Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Op die dag zal het geschieden dat er levend water vanuit Jeruzalem zal stromen, ’s zomers en ’s winters zal het plaatsvinden. Zacharia 14:8
Het levende water dat uit Jeruzalem stroomt, droogt niet op door de verschroeiende hitte van de snikhete zomer, en bevriest ook niet door de kou van de ruwe winter. Mijn ziel, verblijd je, omdat je nog in leven bent, zodat je kunt getuigen van de trouw van de Heere. De jaargetijden veranderen, en jij verandert, maar de Heere blijft eeuwig Dezelfde, en de stromen van Zijn liefde zijn op dit moment even diep, breed en vol als ooit tevoren. De hitte van de zorgen, de bezigheden en de beproevingen van het leven zorgen ervoor dat wij behoefte hebben aan de verfrissende invloed van de rivier van Zijn genade. Je mag meteen toegaan en drinken vanuit deze onuitputtelijke bron, tot je verzadigd bent. De hoge wellingen stromen steeds over, en de lage wellingen kunnen net zo min op drogen. Geprezen zij de Naam van de Heere! Elia merkte dat de beek Krith op een gegeven moment opdroogde, maar Jehova bleef dezelfde zorgende God. Job zei, dat zijn vrienden gehandeld hadden als bedrieglijke beken, maar in zijn God vond hij een overvloeiende rivier van troost. De Nijl is het grote vertrouwen van Egypte, maar haar vloed is veranderlijk; onze Heere is in eeuwigheid Dezelfde. Door de loop van de Eufraat om te leggen, nam Cyrus de stad Babylon in; maar geen menselijke of helse macht kan de stroom van Gods genade omleggen. Men heeft beddingen van oude rivieren teruggevonden, die nu helemaal droog en leeg staan. Maar de stromen, die op de bergen van de eindeloze, Goddelijke liefde ontspringen, zullen altijd boordevol zijn. De geslachten gaan voorbij, maar de stroom van de genade blijft onveranderd. De rivier van God kan met meer recht dan de beek in het gedicht zingen: Mensen mogen gaan of komen, maar mijn golven blijven stromen! O mijn ziel, wat een groot geluk dat je geleid wordt langs deze stille wateren. Ga nooit naar andere stromen, want dan zul je de bestraffing van de Heere horen: ‘Waarom ben je te vinden op de weg van Egypte, om water van een modderige rivier te drinken?’