Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem.(Kolossenzen 2:6)
Lees verder 1 Johannes 2:3—11.
Er zijn veel mensen met een tegenstrijdig leven. Ik kan dat niet begrijpen als ze wandelen in Christus. Als iemand volledig in Christus zou wandelen dan zou hij in volmaakte heiligheid wandelen. We horen een voorbeeld van een kleine winkelier die opschept en overdrijft zoals de andere winkeliers dat doen, hij verteld niet direct een leugen maar het ligt er wel dichtbij. Nu wil ik weten of die man in Christus wandelende toen hij dat deed. Als hij tegen zichzelf gezegd had: “Nu ben ik in Christus,” denk je dat hij dan zo overdreven had? We horen van iemand anders die steeds ongeduldig is, altijd ongerust is, altijd piekert en altijd treurig is. Ik wil weten of die man nog werkelijk in Christus wandelt zoals in het begin. Wandelt hij in Christus als hij twijfelt aan de goedheid, voorzienigheid en tederheid van God? Zeker niet. Ik heb gehoord van harde belijders die een Christelijke broeder bij zijn keel grijpen en zeggen: “Betaal me wat je me schuldig bent.” Denk je dat ze in Christus wandelen als ze dat doen? We horen van anderen die hun medelijdende hart sluiten en gierig zijn als hun broeder in nood is. Wandelen zij in Christus als ze dat doen? Als iemand in Christus wandelt dan handelt hij zoals Christus zou handelen. Want als hij in Hem is en deelt in Zijn hoop, liefde, vreugde en leven dan is hij de weerspiegeling van het beeld van Christus. Hij is het glas waarin Christus kijkt en dan wordt het beeld van Christus weerspiegeld. De mensen zullen van hem zeggen: “Hij is als zijn Meester, hij leeft in Christus.” O lieve broeders, als we nu zouden leven zoals we de eerste dag leefden toen we tot Christus gekomen waren dan zouden we heel anders leven dan nu.
Ter overdenking
Christus gaf ons het volmaakte voorbeeld — in het dienen (Markus 10:43—45; Johannes 13:14—15), in vriendelijkheid, vergeving en liefde (Efeze 4:32—5:2) en in het lijden (1 Petrus 2:21—23). Kun je eerlijk andere Christenen aanmoedigen om jou na te volgen zoals jij Jezus navolgt? (1 Korinthe 11:1)?
Preek 483, 7 december 1862