Ik zag jaren geleden in Parijs een verkoper, het was een vreemd personage en kwakzalver. Hij kwam het marktplein oprijden met een mooie wagen getrokken door paarden die sierlijk gekleed waren, terwijl een bazuin voor hem klonk. Deze genezer van alle ziekten verscheen in een mantel van evenveel kleuren als die van Jozef en op zijn hoofd was een helm versierd met bonte pluimen. Hij introduceerde zich met een taalgebruik wat leek op Frans, maar het zou ook Latijn of misschien wel onzin kunnen zijn, want niemand in de menigte kon het begrijpen. De mensen kochten zijn medicijnen, overtuigd dat een zo groot en wijs man hen zeker zou kunnen genezen. Werkelijk, dit is één reden waarom men in de roomse kerk gebruik gemaakt van de Latijnse taal en waarom er in veel andere kerken een gewoonte is van een theologisch taalgebruik dat niemand kan begrijpen en dat voor hen geen enkel nut zou hebben als zij het begrepen, het geheel is ontworpen om de menigte te misleiden. Welk doel hebben mooie toespraken in de bediening van het Evangelie? Ziekten worden niet genezen door deftig spreken. Het was een slechte dag toen de welsprekendheid de kerk van God binnensloop en mensen het Evangelie een onderwerp maakten van de rederskunst. Het Evangelie heeft geen dure en mooie woorden nodig om het aan te bevelen. Het staat het meest veilig als er geen steunpilaar is. Net als schoonheid is zij het meest versierd als zij het meest onopgemaakt is. De natuurlijke charmes van het Evangelie zijn voldoende om het aan te bevelen aan hen die geestelijke ogen hebben. En degenen die blind zijn zullen het niet bewonderen, al proberen we het nog zo te versieren.