Komt hierheen tot mij allen, die vermoeid en belast zijt, en ik zul u rust geven.” “Neemt mijn juk op u, en leert van mij, dat ik zachtmoedig ben, en nederig van harte, en gij zult ruste vinden voor uw zielen. Want mijn juk is zacht, en mijn last is licht. Matt. 11:28-30
Jezus had eerst de plechtige waarheid geleerd van de verantwoordelijkheid van de mensen; (Matt. 11:20-24) daarna had Hij vol blijdschap in het gebed de leer van de uitverkiezing verkondigd, en thans laat Hij een vrije en volledige uitnodiging uitgaan tot hen, die rust behoeven. Deze drie dingen zijn volkomen bestaanbaar met elkaar, en behoren in alle Christelijke prediking te worden gevonden.
Herinner u, wie het is, die de mensen aldus uitnodigt om tot Hem te komen.
De Zoon des Allerhoogsten, Hij, die toen God heeft geopenbaard, en dit ook thans doet. Hij nodigt de mensen om onbevreesd tot Hem te naderen, en in dit nabij zijn bij Hem te rusten.
De Zaligmaker, die altijd leeft, eenmaal gestorven is, die wacht om allen te ontvangen en te behouden, die tot Hem willen komen, en de zodanigen wil zegenen met rust.
In de genaderijke uitnodiging van de Heere bemerkt gij
I. Een karakter dat u voorstelt.
1. Vermoeid, “allen, die vermoeid en belast zijt,” in welke vorm het ook zij.
In de dienst van uitwendige vroomheid, in het streven om de wet te houden, of in welke andere weg van de eigengerechtigheid. In de dienst van het eigen ik, om gewin en eer, gemak of genoegen te verkrijgen. In de dienst van de wereld, om ontdekkingen of uitvindingen te doen, aan wetgeving te arbeiden, enz. In de dienst van Satan, begeerlijkheid, sterke drank, ongeloof, enz.
2. Belast. Allen, die “belast zijn,” worden geroepen.
Belast, omdat zij vermoeid, gekweld, teleurgesteld, wanhopend zijn. Belast met zonde, schuld, angst, naberouw, vrees voor de dood. Belast met zorgen, bekommernis, hebzucht, eerzucht, enz. Belast met smart, armoede, verdrukking, laster, enz. Belast met twijfel, verzoeking, strijd, innerlijke wankelmoedigheid, enz.
II. Een zegen die u uitnodigt.
1. Rust geschonken. “Ik zal u rust geven”
Aan het geweten, door verzoening en vergeving. Aan het verstand, door onfeilbaar onderwijs en bevestiging. Aan het hart, een rust voor liefde. Jezus vervult en bevredigt het hart. Aan de geestkracht, door haar een doel voor te stellen, dat waard is om naar te streven. Aan de vrees voor gevaar, door de verzekering, dat alle dingen meewerken, u ten goede.
2. Rust gevonden. “Gij zult rust vinden voor uw zielen.” Dit is rust op rust, dieper wordend en blijvend.
Dit is rust, die voortvloeit uit bedwongen hartstochten, begeerten, enz. Dit is rust, die ontstaat uit een volkomen toewijding aan de Heere. Hoe zou zodanige rust u bemoedigen, versterken, behouden! Welk een tegenwicht zou zij bieden voor de vermoeienis en de lasten!
III. Een aanwijzing om u te leiden
1. Kom tot mij.”
Kom tot een persoon, tot Jezus, de levenden Zaligmaker en uw Voorbeeld. Kom terstond, Jezus is bereid u te ontvangen, zijt gij bereid te komen? Kom allen, die vermoeid en belast zijt. Niemand wordt afgewezen. Kom, belast zijnde met uw lasten op uw hart, en “Ik zal u rust geven.” Kom zoals gij zijt. Kom door het geloof.
2. “Neemt mijn juk op u”
Wees gehoorzaam aan mijn gebod. Wees bereid om Mij gelijkvormig te zijn in arbeid en in het dragen van lasten. Wees onderworpen aan de beproeving, die Ik u wellicht zal opleggen.
3. “Leert van Mij.”
Gij weet niets; en moet willen leren. Gij moet niet vitten: maar een leerzaam gemoed hebben. Gij moet leren met het hart, en mijn zachtmoedigheid en nederigheid navolgen.
