou mogen worden? Kunt u tegenstand en ontmoediging weerstaan en bij uw besluit blijven de zaligheid te verwerven wanneer zij te verwerven is? Uw tegenstanders noemen uw volharding stijfkoppigheid; maar laat u niet afschrikken, die volharding is de stof waarvan de martelaren gemaakt zijn. In een slechte zaak maakt een krachtige wil onverbeterlijke zondaars, maar is die geheiligd, dan helpt hij om het geloof sterk en de wandel beslist te maken.
Bartimeüs wil beslist dat zijn ogen geopend worden, en niets kan hem tegenhouden. Hij laat zich door niets verhinderen, maar gaat voort. Hij had al zo lang gebedeld, dat hij die kunst nu wel verstond. Hij was tegenover Christus een even taaie bedelaar als hij tegenover mensen was geweest, en zo hield hij vol, ondanks allen die hem in de weg traden.