Toen Spurgeon in de winter van 1853 voor het eerst bij de New Park Street Chapel aankwam, was de kerk op sterven na dood. Maar in de komende jaren zou God door de prediking van het Woord een opmerkelijk werk doen. Met de duizenden die naar Spurgeons bediening werden getrokken, zou het aantal leden van de kerk drastisch groeien, er werden ouderlingen aangesteld, en de kerk zou een stuwende kracht worden voor evangeliebediening over de hele wereld. Vanuit de visie dat de kracht van Gods Woord stervende kerken nieuw leven in kan blazen, werd het Pastors College opgericht.
Vanaf het begin was het plan van Spurgeon ‘niet alleen om studenten op te leiden, maar ook om kerken te stichten,’ en dit omvatte zowel het stichten als het inblazen van nieuw leven in kerken. Naarmate de bevolking in Londen zich in de 19e eeuw van de stad naar de buitenwijken verplaatste, begonnen de stedelijke gemeenten te slinken. Jonge predikanten voelden zich meer aangetrokken tot kerken in de buitenwijken dan tot de gevestigde kerken in de stad. Spurgeon zelf erkende dat ‘de opwekking en het herstel van een oude kerk vaak moeilijker is dan het stichten van een nieuwe.’
Tegelijkertijd moedigde Spurgeon zijn studenten aan om deze stervende kerken niet te verwaarlozen. Het is immers God die herrijst en redt, niet de student. Het voorrecht van de kerkvernieuwer is om te zien hoe God wonderbaarlijk werkt door Zijn krachtige Woord.
Om zijn studenten aan te moedigen in herleving van de kerk gaf Spurgeon eens twee motivaties en drie praktische vermaningen voor zijn studenten.
Motivatie 1: De kans is groot dat het beter wordt.
Als je een stervende kerk onder je hoede neemt, is de kans groot dat je bediening leidt tot verbetering van de toestand in de kerk.
Broeders, wees niet bang als je naar een plaats gaat die in een zeer slechte toestand verkeert. Het is prima voor een jongeman om te beginnen met een ronduit slecht vooruitzicht, want met het juiste soort werk moet er ooit verbetering komen. Als je naar de kapel gaat en deze bijna leeg is, kan het niet veel erger worden; de kans is groot dat je mensen in de kerk brengt en zo de zaken verbetert.
Spurgeon garandeerde zijn studenten niet dat hun bedieningen in een uitstervende kerk tot opleving zou leiden. Het is heel goed mogelijk dat jouw taak, onder Gods voorzienigheid, eenvoudigweg bestaat uit het helpen om die kerk op een goede manier af te sluiten en haar middelen in die overgang trouw te beheren. Tegelijkertijd is de bemoediging dat de dingen niet veel slechter kunnen worden dan ze al zijn, en toch is de kans groot dat de Heere je onder een trouwe bediening zal gebruiken om de dingen beter te maken. Als de gemeente een nieuwe voorganger binnenhaalt, als de mensen onder diens bediening nieuwe energie krijgen, als ze beginnen te bidden en anderen uitnodigen, is de kans groot dat de Heere jou gebruikt om nieuw leven in de gemeente te brengen.
Motivatie 2: De kans is groot dat de gemeente van je ambtsbediening zal gaan houden.
In plaats van een succesvolle kerk over te nemen en te maken te krijgen met voortdurende vergelijkingen met vorige voorgangers, zal een doodbloedende gemeente dankbaar gebruik maken van de jonge voorganger die hen belangeloos komt dienen. Dit geldt vooral als onder jouw bediening zondaars tot geloof worden gebracht.
Als er een plaats is waar ik zou willen werken, dan is dat juist aan de rand van het duivelsmeer, want ik geloof echt dat het God meer eer brengt om te werken onder hen die als de ergste zondaars worden beschouwd. Als je bediening gezegend is voor zulke mensen als deze, zullen ze zich waarschijnlijk je hele leven aan je vastklampen.
In een gevestigde kerk kan het winnen van de liefde en het vertrouwen van je gemeente een tien jaar durend proces zijn. Maar bij kerkvernieuwing heb je de kans om voor mensen te zorgen die hun nood kennen en dankbaar zijn voor je bediening.
Samen met deze aanmoedigingen erkende Spurgeon echter dat het vastgeroeste nominalisme de grootste uitdaging is om een kerk nieuw leven in te blazen. Terwijl een voorganger in een nieuwe kerk een kerkenraad kan samenstellen met een fris inzicht en geestelijk leven, zijn er in de stervende kerken velen die ‘verstoken zijn van genade, want hoewel ze in naam leven zijn ze toch dood.’ Zulk soort nominalisme kan bestaan onder kerkleden en zelfs onder predikanten. Opwekking houdt dus in dat het nominalisme wordt teruggedrongen en dat er weer geestelijk leven in de kerk komt.