IV. Een argument om u hiertoe te bewegen.
Gij wenst uw Heere gelijkvormig te zijn in kalmte en in rustig dienen; zo kom en leer van Hem, en herinner u, dat Hij is
1. Een nederig Leraar: geduld hebbend met allerlei fouten en falen, zijn lessen herhalende, de discipel hulp biedend, de gevallene oprichtend.
2. Dat Hij u geen zware last op legt. “Mijn juk is zacht,” enz.
3. Dat Hij u, door de last, die Hij u oplegt, rust geeft: “Neem mijn juk opu…. en gij zult rust vinden.”
Magneten.
De onmiddellijke gelegenheid van de uitnodiging met haar diepe ernst van het medelijden en het meevoelen, werd ongetwijfeld gevonden in het uitwendig voorkomen van de schare, waarvan Jezus toen omringd was. Het was waarschijnlijk juist zonsondergang. Na een dag van afmattende arbeid voor de Heiland zelf, waren daar de arbeider, die van de akker terugkeerde, de drukke handelaar, de visser met zijn netten, de slaaf met zijn last, de rijkaard met zijn nog zwaardere last van zorgen, de in de zonde vergrijsde, buigend onder het gewicht van de jaren, en innerlijk belast met naberouw en vrees. Deze en dergelijken zag het oog des Zaligmakers dat in hun hart las, en in hen zag Hij onze zwoegende lijdende wereld als vertegenwoordigd, en zijn stem van de uitnodiging bedoelde toen, en is nu nog bestemd om het gehele mensdom te bereiken. Ik zal u rust geven.” Rust voor het bezwaarde geweten, in vergeving; voor het onrustig verstand, in waarheid; voor het kloppend, dorstend hart, in Goddelijke liefde; voor de door zorgen gekwelde geest, in, Gods voorzienigheid en beloften; voor de vermoeiden door smart en lijden, in de voorsmaak, die heden reeds geschonken is en die weldra zal overgaan in het werkelijk genieten van “zijn rust.”
E.R. CONDER.
“Kom,” zegt Christus, “en ik zal u rust geven.” Ik zal u geen rust tonen, noch u bloot spreken van rust, maar ik zal u rust geven. Ik ben de trouwheid zelf, en kan niet liegen, Ik zal u rust geven, Ik, die de grootste macht heb om haar te geven, het grootste recht om haar te geven, beladen zondaars, kom, en Ik zal u rust geven. Rust is het begeerlijkste goed, het geschiktste goed, en voor u het grootste goed. Kom, zegt Christus, dat is: geloof in Mij, en Ik zal u rust geven; Ik zal u vrede geven met God, en vrede met de consciëntie. Ik zal uw stormwind in eeuwige kalmte veranderen; Ik zal u een rust geven, die de wereld u noch geven, noch ontnemen kan.
THOMAS BROOKS.
Heere, Gij hebt ons geschapen voor Uzelf, en wij kunnen geen rust vinden, eer wij haar gevonden hebben in U!
AUGUSTINUS.
In het “Te Huis” van Miss Leigh te Parijs bevond zich een arm Engels meisje, ziek in het lichaam en zonder enige hoop voor haar ziel. Dat meisje werd eens innig ontroerd en bewogen toen zij enige kinderen het lied hoorde zingen: “Ik hoorde de stem van Jezus.” Toen zij aan de woorden kwamen: “vermoeid, afgemat en treurig,” zuchtte zij: “Dat ben ik, dat ben ik! Wat deed Hij? Vul het aan, vul het aan!” Zij rustte niet voordat zij de gehele hymne had gehoord, waarin gesproken wordt van de rust, die Jezus aan de zodanigen schenken wil. Enige ogenblikken later vroeg zij: “Is dat waar?” En toen men haar een bevestigend antwoord gaf, vroeg zij: “Zijt gij tot Jezus gekomen? Heeft Hij u rust gegeven?” “Dat heeft Hij.” Toen richtte zij zich op en vroeg: “Mag ik heel dicht bij u komen? Misschien is het gemakkelijker om tot Jezus te gaan met iemand, die reeds bij Hem geweest is, dan om alleen tot Jezus te gaan.” Dit zeggende legde zij haar hoofd op de schouder van de verpleegster, die bij haar waakte, en haar vastgrijpende als iemand, die in doodsbenauwdheid verkeert, fluisterde zij: “Beproef nu of gij mij niet naar Jezus kunt meenemen.”
SUNDAY AT HOME.
Er zijn veel hoofden, die op Jezus’ borst rusten, maar er is ook nog plaats voor het uwe.
SAMUEL RUTHERFORD.