7 Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga! 8 Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in den strijd. 9 Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga! 10 Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela.
Deze verzen openbaren ons de grote vertegenwoordigende Mens, Die beantwoordde aan de hele karakterisering die gegeven is, en daarom in eigen recht de heilige berg Sion beklom. Onze Heere Jezus Christus kon de berg des Heeren bestijgen omdat Zijn handen rein waren en Zijn hart zuiver was; en als wij door het geloof in Hem gelijkvormig zijn geworden aan Zijn beeld, zullen ook wij de berg betreden. We hebben hier een uitbeelding van de luisterrijke gang omhoog van de Heere. We zien Hem opkomen uit het midden van de kleine groep op de Olijfberg, en terwijl de wolk Hem opneemt, begeleiden engelen Hem eerbiedig naar de poorten van de hemel. Laat alles zijn uiterste best doen om zo’n groot Vorst te eren; laat de hoogste hemel zich ongewoon verhogen ter ere van ‘de Koning der ere’. Hij Die, net ontkomen aan kruis en graf, nu door de poorten van het Nieuwe Jeruzalem rijdt, is hoger dan de hemelen; groots en eeuwig als ze zijn, zijn deze paarlen poorten Diegene geheel onwaardig voor Wie de hemel niet zuiver is en Die in Zijn engelen klaarheid heeft gesteld.
‘Wie is deze Koning der ere?’ is een betekenisvolle vraag, die eeuwigdurende overdenking waardig is. Wie is Hij in het opzicht van persoon, natuur, karakter, functie en werk? Wat is Zijn afstamming? Welke rang heeft Hij, van welk volk is Hij? Het antwoord dat in een rollende golf van muziek wordt gegeven, luidt: ‘De Heere, sterk en geweldig, de Heere, geweldig in den strijd’. Wij kennen de macht van Jezus door de gevechten die Hij heeft geleverd, de overwinningen die Hij heeft behaald over zonde, dood en hel, en wij klappen in onze handen als wij zien hoe Hij in Zijn vorstelijke kracht de gevangenis als gevangene meevoert. Machtige held, wees voor eeuwig tot Koning der koningen gekroond en tot Heere der heren.
Lieve lezer, het is mogelijk dat u zegt: ‘Ik zal nooit de hemel van God binnengaan, want ik heb geen reine handen en ook geen zuiver hart’. Kijk dan naar Christus, Die de heilige berg al beklommen heeft. Treed in Zijn voetsporen en rust op Zijn verdienste. Hij rijdt zegevierend de hemel binnen, en u zult er ook binnenrijden als u Hem vertrouwt. ‘Maar hoe kan ik de mens worden die er beschreven staat?’ vraagt u. De Geest van God zal u dat geven. Hij zal in u een nieuw hart en een oprechte geest scheppen. Geloof in Jezus is het werk van de Heilige Geest, en alle deugden zijn daarin besloten. Geloof staat bij de fontein die gevuld is met bloed, en het ontvangt, terwijl het zich daar wast, reine handen en een zuiver hart, een heilige ziel en een tong die waarheid spreekt.
Het slotakkoord is onuitsprekelijk grandioos. De Heere der heirscharen, de Heere van mensen en engelen, Heere van het heelal, Heere der werelden, is de Koning der ere. Alle ware eer is geconcentreerd op de ware God, want alle andere eer is slechts een voorbijtrekkend schouwspel, de praal van een enkel uur. De opgevaren Verlosser wordt hier uitgeroepen tot het Hoofd en de Kroon van het heelal, de Koning der ere.
Overweging:
Jezus van Nazareth is Heere der Heirscharen.