1 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; 2 Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. 3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken.
Let erop dat dit boek der Psalmen begint met een zaligspreking, net als de beroemde preek van onze Heere op de berg! Het woord dat met ‘welgelukzalig’ is vertaald, drukt veel uit. Omdat het een meervoud is, zouden we ook kunnen lezen ‘O, de welgelukzaligheden!’ en we kunnen het goed beschouwen als een vreugdevolle toejuiching van het geluk van de deugdzame mens. Moge dezelfde zaligspreking gelden voor ons!
De deugdzame mens wordt hier zowel negatief (v. 1) als positief (v. 2) beschreven. Let op de gradatie in het eerste vers: hij wandelt niet in de raad der goddelozen, staat niet op de weg der zondaren, en zit niet in het gestoelte der spotters. Als mensen in zonde leven, gaan ze van kwaad tot erger. Ze zijn volleerd in losbandigheid, bekleden een heuse leerstoel in verdoemenis, en worden door anderen als deskundig in het kwaad beschouwd. Maar de gezegende mens, de mens die alle zegeningen van God ontvangt, kan met zulke lieden geen omgang hebben. Hij laat zich niet besmetten door deze onreinen; hij houdt zich verre van het kwade als van onreine kleding; hij verwijdert zich uit de kring van goddelozen, en begeeft zich buiten de legerplaats, de smaad van Christus dragend. O, wat is het goed om op deze manier van zondaren gescheiden te zijn.
Let nu op zijn positieve eigenschap: ‘Zijn lust is in des Heeren wet’. Zij is het dagelijks brood van de ware gelovige. En toch, wat was de omvang van de geïnspireerde geschriften gering in Davids tijd, want ze hadden amper méér dan de eerste vijf boeken van Mozes. Des te meer moeten wij het hele geschreven Woord waarderen, dat wij, bevoorrecht als wij zijn, in huis hebben! Maar, helaas, wat wordt deze engel uit de hemel slecht behandeld! Wij zijn niet allemaal even ijverige onderzoekers van de Schriften als de joden van Beréa. Hoe weinigen van ons kunnen aanspraak maken op de zaligspreking van de tekst! Misschien kunnen sommigen van u aanspraak maken op een zekere negatieve reinheid, omdat u niet op de weg der zondaren gaat; maar mag ik u vragen: Is uw lust in de wet van God? Onderzoekt u Gods Woord? Maakt u er uw onmisbare helper van, uw beste metgezel, uw gids van uur tot uur? Zo niet, dan geldt deze zaligspreking niet voor u.
Hij is ‘als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd’; de mens die zijn vreugde vindt in Gods Woord, erdoor onderwezen wordt, brengt geduld op in tijden van leed, geloof op de dag van beproeving, en heilige vreugde in het uur der voorspoed. Vrucht dragen is een beslissende eigenschap van een deugdzaam mens, en die vrucht moet op zijn tijd komen.
Overweging:
Ik heb geen rust dan in een hoek met het Boek.