In zo’n klimaat gaf Spurgeon deze drie adviezen aan zijn leerlingen:
Advies 1: Wees geduldig
In hun pogingen om Spurgeons methoden van kerkelijke tucht en vernieuwd gemeentelijk lidmaatschap te evenaren, eindigden te veel jonge predikanten met verdeeldheid in hun kerken en werd hun bediening bemoeilijkt. Maar Spurgeon spoorde hen aan tot geduld.
Het is vreselijk om dode leden te hebben terwijl elk deel van het lichaam bezield zou moeten zijn met goddelijk leven; helaas is dat in veel gevallen niet zo, en we zijn machteloos om het kwaad te genezen. We moeten het onkruid laten groeien tot de oogst.
Dit is geen oproep tot passiviteit, maar het is een oproep tot biddende afhankelijkheid van God. In zo’n context moet de voorganger erkennen dat God moet werken in de harten van deze nominale gemeenteleden. Dit is geen organisatorische kwestie of een administratieve uitdaging. Dit is fundamenteel een geestelijk probleem. Daarentegen moet de voorganger, terwijl hij bidt, ook trouw preken en onderwijzen.
Advies 2: Een trouwe bediening
Het eerste waar de voorganger van een stervende kerk zich aan moet geven is de trouwe bediening van Gods Woord. Alleen Gods Woord is in staat de doden tot leven te wekken.
Maar het beste wat je kunt doen, als je het onkruid niet kunt ontwortelen, is de tarwe water geven, want er is niets dat het onkruid zo tegenhoudt als goede sterke tarwe.
De manier om het nominalisme in de kerk te beëindigen is niet door nominale leden meteen uit te roeien door kerkelijke tucht. Het is eerder door de kerk geduldig te bewateren met de trouwe leer van het Woord, zodat het Woord wortel begint te schieten in de gemeente waardoor de kerkelijke cultuur verandert. In plaats van gekenmerkt te worden door voorkeuren en tradities, begint de kerk gekenmerkt te worden door evangelische eenheid en geestelijke vitaliteit, zodat nominalisme langzaamaan steeds meer uit de toon valt.
Dit leidt dan tot het laatste advies van Spurgeon.
Advies 3: Wees bereid mensen te verliezen
Als het Woord van God door de Geest wortel schiet, zal dit ofwel resulteren in de bekering van de nominalisten ofwel in zo’n ongemak voor hen dat ze uiteindelijk vertrekken. Hoewel dit misschien triest is, is dit soms de beste uitkomst.
Ik heb goddeloze mensen gekend die het zo benauwd kregen dat ze met genoegen de kerk verlieten. Ze zeiden: ‘Deze prediking is te heftig voor ons, en deze mensen zijn te puriteins en te streng voor ons.’ Wat een zegen als dat het geval is! We wilden ze niet wegjagen door de waarheid te prediken, maar omdat ze uit eigen beweging zijn gegaan… laten we ze waar ze zijn, en bidden we de Heere, in de grootheid van Zijn genade, om ze van hun dwaling af te brengen en ze tot zichzelf te brengen, dan zullen we blij zijn ze weer bij ons te hebben om voor de Heere te leven en te arbeiden.
Soms zal hun vertrek moeilijk blijken. Sommige gemeenteleden zullen oude vrienden niet willen zien vertrekken. Hun vertrek kan leiden tot ander vertrek. Maar uiteindelijk moet de voorganger begrijpen dat de missie van de kerk niet simpelweg is om elkaar de hand boven het hoofd te houden en bij elkaar te blijven. Veeleer moet de kerk gebouwd worden op Christus en Zijn missie. Als mensen vertrekken vanwege de prediking van de waarheid, laten we ze vertrekken onder gebed, doen we ons best om ze in contact te brengen met andere kerken, en gaan we door met een trouwe bediening van het Woord.
Conclusie
Spurgeon begreep dat er geen programmatische formule was voor kerkvernieuwing. Maar zoals Ezechiël preekte tot de dorre beenderen, geloofde hij in de kracht van het Woord van God om dode gemeenteleden tot leven te wekken en hen te maken tot een leger voor de evangeliebediening. Dit is wat hij zag gebeuren bij New Park Street Chapel, en dit is het vertrouwen dat hij zijn studenten wilde bijbrengen als ze stervende kerken betraden.
Bronnen:
The Sword & the Trowel, 1878, 240. Ibid., 263. The Soul-Winner, 147. Ibid., 147-148. Ibid., 148. Ibid.