Rusttijd is geen verspilde tijd. Het is nodig om nieuwe kracht te verzamelen. Kijk naar de maaier op de zomerdag, hij moet nog zoveel maaien voordat de zon ondergaat. Hij pauzeert in zijn werk, maakt hem dat tot een luiaard? Hij zoekt naar zijn slijpsteen en begint hem op en neer te bewegen, verspilt hij kostbare momenten? Hoeveel had hij wel niet kunnen maaien in de tijd dat hij zijn zeis bewerkt! Wel, hij slijpt zijn gereedschap, zodat hij veel meer zal kunnen doen wanneer hij met krachtige lange slagen het gras in rijen voor hem neerlegt. Zo bereidt een kleine pauze de ziel voor op meer dienstbetoon in de goede zaak. Vissers moeten hun netten herstellen en wij moeten zo nu en dan onze geest herstellen en onze uitrusting onderhouden voor toekomstig gebruik. Het is niet goed voor sterfelijke mensen om dagelijks de riemen te trekken, zoals een galeislaaf die geen vakantie kent. Molens gaan maar door, maar wij hebben onze pauzes en onze tussenpozen nodig. Zelfs lastdieren moeten af en toe naar het gras worden gebracht, de zee pauzeert bij eb en vloed, de aarde houdt haar rustdag in de winterse maanden. En zo moet ook de mens rusten, zelfs wanneer hij verheven is Gods afgezant te zijn. Hij moet opnieuw toenemen in kracht, anders zal hij verslappen en vroegtijdig oud worden. Het is verstandig om af en toe een verlof te nemen. Op de lange termijn zullen we meer doen door soms minder te doen.