Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Laat Israël zich verblijden in zijn Maker, laten de kinderen van Sion zich verheugen over hun Koning. Psalm 149 vers 2
Wees blij, maar zorg er wel voor dat jouw blijdschap haar bron in de Heere heeft. In Hem vinden we veel redenen om blij te zijn,en je kunt samen met David zingen: ‘God, mijn blijdschap, mijn vreugde!’ Wees blij dat de Heere regeert, dat Jehova Koning is! Verheug je omdat Hij op de troon zit en alle dingen bestuurt! Iedere eigenschap van God moet een nieuwe straal in het zonlicht van onze blijdschap worden. Zijn wijsheid moet ons reden tot blijdschap geven, omdat we onze eigen dwaasheid kennen. Zijn macht moet voor ons ook een oorzaak van blijdschap zijn, omdat wij beven als we naar onze eigen zwakheid kijken. Zijn eeuwigheid moet voor ons ook steeds een reden tot vreugde zijn, omdat we weten dat wij als het gras verdorren. Zijn onveranderlijkheid moet ons steeds weer een loflied ontlokken, omdat wij elk uur veranderen. Dat Hij vol genade is, dat Hij die laat overstromen, en ons deze genade door het verbond gegeven heeft; dat zij er is om ons te reinigen, om ons te bewaren, om ons te heiligen, om ons tot volmaaktheid te brengen en om ons te verheerlijken: dat alles moet ons in Hem van vreugde doen juichen. Deze blijdschap in God is als een diepe rivier; wij hebben tot nu toe alleen de oever nog maar aangeraakt, wij kennen iets van haar heerlijk zoete, heldere en hemelse water, maar verderop is de rivier dieper en is de vreugde onstuimiger. Een Christen weet dat hij zich niet alleen mag verblijden in Wie God nu is, maar ook in alles wat God vroeger gedaan heeft. De Psalmen laten ons zien dat Gods volk in vroegere tijden de gewoonte had om veel aan Gods daden te denken en die in liederen te vertolken. Laten wij dit in onze tijd ook doen. Laten we de daden van de Heere verkondigen. Hij heeft heerlijke dingen gedaan! Laten we nooit ophouden met zingen, want iedere dag stromen er nieuwe goedertierenheden naar ons toe, en daarom kunnen we onze blijdschap over deze liefde van de Heere, over Zijn genade en voorzienigheid laten zien door voortdurende dankzegging. ‘Laat Israël zich verblijden in zijn Maker, laten de kinderen van Sion zich verheugen over hun Koning.’